Ned Ludd als accountant
Accountants staan aan de vooravond van revolutionaire ontwikkelingen. Als het beroep daar niet op inspeelt lopen de commerciële positie en de wettelijke bescherming gevaar, waarschuwen Arnout van Kempen en Marc van Hilvoorde. De huidige opstelling vertoont volgens hen grote parallellen met die van de gilden, een paar eeuwen geleden. Het vijfde in een serie essays over de toekomst van het beroep.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 11, 2005
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
In deze serie visies op de toekomst van het accountantsberoep stelt Roger Dassen (‘de Accountant’, mei 2005) dat het belang van de jaarrekening en daarmee de kernfunctie van het beroep voorlopig behouden zal blijven. Wij onderschrijven die visie, maar onder voorwaarden.
Wij zijn van mening dat het beroep aan de vooravond van fundamentele veranderingen staat als gevolg van de verdere digitalisering van de jaarrekening en het rapportage- en audit-proces. De aard van de veranderingen roept vergelijkingen op met de gevolgen van de stoommachine op de agrarische en industriële sector in vroegere tijden.
De fundamentele vraag voor het accountantsberoep is: gaan we mee of verzetten we ons tegen deze ontwikkelingen? De geschiedenis van de industriële revolutie, met name van de textielsector, kan helpen bij het beantwoorden van deze vraag.
Gilden
Eeuwenlang werd het weversberoep georganiseerd in gilden. Toetreden was mogelijk door jaren als hulpje en manusje-van-alles, onder leiding van een meester te werken. Na die tijd van lange dagen en werkzaamheden die vaak ruimschoots onder je talent lagen, maar die je wel vaardigheden bij brachten, mocht je een meesterproef afleggen waarin je aan het gilde kon laten zien dat je alle facetten van het weversvak op hoog niveau beheerste. Na de meesterproef met succes te hebben afgelegd werd je opgenomen in het gilde, mocht je jezelf meester noemen, en kreeg je toegang tot een afzetmarkt die tot dat moment volstrekt gesloten voor je was.
Het gildesysteem gaf leden een zekere mate van inkomenszekerheid en garandeerde afnemers een hoge kwaliteit. Maar het was ook een inefficiënt systeem dat verkwistend omging met talent en weinig ruimte liet voor innovatie.
Spinning Jenny
Aan het einde van de achttiende eeuw werden de oude structuren van de textielmarkt volledig opgeblazen en weggevaagd door enkele technische ontwikkelingen. Zo werd de Spinning Jenny geïntroduceerd, één van de eerste echte weefmachines. Ondernemers met gevoel voor de nieuwe ontwikkelingen investeerden in fabrieken waarin betrekkelijk laaggeschoolde arbeiders tegen een revolutionair lage kostprijs textiel produceerden. Niet langer was het nodig dat iedereen in de branche een zelfstandige thuisondernemer was met verstand van alles. Het hele proces van ontwerp, inkoop, productie en verkoop werd opgeknipt en verdeeld op basis van minimale kosten, en minimaal benodigde vaardigheden.
Weggevaagd
Dankzij deze innovaties, die de start van de industriële revolutie betekenden, hebben we nu een innovatieve bedrijfstak waarin de ontwerpers - de mensen met het talent - tegen hoge vergoeding hun diensten kunnen leveren, terwijl de productie wordt uitgevoerd tegen extreem lage kosten, door wie maar bereid is voor die lage kosten te werken.
Maar wat werd er van de meesters, de gilden, de professionals met trots op hun vak en hun kennis en ervaring? Zij werden weggevaagd en verdwenen van het economische strijdperk. Maar niet zonder verzet. Het verhaal van Ned Ludd geeft aan hoe eenvoudig verzet tegen nieuwe ontwikkelingen is. En hoe zinloos.
Sabotage
In de Engelse stad Norwich werkte Ned Ludd als textielarbeider. Of het opzet was of echt een vergissing is niet meer na te gaan, maar Ned Ludd scheen nogal een onhandig figuur. Door zijn onhandigheid met de nieuwe technologie beschadigde hij machines tot ze onbruikbaar werden.
Het is niet zo moeilijk om ons Ned Ludd voor te stellen, schuldbewust pleitend voor zijn baan, uitleggend dat het toch echt geen opzet was, maar dat die nieuwe machines nu eenmaal moeilijk te begrijpen zijn. Onwil of onvermogen: Ned Ludd legde wel productie stil.
Deze gebeurtenis inspireerde velen in Engeland. Op basis van die inspiratie begon een sabotagebeweging, de Luddieten, die uiteindelijk met grof geweld machines stuksloeg om zo de industrialisatie tegen te houden en het mooie, oude, eerbiedwaardige weversberoep te redden. De beweging die begon met geweldloze onwil of het onvermogen met nieuwe technieken te werken, eindigde met keihard optreden van de overheid.
Wevers en accountants
Van het weversgilde naar het accountantsberoep. Al meer dan een eeuw wordt het accountantsberoep georganiseerd in verenigingen van beroepsgenoten. Toetreden tot een vereniging is mogelijk door jaren als assistent, koffiehaler, kopieerder en vinker onder leiding van een accountant te werken. Na die tijd van lange dagen en werkzaamheden die vaak ruimschoots onder je talent liggen, maar die je wel vaardigheden bij brengen, mag je een proef afleggen waarin je aan de beroepsvereniging kunt laten zien dat je alle facetten van het accountantsvak op hoog niveau beheerst.
Eenmaal de proef met succes afgelegd, word je opgenomen in het register van de beroepsvereniging, mag je jezelf RA of AA noemen, en krijg je toegang tot een afzetmarkt die tot dat moment volstrekt gesloten voor je was.
Verkwistend
Het is een systeem dat leden van de beroepsvereniging een zekere mate van inkomenszekerheid geeft en die afnemers een hoge kwaliteit garandeert. Het lijkt ook een wat inefficiënt systeem dat verkwistend omgaat met talent en met weinig ruimte voor innovatie.
Sinds ongeveer de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn de oude, kleine organisaties van samenwerkende zelfstandige ondernemers, de kostenmaatschappen, deels opgegaan in grote ondernemingen. Maar zelfs bij de grootste vier van deze nieuwe ondernemingen is het fundamentele gildesysteem in de bedrijfsvoering terug te vinden.
Vooravond van revolutie
Vóór de Spinning Jenny een revolutie in de textielproductie op gang bracht zag men de ontwikkeling van technieken die nog niet direct industrieel toepasbaar waren. Zo zien we ook nu in het accountantsberoep ontwikkelingen die de opmaat voor een revolutie kunnen zijn. De organisatie van steeds grotere en steeds kapitaalkrachtiger accountantsondernemingen, geleid door ondernemers, is al ingezet.
In deze bedrijven, met productie-sites over de hele wereld, wordt gemechaniseerd en geautomatiseerd wat het maar kan. Technische hulpmiddelen ondersteunen steeds meer de werkzaamheden van de accountant. Met producten als elektronische dossiers, file interrogation software, werkprogrammageneratoren, en elektronisch boekhouden, consolideren en samenstellen, worden de meeste stappen in het productieproces van de accountant inmiddels wel geautomatiseerd ondersteund.
Snelle omslag
Waar het tot nu toe nog wat aan ontbreekt, is de integratie van al dat moois. Die volgende stappen moeten nog wel worden gezet, maar ze zullen komen.
Wat komen zal is een elektronische administratie en consolidatie, waar automatisch een jaarrekening en een belastingaangifte uitrolt. Het moet mogelijk zijn om software op basis van die administratie zelf basale risico-inschattingen te laten maken, cijferbeoordelingen voor te bereiden, deelwaarnemingen op te zetten en lijncontroles en proceduretests uit te voeren. Als het technisch mogelijk is een soort self auditing administration op te zetten, dan zou het accountantsvak in zeer korte tijd de omslag kunnen meemaken die de textielbranche destijds al heeft doorgemaakt.
XBRL
Met de XBRL-standaard zijn bovengenoemde stappen te maken. En nu de Nederlandse overheid is begonnen op basis van XBRL de administratie te integreren met de deponeringsstukken bij de Kamer van Koophandel, de aangiften vennootschaps-, omzet-, inkomsten- en loonbelasting en de statistieken voor het CBS, zien we dit beeld snel dichterbij komen.
In een wereld waarin de gehele administratie elektronisch is, is het geen wilde droom om te denken over een administratie die zelf al veel werkzaamheden voorbereidt. Uiteraard blijft de noodzaak bestaan dat een auditor meekijkt en beslissingen neemt, bijvoorbeeld bij de beoordeling van de opzet, bestaan en werking van geautomatiseerde controls. Maar als de sector, in de volle breedte van samenstellen en controleren, zelf niet innoveert, versterkt dit de tegenstanders van de wettelijk beschermde positie van accountants en zullen de gilden uiteindelijk het onderspit delven.
Ontwerpers en vinkers
In de toekomst is het niet langer nodig, dat mensen jarenlang zich al vinkend opwerken door de hiërarchie van junior assistent tot vennoot. De toekomst binnen het accountantsberoep is aan de ontwerpers, goed betaalde creatieve vaklui, die het vak inrichten en vorm geven, die de confectiecontroles opzetten en waar nodig de zaak op maat maken. Daarnaast zijn ondernemers en verkopers nodig, zoals gangbaar is in sectoren met marktwerking.
En de vinkers? Voorzover die nog nodig zijn vinden we die terug in vinkateliers in landen waar de lonen laag genoeg zijn.
‘Opgeblazen gedoe’
We begonnen ons verhaal met een tekst over de textielbranche, waarin we Ned Ludd nader hebben voorgesteld. Als financial auditors met IT-audit-ervaring zijn wij bekend met de moeizame verhouding van sommige accountants met innovatieve toepassing van automatisering.
We spreken elkaar - zonder namen te noemen uiteraard - over vennoten van kantoren waar een elektronisch dossier wordt gebruikt, maar jaren na invoering nog steeds stukken worden uitgeprint, die de vennoten op papier paraferen om vervolgens de secretaresse de elektronische parafering te laten uitvoeren. We spreken elkaar over de onwil of het onvermogen om file interrogation software toe te passen in de controle.
Wij kennen een voorbeeld waarbij de beoordeling van een file interrogation software-output-lijst geen bijzonderheden opleverde, en waarbij deze lijst met de conclusie dat de beoordeling dus een ‘zinloze activiteit’ was geweest, in het dossier is opgenomen. Wij kennen een accountant die steunend op zijn lange ervaring - ooit begonnen als eenvoudige assistent maar nu uitgegroeid tot vakman pur sang - blind durft te steunen op zijn expertise en al dat geneuzel over IT maar dagdromerij of opgeblazen gedoe vindt.
Regie uit handen
Wat is daar aan de hand? Wij vrezen dat Ned Ludd accountant is geworden. We weten niet of het gaat om onwil of onvermogen om nieuwe technologie te omarmen, te doorgronden en effectief toe te passen. schouders op, doet niet mee en denkt dat het zijn tijd wel zal duren.
Lagelonenlanden
Ned Ludd zelf werd verslagen door een keihard optredende overheid. De Nederlandse overheid treedt niet op tegen Luddieten in het beroep, ze negeert die botweg. Dankzij een beleidsvoornemen om de administratieve lasten te verlagen zal in 2007 de XBRL-jaarrekening een feit zijn. Gilde-accountants die niet in staat zijn de daarbij passende assurance te leveren, tegen sterk gereduceerde kosten, zullen worden weggevaagd door accountantsondernemers die hun productieprocessen weten te automatiseren, die uitbesteden aan lagelonenlanden wat ze kunnen uitbesteden, en die hooguit nog een paar echte accountants nodig hebben als ‘ontwerpers’, en voor de formaliteiten.
Of we gelijk krijgen zal in de komende jaren blijken. Als we gelijk krijgen, zullen de beroepsverenigingen zich moeten omvormen van gilden naar een combinatie van belangenbehartigers, lobbyisten, branche-promotors en een soort ingenieursbureaus voor de branche. De opleidingen zullen moeten gaan diversifiëren naar opleidingen in verkoop, productie en ontwerp. De huidige gildemeesters kunnen deze ontwikkeling in gang zetten of ze kunnen er voor kiezen hun wettelijk beschermde positie als veilig bastion te zien.
Wij hopen dat de accountant zichzelf en zijn beroep zo liefheeft dat hij zichzelf niet wil terugzien als de kolenstoker op een diesel- of elektrische trein, als symbool van vervlogen tijden met een wettelijke verankering en van de onwil of het onvermogen om tot een andere inrichting van het beroep te komen.
De wettelijke bescherming en de controleplicht zijn niet bedoeld als bescherming van een gezapige beroepsgroep, maar als bescherming van de burger.
Noot
Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel en vormt als zodanig geen officiële uiting van het NIVRA of KPMG.
Arnout van Kempen en Marc van Hilvoorde
Arnout van Kempen (links) is werkzaam bij het NIVRA. Hij heeft ongeveer tien jaar ervaring in de openbare accountantspraktijk bij verschillende kantoren, voornamelijk bij Coopers & Lybrand. Tussen 2002 en 2004 was hij als medewerker van de Autoriteit Financiële Markten nauw betrokken bij de totstandkoming van de Wet toezicht accountantsorganisaties. Hij is lid van de Information Systems Audit and Control Association.
Marc van Hilvoorde is werkzaam als senior manager bij KPMG Business Advisory Services. Hij heeft tien jaar ervaring als financial en IT-auditor. Sinds enkele jaren is hij actief betrokken bij de ontwikkeling van XBRL. Op dit moment is hij vice-voorzitter van de internationale XBRL Domain-werkgroep. Als technisch projectmanager van het Nederlands Taxonomie Project heeft hij bijgedragen aan de totstandkoming van de Nederlandse XBRL-taxonomie.
Eerdere essays van Kor Mollema, Jules Muis, Roger Dassen en Arnold Schilder verschenen in ‘de Accountant’ van februari, april, mei en juni 2005.