Dans rond derivaten
Bijna eenderde van de IFRS-pagina’s gaan over financiële instrumenten. Maar stabiel zijn de nieuwe verslaggevingsregels op dat punt nog steeds niet. Lobbies en sectorbelangen spelen op. Pieter Veuger: “Toch zal men moeten werken aan convergentie met US GAAP.”
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 11, 2004
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Willem Verhoog
Sommige medicijnen zijn erger dan de kwaal zelf, mopperde de Romeinse filosoof Seneca. Wie tegenwoordig een bijsluiter aandachtig leest, kan die opvatting delen. Een dergelijke reputatie hebben derivaten ook verworven. De financiële instrumenten die ooit werden bejubeld om hun vermogen weer beweging te brengen in het vastgelopen financieel-economische verkeer, hebben hun keerzijde laten zien, ook op het gebied van de verslaggeving.
Als lid van de Commissie Financiële Instrumenten van de Raad voor de Jaarverslaggeving spreekt Pieter Veuger, in het dagelijks leven werkzaam bij PricewaterhouseCoopers, zijn bezorgdheid uit.
“De afgelopen jaren zijn wij steeds meer aandacht gaan besteden aan standaarden om de financiële instrumenten in de greep te krijgen. De IASB heeft in grote lijnen US GAAP overgeschreven, maar of dat volstaat ... Tot 1996 is er weinig regelgeving gekomen. In 1996 kwam IAS 32 om een en ander op het gebied van presentatie en toelichting te regelen. Ondertussen bleef men rondjes draaien om de hete brij van de waardering van dergelijke instrumenten en hun presentatie op de balans. Uiteindelijk zijn FAS 115 en FAS 133 gebruikt als fundering voor een nieuwe standaard, waarmee meteen ook de achtergronden voor het commentaar genoemd zijn. De standaarden worden beschouwd als rules based en niet als principles based. Als je naar het totale IFRS-boekwerk van zo’n 1.600 bladzijden kijkt, zie je dat er maar liefst 480 over financiële instrumenten gaan. Voor financiële instellingen zijn ze de belangrijkste component van de verslaggeving geworden. Zo gedetailleerd moeten de posities worden ge(her)waardeerd.”
Volatiel
Wat is de betekenis van IAS 32 en 39?
“Voor alle betrokken partijen geldt dat deze standaarden de volatiliteit van de winst- en verliesrekening laten toenemen. Dat heeft met name te maken met valuta-afdekking in de toekomst en met renteafdekkingen. Met hedge accounting kun je de basisregels opheffen en ervoor zorgen dat de winst- en verliesrekening op een stabiele manier wordt gepresenteerd. Het probleem is ‘alleen’ dat hedge accounting enorm gecompliceerd en gedetailleerd is en leidt tot een grote administratieve lastendruk.
Bovendien kan niet alles onder hedge accounting worden gebracht en zijn die modellen slechts gericht op de winst- en verliesrekening. In het vermogen komt dan nog steeds de volatiliteit terug. Voor met name banken is het eigen vermogen een teken van zekerheid. Daarom zijn ze terughoudend om dit goede standaarden te noemen, maar Amerikaanse banken zitten al op die lijn. De toezichthouders vanuit de Europese Centrale Bank kijken er doorheen, maar het gewone publiek krijgt nog steeds een volatiel eigen vermogen gerapporteerd. Franse banken zijn in de lobby tegen IAS 32 en 39 het meest succesvol gebleken. Ze hebben Jacques Chirac als medestander gevonden en deze heeft de druk opgevoerd.”
Als het ‘endorsement’ (implementatie, red.) de komende maanden of misschien wel jaren wordt tegengehouden, ontstaat dan niet een wat merkwaardige situatie?
“Zeker. Ik vind dat we naar één regelstelsel toe moeten. Elke obstructie tegen IAS 32 en 39 kun je als contraproductief beschouwen. Ik kan me niet voorstellen dat de Europese Unie in staat is een goed alternatief te bedenken voor IAS 32 en 39. Daar is men in de jaren tachtig van de vorige eeuw niet in geslaagd en dat zal ook nu niet lukken. Men heeft er de staf niet voor, noch de expertise in de verschillende commissies.
Natuurlijk doet de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) goed werk, maar verder is er geen goed mechanisme om
tot nieuw verslagleggingsbeleid op Europees niveau te komen. De Europese Centrale Bank blijkt nu toch vrij plotseling weer met nieuwe bezwaren te zijn gekomen, en dus zijn de standaarden na al die aanpassingen van de afgelopen jaren nog steeds niet stabiel.”
Nijdig
Waarom komt de ECB daar nu mee?
“Ik wou dat ik het wist. Twee jaar geleden verscheen een exposure draft voor de amendementen op IAS 32 en 39. Tot november 2002 kon men daarop reageren, wat meer dan honderd instellingen ook hebben gedaan. Voor zover ik weet ook de ECB. Enfin, kennelijk is men nog steeds niet tevreden. Ook andere banken en bedrijven maken bezwaar tegen IAS 39. Banken hadden gehoopt dat recente regels veel meer ruimte zouden bieden aan macro hedge accounting voor rente en aan de behandeling van interne derivaten. Eind maart 2004 verschenen weer eens zestig pagina’s met amenderingen op IAS 39. Op het gebied van hedge accounting door bedrijven en hun valutabeheer is US GAAP door FAS 138 veel ruimhartiger met praktische oplossingen. De IASB heeft in de herziene versie van IAS 39 van december 2003 wellicht vergissingen gemaakt.
Toekomstige kasstromen binnen ondernemingen, de interne kasstromen van vreemde valuta, mogen niet onder hedge accounting worden gebracht voor cashflow hedging. Op zich lijkt dat te verdedigen. Een interne kasstroom is volgens de IASB een niet bestaande kasstroom die wordt geconsolideerd en waarin interne transacties wegvallen. Maar dat is niet helemaal waar. Want als je intern met vreemde valuta werkt, heb je vaak risico’s die in de geconsolideerde jaarrekening tot uiting moeten komen. Hedge accounting zou daarmee niet mogelijk zijn, terwijl een onderneming die haar fabrieken anders heeft gestructureerd en in de landen van de eindgebruikers heeft staan of die juist heeft geconcentreerd in één land, dit probleem niet zou hebben.
Nu heeft de IASB aangegeven over een paar jaar toch weer te gaan sleutelen aan deze standaarden. Dat is frustrerend voor veel gebruikers. Een onderneming als Nokia steekt niet onder stoelen of banken dat ze nijdig is over het feit dat ze in 2001 IAS 39 heeft toegepast en opgetuigd, daar grote IT-investeringen voor heeft gedaan op het gebied van controlling en processen, en dat dit alles na drie jaar weer verandert.”
Onvergelijkbaar
De problemen zijn dus echt groot.
“Ja. Omdat de onzekerheid aangaande de behandeling van financiële instrumenten nog zo groot is, behoeven IAS 32 en 39 voor het eerste IAS-jaarverslag in 2005 nog niet in de vergelijkende cijfers te worden toegepast. Er ontstaat dus een uitermate vreemde jaarrekening. Voor een bank of bedrijf dat met name in derivaten flinke posities heeft, leidt dat tot onvergelijkbaarheid van resultaten tussen 2004 en 2005. Ook de resultaten die banken en bedrijven in 2004 en 2005 in verschillende landen hebben behaald, worden onvergelijkbaar.”
We willen toch naar één rapportagestandaard?
“Natuurlijk. De kapitaalmarkten zijn internationaal geworden, dus één rapportage voor de EU als geheel is absoluut noodzakelijk. Dat het tijd kost, begrijpt iedereen. Zeker als je bedenkt dat er weer tien nieuwe landen en culturen bij zijn gekomen. Toch zal men moeten werken aan een convergentie met de US GAAP. Ondernemingen die in de VS effecten hebben uitstaan en daar geregistreerd zijn, moeten volgens de US GAAP verslag doen. Het zou mooi zijn als de Amerikanen dat niet zouden eisen en zouden accepteren dat zo’n buitenlandse onderneming als foreign registrant IFRS-cijfers zou tonen. Hopelijk wordt dat een tussenstap. Maar zover zijn we nog niet.”
Ratio’s
“Een stabiel platform is noodzakelijk. De IASB ondersteunt de kwaliteit van IFRS-rapportages niet als de ene verandering op de andere volgt. De heersende onzekerheid is slecht voor het beleid. Ondernemingen moeten hun systemen immers aanpassen en vragen zich af wat de invloed van de financiële-instrumentrapportage is op hun convenanten. Wat gaan de ratio’s doen die ze hebben afgesproken met bepaalde investeerders? Welke invloed zullen de cijfers hebben op het dividendbeleid? Er moet op korte termijn duidelijkheid komen voor aandeelhouders, financiers en toezichthouders als het om banken, verzekeraars en pensioenfondsen gaat.
Alle hoop is nu gevestigd op een compromis. En dat moet van twee kanten komen: de EU zal moeten inzien dat we niet te veel van de US GAAP kunnen afwijken, en IASB moet begrijpen dat de EU wellicht ook zonder al te veel gezichtsverlies een verandering moet zien door te voeren.”
Zal de jaarrekeninggebruiker straks doorzien waarom het resultaat anders is dan in het verleden?
“Een vergelijking met het verleden wordt moeilijker. De invoering van IAS 32 en 39 leidt tot een andere rapportage van dezelfde werkelijkheid. Het wordt een uitdaging dit alles op een goede manier door te voeren, uniform door heel Europa, maar ook om gebruikers van financiële rapportage te laten begrijpen wat hier gebeurt.”
Gerelateerd
Een voortdurende uitdaging in onzekere tijden
Europese banken hebben in de periode 2020-2022 ongeveer twee tot drie keer zoveel geld in de stroppenpot gestopt, vergeleken met de jaren ervoor. Hasan Gürkan bekijkt...
COVID-19 en IFRS 9 kredietverliezen
IFRS 9 brengt grotere volatiliteit met zich mee bij abrupt verslechterende economische omstandigheden.
Hét moment voor grondige review van IFRS 9?
IFRS 9 werkt in geval van een abrupte crisis sterker procyclisch dan de vorige boekhoudregel, betoogt Hasan Gürkan.
'IFRS 9-regels worden onverantwoord opgerekt'
De IFRS 9-regels worden vanwege de coronacrisis minder streng gehanteerd, wat het risico op een financiële crisis doet toenemen.