Magazine

Lucratieve handel in lucht

Sommige bedrijven moeten het van 'Kyoto'. Andere beloven het in convenanten, of doen het vrijwillig. De wereld wordt bedolven onder CO2-reductieplannen. CO2-reductie levert carbon credits op en die zijn geld waard. Accountants zien daarom steeds meer werk aan de klimaatwinkel, want zij moeten controleren of het verhaal van bedrijven wel klopt.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 1, 2008

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Vanaf 1 januari 2008 is het in Europa menens met Kyoto. Maar ook in 2005-2007 was het al geen kinderspel. Toen kregen grote industrieën en energiebedrijven voor het eerst CO2-emissierechten toebedeeld. Bedrijven die méér uitstoten dan waar ze recht op hebben, moeten carbon credits bijkopen. Dat kan van Europese collega's die onder hun plafond blijven of van speciale CO2-reductieprojecten elders op de wereld. De omzet op deze kakelverse markt voor carbon credits is bepaald niet kinderachtig: omstreeks twintig miljard euro per jaar.

En dat terwijl de Europese bedrijven de afgelopen jaren veel te ruim in hun rechten zaten. Daardoor was er weinig stimulans om te besparen op het gebruik van fossiele brandstoffen.

Duimschroeven

Maar met ingang van 1 januari 2008 worden de duimschroeven verder aangedraaid. “In 2008 is er een substantieel tekort van ongeveer 235 miljoen ton. Afgezet tegen een feitelijke emissie van ergens tussen de 1,9 en 2,1 miljard ton, moet er op jaarbasis dus elf tot twaalf procent worden bespaard. Bovendien gaat het emissieplafond tot 2012 elk jaar verder naar beneden”, vertelt Seb Walhain. Walhain is directeur Environmental Markets van Fortis. Drie jaar geleden zette hij een uiterst succesvolle afdeling op die zich specialiseerde in de handel van carbon credits. De vijftien mensen op zijn afdeling kopen en verkopen carbon credits. Ook is Fortis betrokken bij de financiering van projecten die in de Derde Wereld de CO2-emissies moeten verkleinen. Als die worden goedgekeurd door een speciaal VN-programma, zijn dat lucratieve projecten. Want dan worden er officieel verhandelbare carbon credits mee verdiend. En die leveren geld op. Achterliggend idee is dat, dankzij de financiële opbrengsten van deze carbon credits, projecten rendabel worden die dat anders niet zouden zijn. Anders gezegd: er moet worden aangetoond dat de reductie van CO2-uitstoot ‘normaal gesproken’ niet zou hebben plaatsgevonden en dat het project alleen levensvatbaar is dankzij de verkoop van carbon credits.

Via dit soort constructies moet de CO2-reductie dáár worden gerealiseerd waar dat het goedkoopst is.

Vertaald naar geld

Het gevolg van dit beleid is dat de uitstoot van CO2 is vertaald naar geld. Dat loopt aardig in de papieren. De prijs van de carbon credits lag de afgelopen jaren op de Europese markt ergens tussen de vijf en dertig euro per ton CO2. En bij de partijen op deze markt gaat het al gauw om een uitstoot van tien- tot honderdduizenden tonnen CO2.

Door dit alles kunnen bedrijven in de verleiding komen hun uitstoot kleiner voor te stellen dan hij is. En, omgekeerd bij reductieprojecten, de CO2-besparing te overdrijven. Kortom, het risico ligt op de loer dat partijen niet op de juiste manier rapporteren over deze kostbare materie. Dus is er werk aan de winkel voor accountants om er op toe te zien dat bedrijven een getrouw beeld geven van wat zij op CO2-gebied doen.

Het is een omvangrijke en groeiende markt. Want de CO2-rapportage beperkt zich al lang meer niet tot de grote industriële en energiebedrijven die onder het Kyoto-protocol vallen. Als een olievlek verspreidt het streven naar CO2-reductie zich. Minister Cramer sluit convenanten af om bedrijven in vrijwel elke sector ertoe te bewegen de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en/of te compenseren.

‘Klimaatneutraal’

Maar ook de vrijwillige beperking en compensatie van CO2-uitstoot nemen een enorme vlucht. Al voordat Al Gore en het VN-klimaatpanel de Nobelprijs voor de Vrede kregen, was ‘klimaatneutraal’ voor zowel bedrijven als consumenten hét buzzwoord van 2007. Behalve door oprechte zorgen worden bedrijven ook gedreven door zakelijk gewin: een klimaatneutrale bedrijfsvoering levert klanten op, is het idee. Steeds meer afnemers willen hun zogenaamde CO2-voetafdruk verminderen en geven daarom de voorkeur aan toeleveranciers met een zo klein mogelijk CO2-voetafdrukje. Bovendien vervaagt de grens tussen verplichte en vrijwillige beperking van CO2-uitstoot. In de toekomst zullen steeds meer sectoren moeten geloven aan een verplichte reductie. Zo zal bijvoorbeeld ook de Europese luchtvaartindustrie na 2011 emissierechten moeten kopen.

KLM loopt daar op vooruit. In de zomer van 2007 kondigde deze luchtvaartmaatschappij in een persbericht aan CO2-neutraal te zullen groeien. Waarbij opvalt dat de doelstelling (namelijk in de toekomst niet méér uitstoten dan nu het geval is) nogal schamel afsteekt bij de ‘krachtige aanpak’ van het klimaatprobleem die volgens de KLM nodig is. Maar die paradox is schering en inslag bij de CO2-reductie.

Druppels

Een buitenstaander denkt: als het probleem werkelijk zo groot en nijpend is, dan zijn alle plannen om tot vermindering van CO2 te komen toch niet meer dan druppels op een gloeiende plaat? (Zie ook kader ‘Waar hebben we het over?’) Je vraagt je af of alle inspanningen de moeite waard zijn, vooral omdat de druppels alleen met behulp van een enorme administratieve rompslomp kunnen worden geplengd. Maar de wereld van de CO2-reductie lijkt te worden geregeerd door een blijmoedig ‘alle beetjes helpen’. Waarbij het natuurlijk sowieso verstandig is om zo zuinig mogelijk om te springen met fossiele brandstoffen.

Kortom, het lijkt amper nog te gaan om de vraag of het klimaat werkelijk gered kan of moet worden door CO2-reductie. CO2-reductie is doodgewoon big business, omdat er een financiële waarde is gekoppeld aan CO2-uitstoot én omdat bedrijven met een beperkte CO2-uitstoot als zakenpartner aantrekkelijk worden gevonden.

‘Strategisch issue’

Udeke Huiskamp was binnen KLM de grote pleitbezorger van de eerder genoemde klimaatneutrale groei. “Ik heb de board ervan kunnen overtuigen dat we dat moesten doen omdat grote corporate clients daar om zouden gaan vragen”, zegt zij. Ze haalt een hele rits bedrijven en mensen (van General Motors, via General Electric, het WK Voetbal, MTV tot en met Brad Pitt) aan om haar stelling te bewijzen dat klimaatneutraal ondernemen meer dan een hype is. Huiskamp: “Het is een strategisch issue voor de board room, met grote financiële consequenties.”

Sinds kort werkt Huiskamp bij Deloitte Financial Advisory Services, waaronder ook energie- en klimaatonderwerpen vallen. “Wij geven bedrijven adviezen hoe om te gaan met CO2-issues. Niet alleen KLM, de hele vervoersector krijgt met klimaatissues te maken”, is haar verwachting.

Bij KPMG Sustainability zwaait Wim Bartels de scepter. Zijn afdeling is op verschillende manieren bij klimaatonderwerpen betrokken. Zoals bijvoorbeeld bij de verificatie van CO2-uitstoot in duurzaamheidverslagen en bij de verificatie van zogenaamde klimaatcompensatie.

Voetafdruk

Daarnaast adviseert KPMG bedrijven bij het bepalen van de al eerdergenoemde CO2-voetafdruk. Want er komt nogal wat bij kijken om het goed doen. Het gaat bij deze voetafdruk niet alleen om de directe CO2-uitstoot als gevolg van het eigen gas-, elektriciteits-, en benzineverbruik. Serieuze bedrijven kijken ook naar de uitstoot van CO2 van hun leveranciers en andere betrokkenen in de waardeketen.

“Wij helpen een goede methodiek te ontwikkelen”, zegt Bartels. “Cruciaal is de vraag welke indirecte CO2-uitstoot je wél moet meenemen en welke niet.” Hij erkent dat je op deze manier dubbeltellingen krijgt. “Als alle bedrijven het consciëntieus zouden doen, zijn alle voetafdrukken bij elkaar opgeteld waarschijnlijk ongeveer het drievoudige van de feitelijke CO2-uitstoot.”

Maar het gaat niet om de absolute CO2-uitstoot. “De CO2-voetafdruk is vooral een hulpmiddel om te kijken op welke plekken je de uitstoot kunt verlagen en waar je dus actie kunt ondernemen”, aldus Bartels.

De beste manier om de CO2-voetafdruk te verkleinen is natuurlijk minder fossiele brandstoffen te gebruiken en/of te vervangen door duurzame energie. Zuiniger auto's, beter geïsoleerde gebouwen, leveranciers in de buurt zoeken in plaats van aan het andere eind van de wereld, gebruikmaken van restwarmte.

Klimaatcompensatie

Maar razend populair is de zogenaamde klimaatcompensatie. Er wordt wel gesproken over een aflaatindustrie waar bedrijven én consumenten dankbaar gebruik van maken. Eerst berekenen ze hun CO2-zonde en vervolgens wissen ze die uit. Dat doen ze door projecten te financieren waardoor elders op aarde de uitstoot van CO2 wordt verminderd, of door bomen te planten die elders CO2 uit de lucht halen.

Los van de principiële vraag of hiermee het echte probleem wordt opgelost (zie ‘Klimaatneutraal fabeltje’), is er de vraag of deze maatregelen, projecten en bomen additioneel zijn: wordt er echt iets extra's geneutraliseerd?

Volgens Denis Slieker van de in Utrecht gevestigde Climate Neutral Group zorgt een keur van instellingen, waaronder KPMG en het Triodos Climate Clearing House, ervoor dat alleen projecten in aanmerking komen die niet zouden kunnen bestaan zonder de compensatie-euro's van klimaatneutrale bedrijven of consumenten.

Vorig jaar is via de Climate Neutral Group honderdduizend ton CO2 gecompenseerd. Dit jaar zal dat het dubbele zijn, waarvan de helft via duurzame energieprojecten (zie ook ‘Waar hebben we het over?’).

Slieker pretendeert allerminst dat dit soort klimaatneutrale initiatieven dé oplossing zijn voor het klimaatprobleem. Maar belangrijk is dat ze ertoe bijdragen dat steeds meer mensen zich bewust worden van de CO2-problematiek.

Meetbaar

Daarnaast blijft het natuurlijk de vraag hoe bedrijven hun CO2-problematiek meetbaar en zichtbaar maken. Volgens Hans Schoolderman, director Sustainability & Climate Change Services bij PricewaterhouseCoopers, is daar niets geheimzinnigs aan. Controle van de brandstofboekhouding (welke brandstoffen worden gebruikt, wat is de CO2-factor en wat blijft er na verbranding over?) is volgens hem de crux.

Het principe mag simpel zijn, de uitwerking niet. PwC heeft de afgelopen jaren heel wat advies gegeven aan de Europese Commissie en de Nederlandse Emissieautoriteit om de plannen voor het toekennen en veilen van emissierechten in werkbare procedures om te zetten.

Zo heeft PwC bijvoorbeeld in opdracht van de Nederlandse Emissieautoriteit de opzet gemaakt voor nieuwe verslaggevingsregels voor CO2-emissie die met ingang van 2008 moeten worden nageleefd.

CO2-aangifte

Daarnaast is PwC, net als Ernst & Young, erkend om CO2-verificaties te doen voor de onder het ‘Kyoto’ vallende bedrijven die elk jaar vóór 1 april hun CO2-aangifte moeten doen.

Deze markt groeit verder, verwacht Schoolderman. Want in de periode 2005- 2007 maakte zeventig procent van de bedrijven nog gebruik van de gratis diensten van het Verificatie Bureau Energie-efficiency (VBE). Maar in 2008 houdt deze overheidsservice op te bestaan. Bij advies en controle van de reeds genoemde projecten die onder de vlag van de Verenigde Naties plaatsvinden in de Derde Wereld en officieel verhandelbare carbon credits opleveren, is Ernst & Young wereldwijd marktleider, zegt Dietmar Laske, executive manager Corporate Social Responsibility & Climate Change. “Wij hebben 120 van de achthonderd projecten gecontroleerd.” Daarnaast ziet Ernst & Young de vraag naar monitoring van projecten in de sterk groeiende vrijwillige markt stijgen.

De klimaatmarkt is nieuw en onzeker. Niet voor niets stond er in november 2007 een advertentie - ondertekend door bedrijven, niet-gouvernementele organisaties en de wereldwijde accountantsorganisatie ACCA - waarin werd gepleit voor heldere regelgeving voor de verslaggeving over klimaatonderwerpen door bedrijven. Het gaat per slot van rekening om een uiterst lucratieve handel in lucht. En dan kunnen de regels niet helder genoeg zijn.

Klimaatneutraal fabeltje

Wat was er eerder? De klimaatverandering of de verhoogde concentratie CO2 in de lucht? De opvatting dat de klimaatverandering de oorzaak (en niet het gevolg) is van een hoger CO2-gehalte in de atmosfeer, is op de achtergrond geraakt door de overweldigende aandacht voor Kyoto, Live Earth, Al Gore en zijn Nobelprijs voor de vrede.

De daarmee gepaard gaande stortvloed aan initiatieven om ‘klimaatneutraal’ te ondernemen en te leven, gaat dan ook uit van wat deftig heet ‘een antropogene versterking’ van het broeikaseffect. De mens heeft de verhoging van het CO2-gehalte op zijn geweten, en daarmee de opwarming van de aarde.

Juist degenen die de mens de grootste rol toedichten bij het broeikaseffect, zijn het meest kritisch over wat de aanbieders van ‘klimaatcompensatie’ ons beloven. Miljoenen jaren hebben bomen en planten CO2 uit de lucht gehaald en in hun fossiele resten opgeslagen. Door het kolen-, olie- en gasgebruik van de mens is veel van deze opgeslagen CO2 de laatste eeuwen weer in de atmosfeer gebracht. ”Winning en gebruik van fossiele brandstoffen is dus per definitie niet klimaatneutraal”, zegt Johan Piet, accountant voor maatschappelijke verantwoordelijkheid in Diemen.

“Bomen planten om milieuonvriendelijk gedrag te compenseren, is een lapmiddel. Het is vooral een mooie markt waarin veel geld te verdienen valt. Die bomen hadden sowieso moeten worden geplant om de ontbossing van de afgelopen eeuwen te compenseren. Bovendien blijft de CO2 niet eeuwig in een boom opgeslagen. Zodra hij wordt gekapt, wat na twintig jaar gebeurt, komt de CO2 geleidelijk weer in de atmosfeer.”

Als je al milieuonvriendelijk gedrag wilt compenseren, zet het meer zoden aan de dijk om energiebesparende projecten in de Derde Wereld te subsidiëren, meent Piet. “Maar de enige echte effectieve oplossing is geen fossiele brandstoffen meer te gebruiken. Dat kan door energiebesparing of door het gebruik van wind- of zonne-energie. De term klimaatneutraal is uitgevonden door een paar handige commerciële jongens. Het klinkt goed. Het geeft mensen het gevoel alsof ze het probleem oplossen. Maar dat zijn fabeltjes. In feite gebeurt er niets.”

Kyoto-ambities omgerekend van 1990 naar 2005

Het Kyoto-protocol treedt officieel in 2008 in werking. Het streven is dat er in 2012 zes procent minder CO2 wordt uitgestoten dan in 1990. Onderstaande tabel laat zien hoe het niveau van 2005 zich verhoudt tot dat van 1990. De spectaculaire vermindering in Polen en Hongarije is overigens vooral het gevolg van het instorten van de zware industrie en komt slechts voor een klein deel voor rekening van schonere en zuiniger technieken.

Big four als redders van het klimaat

Wat kan een accountant zelf doen om het klimaat te redden? Niet veel, zou je zegen. De big four denken daar anders over. Zij publiceren regelmatig persberichten over klimaatvriendelijke maatregelen en zeggen zelf ook erg hun best te doen om klimaatneutraal te werken.

Omdat andere kantoren en - wie weet - het klimaat daar hun voordeel mee doen, een greep uit de maatregelen:

  • videoconferenties om te besparen op vervoer
  • klimaatvriendelijk bouwen om te besparen op verwarming
  • bewegingssensoren om te besparen op verlichting
  • medewerkers met een NS-business card de trein in krijgen
  • premies geven aan medewerkers die een energiezuinige leaseauto kiezen
    in zee gaan met leasemaatschappijen die het aantal gereden kilometers compenseren
  • klimaatneutraal vliegen (door bomen te laten planten)
  • stimuleren van thuiswerk
  • inkoop groene stroom

Waar hebben we het over?

Met euro's en dollars kunnen we uit de voeten. Maar het gegoochel met nullen bij de CO2-uitstoot gaat ook mensen die dagelijks met grote getallen werken, boven de pet. Wat moet je je bijvoorbeeld voorstellen bij één ton CO2? En hoeveel is honderd miljoen ton? Of één miljard? In de wereld van de broeikasgassen is het prijskaartje nog het makkelijkst te doorgronden. Vrijwillig compenseren van één ton CO2 kost bij Climate Neutral Group in Utrecht tien euro. Op de Europese Markt voor Emissierechten schommelde de prijs van een carbon credit ter waarde van één ton CO2 de afgelopen jaren tussen de vijf en dertig euro.

Maar wat stoten mensen, auto's of bedrijven per jaar aan CO2 uit? Hieronder een paar voorbeelden om de cijfers een beetje te laten leven.

  • Per inwoner stoot Nederland 12,5 ton per jaar uit.
  • Een auto stoot gemiddeld vier ton per jaar uit.
  • Een retourvlucht Amsterdam-New York veroor-zaakt een uitstoot van 2,5 ton CO2.
  • Een gemiddeld bos met groeiende bomen op een oppervlakte van één hectare absorbeert per jaar tien ton CO2.

Een hectare bomen compenseert dus vier retourtjes Amsterdam-New York of 2,5 jaar autorijden. Klimaatneutraal autorijden kost dus veertig euro per jaar, klimaatneutraal op en neer naar New York kost 25 euro per vlucht.

Alle vrijwillige CO2-compensatieprojecten waren wereldwijd goed voor de opname van twintig miljoen ton CO2. Veel? Het komt overeen met nog geen tien procent van de jaarlijkse CO2-emissie in Nederland. De proefperiode 2005-2007 van het Europese emissierechtensysteem heeft geleid tot een reductie van negentig miljoen ton CO2. Iets minder dan de helft van de Nederlandse uitstoot. De zeven concerten van Live Earth in de zomer van 2007 zorgden voor een uitstoot van 19,7 duizend ton CO2.

Ongeveer de jaarlijkse CO2-uitstoot van een wagenpark van vijfduizend auto's. Veel? Misschien. Maar ook weer niet. In Nederland alleen al rijden ruim zeven miljoen auto's.

Annegreet van Bergen is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.