Nuchtere oordeelsvorming
Diverse mensen feliciteerden me na afloop van de Algemene Ledenvergadering enkele weken geleden. Na een fel en langdurig debat en een vergadering van zes uur was de nieuwe Verordening Gedragscode (VGC) een feit.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 5, 2007
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Nu voelde ik na al die maanden van voorbereiding wel opgelucht, maar zeker niet blij. Want formeel gezien hadden we de goedkeuring van de Ledenvergadering, maar als de ‘grondwet’ van het beroep slechts door 57 procent van de leden wordt ondersteund, hebben we toch een probleem.
“Een Pyrrhus-overwinning” zoals één van de aanwezigen het uitdrukte, en zo voelde het ook. Hadden we de VGC dan toch moeten intrekken en, samen met de X-code en de Limpergcode, opnieuw ter discussie moeten stellen? Ik betwijfel het. We hebben het afgelopen jaar ruim honderden leden direct of indirect gesproken, vele commentaren verwerkt, getoetst bij diverse nationale en internationale instanties. Daarnaast hebben we, in de beperkte tijd die we nog hadden, de alternatieve gedragscodes zo goed mogelijk bestudeerd en de verbeteringen alsnog opgenomen in de VGC.
Waarom slagen we er dan toch niet in om een groter draagvlak onder de leden te creëren? Ik denk dat veel van de commotie gebaseerd is op misverstanden. Misverstanden die voortvloeien uit het complexe karakter van de regelgeving en die vervolgens een eigen leven zijn gaan leiden. Hou het dan ook simpel, zou je zeggen. Maar dat is te kort door de bocht. Want de complexiteit wordt grotendeels veroorzaakt door de uiteenlopende nationale en internationale weten regelgeving die we op elkaar moeten afstemmen. Met name op het gebied van definities luistert dat behoorlijk nauw.
Gevolg is wel dat het merendeel van de leden allang is afgehaakt als we de conceptverordeningen presenteren. Tekst en uitleg over de werking wordt overgelaten aan vaktechnisch specialisten, hetzij van het eigen kantoor en als die er niet zijn, van buiten. Dat is geen probleem, integendeel, het is juist efficiënt om derden te raadplegen. Mits daarbij geen afstand wordt gedaan van de eigen nuchtere oordeelsvorming. En daar heeft het de afgelopen maanden mijns inziens aan geschort. In de discussies voerden emoties de boventoon en dat is niet bevorderlijk voor de kwaliteit van het besluitvormingsproces.
Het zal u niet verbazen als ik stel dat we met de VGC een goede verordening hebben die niet nadelig is voor kleine kantoren of accountants in business. Het zal u wellicht wel verbazen dat ik daarbij een voorbehoud pleeg. Wat we nu hebben is het beste met het oog op de samenhang met nationale en internationale weten regelgeving. De wetboeken kloppen, waar het nu om gaat is dat ze ook werken. De uitwerking van de VGC gaan we dus volgen. Het komend jaar is daarbij cruciaal. We gaan beroepsbeoefenaren actief opzoeken om te vernemen of en welke problemen ze ondervinden bij de naleving van de VGC. Gaat het om onwerkbare principes of om principes waar men niet mee wenst te werken? En ligt het probleem bij de VGC of ligt het ergens anders? Het is belangrijk om daar de vinger achter te krijgen, want de steun van 57 procent van de leden is te weinig. Een gedragscode behoort gedragen te worden door de hele beroepsgroep.
Gert Smit
algemeen directeur