'Nationale accountantsorganisaties krijgen andere rol'
Fermin del Valle, de nieuwe president van de International Federation of Accountants over de noodzaak van meer creativiteit in het vak, de rol van het NIVRA en de convergentie van auditstandaarden. “Doorschieten in theoretische perfectie bevordert de convergentie juist niet.”
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 5, 2007
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Accountants zijn een essentieel ingrediënt voor een succesvolle, op vertrouwen gebaseerde, economie. Tijdens de Accountantsdag 2006 benadrukte Del Valle (55), voorzitter van de wereldfederatie van accountants IFAC, dat nog maar eens in zijn key note speech. Vanuit zijn verantwoordelijkheid als voorzitter is zo'n standpunt niet echt onverwacht te noemen. De Argentijn verloochende zijn jarenlange ervaring als human resources partner bij Deloitte niet door uitgebreid in te gaan op hoe aan nieuwe generaties accountants een inspirerend beroep kan worden geboden. Om daarbij tot de slotsom te komen dat happiness uiteindelijk doorslaggevend is. Ook dat is nauwelijks een steen in de vijver te noemen.
Maar hoe denkt hij over het thema van de Accountantsdag 2006: innovatie. Scoren accountants op dat vlak een voldoende?
“Er is een tekort aan innovatie in het vak, dat geef ik onmiddellijk toe. De boekhoudschandalen hebben de vernieuwing nogal afgeremd, maar dat mag natuurlijk geen excuus zijn. Ik geloof dat er op dit moment een nieuwe golf van innovatie opkomt. Er wordt bijvoorbeeld de laatste tijd weer veel gepraat over zaken als continuous auditing en comprehensive reporting. Ik juich dat van harte toe, want innovatie is de enige manier om ons vak gezond te houden en om waarde te blijven toevoegen aan de maatschappij.”
Niet-financieel
Een jaar of tien geleden voor de boekhoudschandalen werd er ook veel over innovatie gepraat. De realiteit was echter dat het vooral bij praten bleef. Waarom denkt u dat het deze keer wel doorbreekt?
“Omdat de markt erom vraagt, en omdat de kantoren graag willen. Dat lees je ook terug in het visiedocument dat de grote zes kantoren samen hebben opgesteld (Global capital markets and the global economy: a vision from the ceo's of the international audit networks, red.). Om te slagen op het gebied van innovatie moet het aspect creativiteit in de opleiding meer nadruk krijgen. Dat is nodig om nieuwe services te ontwikkelen. Als accountants relevant willen blijven, moeten ze onder andere op een breder gebied zekerheid bieden, zowel financieel als niet-financieel. Het is een van de grootste uitdagingen om die innovaties samen met andere partijen te ontwikkelen, zodat we daadwerkelijk kunnen inspelen op die marktvraag. We moeten het niet te veel pushen. We moeten openstaan voor goede ideeën van buitenaf.”
Wat voor ideeën zijn dat dan? Uw voorganger Graham Ward had het in een speech onlangs over ‘narrative reporting’, waarin ondernemingen niet alleen over transacties en resultaten rapporteren, maar ook over hun relaties met andere partijen. Bent u daar ook een voorstander van?
“We moeten nieuwe manieren zoeken om de value drivers van een onderneming in kaart te brengen. Winst is er daar maar één van, en je kunt je zelfs afvragen of dat wel zo'n belangrijke is. Andere zaken als de motivatie van werknemers, marktaandelen etc. zijn vaak veel belangrijker, maar informatie daarover staat vaak niet in de jaarrekening of wordt niet gecontroleerd. Dat is een thema waar we in een aantal Strategy Forums samen met andere maatschappelijke partijen over nadenken. De conclusie zou best eens kunnen zijn dat een accountant straks niet alleen informatie controleert die van binnen de organisatie komt, maar ook zekerheid geeft bij informatie die van buiten de onderneming komt, bijvoorbeeld over marktaandelen.”
‘Plussen’
Als de Europese Commissie meewerkt zullen per 1 januari 2007 accountants in alle EU-landen volgens een gemeenschappelijke set ISA's (International Standards on Auditing) werken. Hoe belangrijk vindt u dat?
“Dat is ongelooflijk belangrijk voor de ontwikkeling van de kwaliteit van het vak. We groeien daarmee verdere naar een uniform kwaliteitsniveau. Convergentie van auditstandaarden is niet voor niets een van de speerpunten van de IFAC: we streven ernaar dat alle grote wereldmarkten convergeren op het gebied van audit standards. Zij moeten het goede voorbeeld laten zien, en daarmee opkomende landen inspireren. Natuurlijk zijn er naast convergentie ook andere manieren om het kwaliteitsniveau gelijk te trekken, bijvoorbeeld wanneer landen elkaars standaarden wederzijds erkennen. Maar dat is wat mij betreft absoluut second best, en werkt waarschijnlijk vertraging in de hand. Dus convergentie is echt de aangewezen weg. Ik verwacht dat uiteindelijk ook de PCAOB (de Amerikaanse Public Company Accounting Oversight Board, red) overstag zal gaan, al zullen zij ten opzichte van de set ISA's die in de EU wordt vastgesteld wellicht wat plussen ontwikkelen.”
Zijn die ‘plussen’ niet het grote gevaar? Als elk land zijn eigen maatwerk ISA's gaat ontwikkelen, is er nog steeds geen sprake van een uniforme kwaliteitsstandaard.
“Natuurlijk bestaat dat gevaar. Maar er moet ook wel enige ruimte zijn voor landen om met eigen richtlijnen en aanvullingen in te spelen op hun specifieke lokale mstandigheden. Als we duidelijk richting kiezen, en dat ook consequent laten zien, dan kan convergentie slagen.”
Inspraak
Wat zijn andere voorwaarden?
“Er zijn drie zaken van belang. Een is dat we een goed product hebben. Perfect is daarbij de vijand van goed: als we doorschieten in theoretische perfectie dan bevordert dat de convergentie juist niet. Het tweede aspect is dat we een goed due process hebben, waarin we transparant zijn en landen inspraak geven bij de totstandkoming. Ik denk dat we daarin heel goed slagen. En ten slotte moet er ook voldoende politieke bereidheid zijn om dit door te voeren. Daar hebben wij geen invloed op.”
Hebben nationale accountantsorganisaties zoals het NIVRA straks nog wel toegevoegde waarde? Hun rol is toch uiteindelijk nauwelijks meer dan het vertalen van internationale richtlijnen vanuit IFAC?
“Het is onmiskenbaar dat hun rol verandert. Maar het gaat me veel te ver om te stellen dat hun toegevoegde waarde straks weg is. Ten eerste omdat ze ook op heel andere terreinen een rol spelen dan de ontwikkeling van auditstandaarden. Maar ook omdat ze bij het ontwikkelen van die standaarden nog steeds hard nodig zijn. Juist in een internationale setting is het essentieel dat de landenorganisaties actief meedenken over de ontwikkeling van standaarden, en hun lokale issues op de agenda zetten. Bovendien kunnen ze voor de lokale invulling eigen guidelines ontwikkelen. Die vrijheid is er nog steeds.”
Gerelateerd
Mark Vaessen benoemd als bestuurslid IFAC
Op 6 november is Mark Vaessen tijdens de jaarlijkse Council Meeting van de International Federation of Accountants (IFAC) verkozen als bestuurslid. Daarmee heeft...
Belangenbehartiger in Europa
In de reeks over instituties passeerden al eerder de Public Interest Oversight Board (PIOB) en The International Forum of Independent Audit Regulators (IFIAR) de...
Alan Johnson (IFAC): 'Publiek belang is goed voor aantrekkelijkheid beroep'
IFAC Deputy President Alan Johnson sprak met een delegatie van de NBA over internationale ontwikkelingen in en om het accountantsberoep. Hij is bezorgd over de aantrekkingskracht...
Arnold Schilder, IAASB-voorzitter 'in de verlenging'
De internationale audit standard setter voor het accountantsberoep, de IAASB, vergaderde medio maart in Amsterdam. Arnold Schilder is al tien jaar lang voorzitter...
NBA ondersteunt hervorming van internationale standard setting
Onlangs heeft de NBA gereageerd op het rapport van de Monitoring Group 'Stengthening the governance and oversight of the international audit-related standard-setting...