Magazine

Nieuws

SEC wil vereenvoudiging regels - VEB-onderzoek naleving Tabaksblat - Fraude melden bij samenstellingsopdrachten? - NIVRA onderzoekt effecten IFRS op verslaggeving - Ongelukkig met Wet IB - Protiviti naar Nederland.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 5, 2006

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

SEC wil vereenvoudiging regels

Christopher Cox, de in 2005 door president George Bush benoemde voorzitter van de Amerikaanse beurswaakhond Securities and Exchange Commission (SEC), heeft in een videospeech voor het American Institute of Certified Public Accountants aangedrongen op een vereenvoudiging van de richtlijnen voor het opstellen van jaarrekeningen. Hij gaf onder meer aan dat de SEC in samenwerking met de Accounting Oversight Board, de Financial Accounting Standards Board en de accountancy gaat werken aan de vermindering van regels.

Verder toonde hij zich bezorgd over de “intense concentratie in de controlemarkt” van beursgenoteerde ondernemingen. “Wij hebben als regulators een opdracht om met onze richtlijnen concurrentie te bevorderen in plaats van te beperken”.

VEB-onderzoek naleving Tabaksblat

Nog voor de officiële monitoringcommissie Frijns publiceerde de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) in december 2005 een eigen onderzoek naar naleving van de corporate governance-code Tabaksblat bij 38 AEX- en AMX-fondsen. De conclusie: ondernemingen nemen de code wel serieus, maar de naleving schiet op belangrijke punten nog te kort. Aan bepalingen over formele kwesties (verslag raad van commissarissen, commissiestructuur en reglement) wordt door de overgrote meerderheid voldaan. Ook de concrete bepalingen die beogen het commissariaat te verversen (maximaal twaalf jaar zittingsduur en maximaal vijf commissariaten) worden goed nageleefd. Maar met de naleving op het gebied van beloningen is het minder vrolijk gesteld. De prestatiecriteria voor toekenning van bonussen en opties zijn volgens de VEB “volstrekt onvoldoende”. Op het punt van zeggenschap voldoen slechts twee van de acht gecertificeerde onder nemingen aan de code.

De vijf best scorende ondernemingen zijn (van hoog naar laag) TNT, Bam, Ahold, Vopak en KPN. De vijf hekkensluiters (idem) zijn Fugro, Fortis, Heijmans, ING en CSM. De vertrekregelingen van de mannen die zo graag praten over ondernemerschap, uitdagingen en risico’s nemen, maar hun eigen arbeidsvoorwaarden als ambtenaren plegen dicht te timmeren, kregen speciale aandacht van de VEB. Het door Tabaksblat gestelde maximum bij onvrijwillig vertrek bedraagt éénmaal het basissalaris. De VEB constateert dat veertig procent van de onderzochte ondernemingen hierover geen enkele informatie verstrekt. Op basis van de jaarverslagen waaruit de maximale afkoopsom wel is te berekenen, komen de onderzoekers tot de volgende top-5:

Top-5 afkoopsommen bij onvrijwillig vertrek

  Bestuursvoorzitter Max. afkoopsom (€) Opbouw
1 Don Shepard (Aegon) 10.037.000 3 jaarsalarissen (inclusief bonus en pensioen)
2 Jan Bennink (Numico) 7.200.000 3 jaarsalarissen (inclusief bonus)
3 Rob van den Bergh (VNU) 4.673.000 5 jaarsalarissen (inclusief bonus)
4 Michel Tilmant (ING) 3.750.000 3 jaarsalarissen
5 Peter Bakker (TNT) 3.548.000 2 jaarsalarissen (inclusief bonus en pensioen)

Kassa voor advocaten in BCCI-zaak

De duurste juridische strijd uit de Britse geschiedenis kwam in november 2005 tot een eind doordat de schuldeisers van de in 1991 na fraude gesneuvelde bank BCCI hun claim tegen de Bank of England hebben introkken. Bijgestaan door advocatenkantoor Lovell verweten ze na het faillissement de toezichthouder onder meer falend toezicht. De meer dan tien jaar durende tevergeefse strijd heeft de advocaten geen windeieren gelegd. Volgens het Britse Legal Week incasseerde Lovell £ 38 miljoen aan fees. De advocaten van de Bank of England, Freshfields Bruckhaus Deringer, schreven circa £ 75 miljoen bij. Volgens partners van andere advocatenkantoren hadden de advocaten eerder de afweging moeten maken dat de zaak waarschijnlijk kansloos was, blijkt uit een peiling van Legal Week.

Verzelfstandiging Deloitte ICS Adviseurs

Na een management buy-out gaat Deloitte ICS Adviseurs, met 75 medewerkers werkzaam op het snijvlak van organisatie- en huisvestingsvraagstukken, per 1 januari 2006 verder als zelfstandig adviesbureau ICS Adviseurs. De verzelfstandiging past volgens Deloitte binnen haar ‘kritische multidisciplinaire benadering’, waarbij uitsluitend activiteiten worden gehandhaafd die ‘kennissynergetisch’ werken met de kernactiviteiten. ICS Adviseurs werd zes jaar geleden onderdeel van Deloitte en omschrijft zichzelf als ‘innovatief’. Het commentaar van algemeen directeur Cees de Reuver is daarentegen traditioneel. Hij heeft ‘zin in deze uitdaging’, verwacht ‘nog beter’ in staat te zijn om ‘flexibel op de vragen van onze klanten in te spelen’ en ziet de toekomst ‘met vertrouwen tegemoet’. Volgens de redactie van ‘de Accountant’ is in het persbericht nog vergeten te wijzen op het versterken van de ‘toegevoegde waarde’.

AccoN in corporate finance

AccoN Accountants & Adviseurs heeft per 1 oktober 2005 haar dienstverlening uitgebreid met corporate finance. Dit in de vorm van een aparte vennootschap, AccoN Corporate Finance BV ‘fusies & overnames’. Het kantoor speelt hiermee in op de verwachte ‘grijze’ golf van circa negentigduizend mkb-bedrijven die van eigenaar gaan wisselen. De helft van die ondernemers heeft de opvolging niet geregeld. “Bestaande mkb-klanten van AccoN zullen de komende jaren hun bedrijf willen verkopen of overdragen”, zegt directeur Erik-Jan van Halteren van Corporate Finance BV. “Daarvoor kan AccoN nu een passende dienstverlening bieden.”

Fraude melden bij samenstellingsopdrachten?

Moet de fraudemeldingsplicht uit artikel 23a van de Wta worden uitgebreid tot accountants die de jaarrekening samenstellen, zoals het NIVRA overweegt? Daarover werd tijdens de Accountantsdag 2005 (zie pagina 18) gedebatteerd in de deelsessie over fraude in het midden- en kleinbedrijf. Voorzitter Ger van den Berg van de Platformcommissie MKB van het NIVRA vindt het onnodig. De huidige meldingsplicht werkt volgens hem goed, terwijl de fraudes zich volgens hem met name voordoen bij de grote ondernemingen en niet in het mkb. Hoogleraar forensische accountancy Marcel Pheijffer is het niet met Van den Berg eens. Als ambtelijk secretaris van de parlementaire enquêtecommissie Bouwnijverheid en oud-medewerker van de FIOD weet hij dat er ook binnen het midden- en kleinbedrijf veelvuldig wordt gefraudeerd. Dat accountants desondanks in al die jaren slechts tweemaal een melding hebben gedaan, bewijst volgens hem dat de meldingsplicht niet goed werkt. Pheijffer hoopt dat accountants vaker zullen melden nu de WTA hen vrijwaart van aansprakelijkheid bij onterecht melden. Volgens hem hoeven accountants zich overigens nog niet ongerust te maken: “Op korte termijn loopt u geen gevaar, maar op lange termijn zal de meldingsplicht zeker uitgebreid worden.” (LvA)

NIVRA onderzoekt effecten IFRS op verslaggeving

Voor het eerst hebben beursgenoteerde ondernemingen hun jaarrekening opgemaakt volgens IFRS. Waartoe dat heeft geleid werd duidelijk tijdens een deelsessie over IFRS, tijdens de Accountantsdag 2005 (zie pagina 18). Ruud Vergoossen, voorzitter van het directoraat Vaktechniek van Ernst & Young en hoogleraar internationale externe berichtgeving, onderzocht met enkele medewerkers de jaarverslagen van 47 AEX- en AMX-fondsen. Dit ten behoeve van de (jaarlijkse) NIVRA-onderzoekspublicatie ‘Het jaar 2004 verslagen’.

De nieuwe verslaggevingsnormen blijken in vergelijking met ‘NL GAAP’ tot opmerkelijke verschillen te leiden. Een kwart van de fondsen (25 procent) komt uit op een hoger nettoresultaat en hoger eigen vermogen, bijna de helft (45 procent) behaalt volgens IFRS een hoger nettoresultaat en een lager eigen vermogen. Dertien procent boekt nu een lager nettoresultaat en hoger eigen vermogen, en bij zeventien procent leidt IFRS tot een lager nettoresultaat en een lager eigen vermogen.

De overgang is meer dan een financiële exercitie, zei Vergoossen. Veel ondernemingen hebben hun pensioenregeling aangepast, enkele hebben hun cumprefs ingetrokken, en heel wat bedrijven hebben de personeelsoptieregelingen vervangen door iets anders.

Vergoossen verwacht dat er zowel binnen de EU als tussen de EU en de Verenigde Staten verschillende interpretaties van IFRS-regels zullen ontstaan. Om de verschillen te beperken moet interpretatie volgens hem op mondiaal niveau plaatsvinden, bij voorkeur bij het IFRIC. Volgens AFM-directeur Steven Maijoor is nog veel onduidelijk over de juiste toepassing. Een database met alle beslissingen van Europese toezichthouders, moet leiden tot meer duidelijkheid, consistentie en “acceptabele verschillen”.

Gillis Izeboud, die als commissaris bij internationale ondernemingen al enige ervaring heeft met de Amerikaanse SEC, vreest voor een rule-based toepassing. “Het is nog niet helemaal zichtbaar, maar New York en Washington maken de dienst uit.” Ook volgens Maijoor is de dominantie van de Verenigde Staten “evident”. Daarom vindt hij het van groot belang dat IFRS in de Europese Unie succesvol wordt en er intern geen verschillen ontstaan “die het succes omlaag halen”.

Ruud Vergoossen: “Het uiteindelijke doel is een wereldstandaard, IFRS of US GAAP. De belangrijkste kapitaalmarkten bevinden zich in de Verenigde Staten. Dat krachtenspel hebben wij in de Europese Unie niet in de hand.” (LvA)

Erasmus School of Accounting & Assurance

Per eind september 2005 is de Erasmus School of Accounting & Assurance van start gegaan, een samenwerkingsverband tussen de Faculteit der Economische Wetenschappen (Erasmus School of Economics & Business Economics) en Eurac (Erasmus Universiteit Rotterdam Accounting, Auditing & Controlling). Door deze samenwerking zullen alle opleidingen en onderzoek op het gebied van accounting en assurance van start tot finish onder één paraplu worden georganiseerd.

Ongelukkig met Wet IB

Ruim negentig procent van de fiscale adviseurs van het midden- en kleinbedrijf is ontevreden over de nieuwe Wet Inkomstenbelasting (IB 2001). Deze wetgeving, vijf jaar geleden ingevoerd en dit najaar op de politieke agenda om te evalueren, had moeten zorgen voor een administratieve lastenverlichting. Maar uit een onderzoek door de SRA onder de bij haar aangesloten fiscale adviseurs blijkt het tegenovergestelde: de nieuwe wet heeft zaken gecompliceerder gemaakt en meer bewijslast bij de belastingplichtige neergelegd. Concrete klachten spelen vooral op vier gebieden:

  • Terugkeer van een BV naar éénmanszaak (pensioenproblemen, regeling onaantrekkelijk, beperkt toepasbaar en te complex).
  • Lijfrentes en kapitaalverzekeringen (door achterstanden bij verzekeringsmaatschappijen te late aanlevering benodigde gegevens, daardoor verkeerde inschattingen met grote administratieve en fiscale gevolgen).
  • Nieuwe heffingskortingen, zoals kinderopvang, alleenstaande ouderkorting, ouderkorting (nodeloos ingewikkeld systeem).
  • Fiscale faciliteiten voor bedrijfsopvolging (minimumtermijn dat familie of werknemers drie jaar bij het bedrijf moeten hebben gewerkt is veel te lang en onnodig vertragend).

‘Summier’ transparanter over mvo

Nederlandse bedrijven boeken summier vooruitgang in de transparantie over de impact van hun bedrijfsvoering op milieu, mensenrechten en werknemerszaken. Zorgverzekeraars en ICT-bedrijven blijven vaak vaag over hun prestaties rond maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo). Banken doen het juist erg goed, met ABN AMRO aan kop. Ook Philips, de Rabobank, Akzo Nobel, Shell, Unilever, DSM, de ING Groep en TNT behoren tot de top. Dit blijkt uit de Transparantiebenchmark 2005, een jaarlijks onderzoek naar de transparantie van de maatschappelijke jaarverslaggeving van 179 grote bedrijven, uitgevoerd door Berenschot in opdracht van Economische Zaken. Snelste stijger is Ahold. Ook de maatschappelijke informatie van aardappelzetmeelbedrijf AVEBE, agrarisch handelsbedrijf ABCTA, Akzo Nobel en Fortis is vergeleken met 2004 sterk verbeterd. Uit een gelijktijdige benchmark onder 25 maatschappelijke organisaties komen Natuurmonumenten en Amnesty International als beste naar voren.

Rabobank Groep wint ACC Award 2004

Het maatschappelijk verslag 2004 van de Rabobank Groep is uitgeroepen tot winnaar van de Accountancy Award 2005. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt door de Vereniging voor Milieu-Accountancy (VMA) en het NIVRA. Het Rabobank-(internet)verslag scoort volgens de jury zeer hoog op ‘volledigheid’. Ondanks de omvang is het goed leesbaar en de resultaten en doelstellingen worden per hoofdstuk uiteengezet, zodat de lezer snel inzicht krijgt in de gemaakte vorderingen. Sterke punten zijn verder de beschrijving van de inbedding van mvo in de organisatie en de beschrijving van de activiteiten in ontwikkelingslanden.

Terwijl de Berenschot-onderzoekers (zie vorige bericht) spreken van ‘summiere’ vooruitgang, vindt de ACC Award-jury het gemiddelde niveau van de maatschappelijke verslagen het afgelopen jaar ‘sterk gestegen’. Wel constateert de jury een dreigende tweedeling tussen de koplopers (top-vijftienverslagen) en volgers. De eerste ontwikkelen steeds verder door, terwijl de rest achterblijft.

Kopjaar EDP-Auditing

De Erasmus School of Accounting & Assurance start in februari 2006 met een ‘kopjaar’ EDP-Auditing van vijftien maanden voor accountants (op vrijdagen). Mensen die na 2000 zijn afgestudeerd in accountancy aan de universiteiten van Rotterdam, Groningen of Nyenrode en werkzaam zijn in auditing/accountancy of risk management, worden zonder meer toegelaten. Eerder of elders afgestudeerden kunnen worden verplicht een korte deficiëntiemodule te volgen. (Voorwaarden onder voorbehoud van goedkeuring door NOREA.) Voor cursusjaar 2006 zijn vijftien tot twintig plaatsen beschikbaar, waarbij de volgorde van inschrijving telt.

VERA krijgt CEDEO-erkenning

Het NIVRA-instituut voor voortgezette educatie VERA krijgt een CEDEOerkenning. CEDEO is een begrip in de opleidingswereld en heeft in Nederland driehonderd opleidingsinstituten erkend. Het is een onafhankelijke organisatie die opleidingsinstituten onderzoekt op klanttevredenheid, kwaliteit, continuïteit en bedrijfsgerichtheid. Een erkenning betekent dat meer dan tachtig procent van de klanten tevreden is over de kwaliteit van de opleidingen en het instituut. VERA haalde een score van 84,8 procent voor de open bedrijfsopleidingen en 91,7 procent voor de maatwerk bedrijfsopleidingen (in house seminars).

Berk hoogste klanttevredenheid

In het jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek van zakenblad Management Team naar de honderd beste adviesbureaus van Nederland, scoort in de sector accountancy en belastingadvies Berk Accountants en Belastingadviseurs de eerste plaats. 92 procent van de ondervraagde klanten van Berk is (zeer) tevreden over de dienstverlening. De algemene tevredenheidsscores liggen duidelijk hoger dan vorig jaar, toen 79 procent de hoogste score was. De GIBO Groep noteert net als in 2004 een tweede plaats. De scores van de big four liggen allemaal rond de 75 procent. Duidelijk uit de toon valt Mazars met 54 procent tevreden klanten, maar het blad wijst er zelf al op dat het geringe aantal respondenten bij dit kantoor die lage score wat wankel maakt. Hetzelfde geldt overigens voor de hoge score van winnaar Berk. Met dit voorbehoud hier toch de ranglijst.

Beste accountants- en belastingadvieskantoren (% (zeer) tevreden klanten)

Berk 92%
GIBO Groep 82%
PricewaterhouseCoopers 75%
Ernst & Young 75%
Loyens & Loeff 74%
BDO 74%
Deloitte 74%
KPMG 70%
Mazars 54%

Bron: Management Team

Protiviti naar Nederland

Protiviti, wereldwijd aanbieder van onafhankelijke business en technology risk consulting services, corporate governance-diensten en interne audit, heeft in december een eerste Nederlandse vestiging geopend. Daarmee is het na Jefferson Wells (zie pagina 32), in korte tijd de tweede internationale ‘non-audit-only firm’ die zich op de Nederlandse markt begeeft. Het Amsterdamse kantoor zal worden geleid door Carl Messemaeckers van de Graaf en registeraccountant Carolina Wielinga, beiden afkomstig van KPMG.

Jonathan Burnett, als managing director verantwoordelijk voor alle Europese activiteiten, is “na succesvolle lanceringen in Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië van overtuigd dat de Nederlandse markt een enorm groeipotentieel biedt voor Protiviti. Net als in die andere landen geven veel consultancybedrijven in Nederland advies op het gebied van risk management, maar geen van alle is én onafhankelijk, én zo gespecialiseerd én zo wereldwijd aanwezig als wij.”

Wereldwijd telt Protiviti meer dan 1.500 professionals in meer dan veertig kantoren in Noord-Amerika, Europa, Azië en Australië. In 2003 boekte het bedrijf wereldwijd een omzet van $ 133 miljoen, in 2004 van $ 352 miljoen. Protiviti is een volledige dochter van het wereldwijde, beursgenoteerde rekruteringsbedrijf Robert Half International. In 2002 nam Robert Half zo’n zevenhonderd professionals, onder wie vijftig partners, over van Andersen US. Jefferson Wells is een dochter van het eveneens beursgenoteerde Manpower.

‘Frankrijk volgende Enron-affaire’

De Franse staatsschuld bedraagt niet elfhonderd miljard maar ruim tweeduizend miljard euro, ofwel 120 procent van het bruto binnenlands product en twee keer zo hoog als het Stabiliteitspact voor de euro toestaat. De oorzaak volgens de Franse minister van Financiën Thierry Breton: nieuwe boekhoudregels. Toekomstige verplichtingen voor ambtenarenpensioenen werden tot dusver buiten de nationale balans gehouden. Onder de nieuwe regels kan dat niet langer.

Denis Castel, pseudoniem voor een schrijver uit de financiële wereld die onlangs in een roman de verkwisting en boekhoudtrucs van de Franse overheid aan de kaak stelde, voorspelde in december 2005 in de Volkskrant dat “Frankrijk de volgende Enron-affaire wordt” (zie pagina 46).

ICT (1) Privésurfen in werktijd

Werknemers spenderen gemiddeld 4,4 uur per week aan privésurfen, e-mailen en bellen op het werk. Daartegenover staat dat men thuis (buiten werktijd) 2,3 uur bezig is met zakelijk surfen, e-mailen en bellen. Per saldo wordt er dus 2,1 uur vermorst. Bij een gemiddelde werkweek van dertig uur is dat circa zeven procent van de werktijd. Dit blijkt uit de tiende editie van het jaarlijkse Trends in ICT-onderzoek van Ernst & Young. Bij zeventig procent van de organisaties is het in principe mogelijk om deels thuis te werken. Van de ondervraagde zevenhonderd directeuren, managers en professionals doet 47 procent dat (41 procent in 2004). Thuiswerken krijgt gemiddeld een hoger effectiviteitcijfer dan werken op kantoor, vooral binnen de dienstensector.

ICT (2) Papieren krant of online?

Uit een ander ICT-onderzoek van Ernst & Young, de tweemaandelijkse ICT Barometer, blijkt dat managers en professionals hun krant steeds vaker op internet lezen. Dertien procent van de abonnementhouders denkt dat de komst van digitale dagbladen reden is om het papieren abonnement op te zeggen. Een opvallend laag percentage, zou je zeggen, zeker na alle voorspelde papierloze revoluties. Een robuuste 87 procent houdt blijkbaar vast aan de papieren krant. Een blik in het onderzoeksrapport leert bovendien dat welgeteld nul van de ruim zeshonderd ondervraagden nu alleen een digitaal krantenabonnement hebben, en slechts een schamele vier procent een gecombineerd papieren/digitaal abonnement.

Jacob Verschuur, directeur van Ernst & Young ICT Leadership, staat niettemin ‘perplex’ en concludeert enthousiast dat het digitale dagblad op termijn een bedreiging vormt voor de papieren krant. Kan zijn, maar het blijkt niet uit dit onderzoek. Gevalletje van gekleurde bril wellicht.

ICT (3) Online assessment

Verder blijkt de helft van de Nederlandse organisaties digitaal onbereikbaar voor sollicitanten en biedt eveneens slechts de helft de mogelijkheid tot digitaal solliciteren. Nog geen kwart beschikt over een digitaal sollicitatieformulier. Vooral het midden- en kleinbedrijf blijft achter, de dienstverlenende sector springt er in positieve zin juist wat uit.

Nog veel minder en vogue zijn online assessments. Slechts acht procent van de organisaties doet daar aan. Jacob Verschuur vindt het “verbazingwekkend hoeveel organisaties achterblijven op dit gebied” en ontwaart hier “een mooie uitdaging voor ICT-dienstverleners”. Uit de antwoorden blijkt echter ook de grootste en voorspelbare ‘hobbel’: het onpersoonlijke karakter van online assessments. Een kwart van de ondervraagden twijfelt bovendien aan de kwaliteit.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.