Magazine

'Geen onderscheid A- en B-accountants'

Mkb-er in hart en nieren, maar nadrukkelijk voorzitter van ‘het hele beroep’, inclusief de niet-openbare accountants. Dat is het motto van kersvers NIVRA-voorzitter Willem van Wijngaarden. Aan klagen over regelgeving die het beroep ‘niet langer leuk’ zou maken, doet hij niet mee. “Een verstandig kantoor heeft zijn dossiers nu ook al op orde. Niet omdat de regels dat eisen, maar omdat je het als accountant zelf moet willen, zeker in de moderne claimmaatschappij.”

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 5, 2006

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Naar een jaar vice-voorzitterschap nam Willem van Wijngaarden (55) tijdens de NIVRA Ledenvergadering van 15 december 2005 de voorzittershamer over van Frans van der Wel. Een opvallende opvolger. Gemeten naar professionele achtergrond is de nieuwe NIVRA-voorzitter namelijk een buitenbeentje: anders dan vrijwel al zijn voorgangers werkt hij niet bij een groot kantoor. Sinds 1992 is Van Wijngaarden vennoot bij Van Elderen accountants belastingadviseurs in Apeldoorn. “Met vijftig arbeidsplaatsen en twintig controleklanten een typisch mkb-kantoor”, zegt hij zelf. Eerder in zijn dertigjarige carrière werkte hij bij de VB Groep (opgegaan in Deloitte) en Dechesne (nu Ernst & Young), daarna drie jaar bij een participatiemaatschappij en nog eens drie jaar als zelfstandig adviseur van onder meer accountantskantoren.

Bewust mkb-er

Zijn keuze voor het midden- en kleinbedrijf is een heel bewuste. “Ik heb ook wel grotere klanten gehad, onder meer overheden en semi-overheidsorganisaties, maar het aantrekkelijkste aspect van het accountantsvak blijft voor mij de directe betrokkenheid bij klanten en het adviseren dat daarbij hoort. Dat vind je met name in het mkb heel sterk.”

Bij die voorkeur alleen blijft het niet. Van Wijngaarden was in de periode 2002-2003 ook nog eens voorzitter van het netwerk van accountantskantoren voor kleinere accountantskantoren, SRA. De nieuwe NIVRA-voorzitter is dus geen ‘gewoon’ mkb-accountant, maar zelfs een duidelijk geprofileerd exemplaar van die groep. Zijn voorzitterschap heeft daar direct mee te maken, vertelt hij: financiële steun van de SRA maakt het voor hem mogelijk om zich twee dagen per week vrij te maken voor het NIVRA-voorzitterschap.

‘Alle leden’

De suggestie dat zijn professionele achtergrond merkbaar de kleur van zijn voorzitterschap zal bepalen, wuift Van Wijngaarden echter met kracht van de hand. “Natuurlijk is het goed dat er naar de kleinere kantoren wordt geluisterd. Daarom heeft het SRA een paar jaar geleden ook bewust aangedrongen op een voorzitter uit die hoek, en daar een budget voor vrijgemaakt. Maar je moet oppassen met een te makkelijk onderscheid tussen groot en klein. Nederland telt tweehonderd beursgenoteerde bedrijven. Ook bij de grote kantoren werken dus heel veel accountants voor het midden- en kleinbedrijf. Mijn voorganger Frans van der Wel heeft vaak gezegd: ik ben hier voor alle leden. En dat meende hij ook. Hetzelfde geldt voor mij. Ik ben er niet alleen voor de RA’s bij grote kantoren, of alleen die bij de kleine. En ook niet alleen voor de openbare accountants, maar zeker ook voor de interne auditors, overheidsaccountants en RA’s in het financieel management.”

Specialismen

Volgens sommigen in het vak leidt de groeiende en steeds strakkere regelgeving rond financiële verantwoording en de controle daarvan, meer en meer tot een professionele kloof tussen de hogere en lagere marktsegmenten in het accountantsberoep. Van Wijngaarden verzet zich heftig tegen zo’n voorstelling van zaken. “Ik vind het onzin om onderscheid te maken tussen A- en B-accountants. We beoefenen allemaal hetzelfde beroep. Wel zijn er specialismen. Ikzelf heb bijvoorbeeld nog nooit een bank gecontroleerd. Maar ik weet weer wel precies hoe je de controle aanpakt bij een confectieketen met elf winkels. Een interne accountant heeft weer een andere insteek. Maar al die beroepsbeoefenaren beschikken over dezelfde gemeenschappelijke basisdeskundigheid.”

En dat moet zo blijven, vindt hij. In een aparte opleiding voor mkb-accountants ziet Van Wijngaarden bijvoorbeeld weinig. “Ik heb zelf altijd les gegeven, nu nog beperkt aan NIVRA-Nyenrode. Wat daarbij opvalt is dat de casuïstiek in het lesmateriaal vrijwel altijd gaat over mkb-accountants en klanten van honderd tot honderdvijftig mensen. Dat is het mkb. Een aparte opleiding is niet nodig.”

Claimmaatschappij

Van Wijngaarden schaart zich niet snel achter meningen van het type ‘grote stappen snel thuis’, dat is duidelijk. Zo verwerpt hij met kracht de regelmatig klinkende doemverhalen dat de Wet toezicht accountantsorganisaties het einde zal betekenen van de kleinere accountantskantoren. “Ik geloof daar niets van. De Autoriteit Financiële Markten schat dat er vijfhonderd tot duizend controlevergunningen worden aangevraagd. Dat is veel, en dat is ook goed. De toetreding moet laagdrempelig zijn, zodat accountants kunnen meegroeien als klanten controleplichtig worden. Natuurlijk gaat het nieuwe vergunningenstelsel gepaard met aanscherping van de regels en meer formele vastlegging, dat kan ik niet ontkennen. Maar het accountantsberoep is nu eenmaal een wat ‘wettische’ professie, dat weet je. Vastlegging en dossiervorming horen daar bij. Als je daar niets voor voelt, moet je misschien een ander vak kiezen. Een verstandig kantoor heeft die dossiers nu ook al op orde. Niet omdat de regels dat eisen, maar omdat je het als accountant zelf moet willen. Uit efficiencyoverwegingen en ook door de moderne claimmaatschappij.”

Eenpitters

Is er onder het Wta-regime nog bestaansrecht voor
controlerende eenpitters?

“Zeker wel. Al zul je het als eenmanskantoor niet helemaal zelf kunnen. Zo moet een andere accountant verplicht meekijken. Maar dat is te regelen. Bij Van Elderen kijken we nu ook al mee met kantoren in de regio die bijvoorbeeld maar één controleklant hebben. Dan praat je vooraf over de risicoanalyse en het controleplan, en doe je achteraf een dossier-review. Maar zo’n kantoor doet zelf de controle, net als binnen je eigen kantoor een uitvoerend controleteam dat doet. Ik verwacht dat dit soort samenwerking steeds meer van de grond zal komen.”

Veel van de vermaledijde regeldruk - ‘het beroep is niet leuk meer’ - heeft volgens Van Wijngaarden bovendien niet zozeer te maken met het accountantsberoep, maar met regels waar hun klanten aan moeten voldoen. “Zoals de wetten WID/MOT.”

Pluriformiteit

Twee agendapunten prijken op de korte termijn bovenaan de voorzittersagenda, zegt hij desgevraagd: het verder uitwerken van de pluriformiteitsgedachte en de regelgeving. Met dat laatste doelt hij op de vele aanpassingen van verordeningen, de Gedrags- en beroepscode, de Wta, en de inrichting van de Stichting Kwaliteitstoetsing Accountants (opvolger van het College Toetsing Kwaliteit), die op stapel staan. “In juni is er een aparte Ledenvergadering. Dan moeten we goed voorbereid zijn.”

Over het andere agendapunt, de pluriformiteit van de beroepsvereniging: “In het verleden hebben vooral de openbaar accountants hun stempel gedrukt op het NIVRA. Dat is wel begrijpelijk, ze betaalden ook de hoogste contributie, maar we willen door met de omslag daarin. Het al in gang gezette proces van meer aandacht voor alle beroepsgroepen gaat door. De vraag is alleen nog in welke precieze vorm. RA’s in het financieel management krijgen al meer ruimte en zullen ook meer zeggenschap krijgen in het bestuur. Maar er moet meer zijn. Voor een contributieverhoging wil je ook iets terugzien, niet alleen bestuursleden. Dus zullen we als NIVRA ook concrete producten moeten leveren.”

Samenwerking

Zoals?

“Daarbij kun je denken aan trainingen, cursussen, een helpdesk. Dat organisaties als het Instituut van Interne Auditors en het Controllers Instituut daar ook al actief mee zijn vind ik geen probleem, maar juist een kans. Die clubs zijn tegen de verdrukking in ontstaan en gegroeid, dus zit er veel goeds in. Je moet als NIVRA niet de pretentie hebben alle wijsheid in pacht te hebben, maar streven naar vruchtbare samenwerking. Niet opnieuw zelf het wiel willen uitvinden. Neem het CI, dat organiseert allerlei cursussen. Het NIVRA ook. Als je dan niet probeert dingen samen te doen, ben je onverstandig bezig. SRA heeft 370 kantoren als lid, vierhonderd kantoren zijn dat dus niet. Maar dat wil niet zeggen dat ze niet kunnen profiteren van wat SRA te bieden heeft. Waarom zou het NIVRA bijvoorbeeld geen bestaande cursus inkopen? Gelukkig gebeurt dat al steeds meer. Met het Controllers Instituut en IIA willen we ook intensiever samenwerken, ten behoeve van al onze ledengroepen.”

NOvAA

Gevraagd naar verdere speerpunten voor de komende tijd, noemt Van Wijngaarden de verbetering van het beroepsimago met het oog op de arbeidsmarkt en het verder invullen van het concept van de ‘controlestraat’: de keten van interne beheersing via interne controle naar externe controle. “Die samenhang is essentieel voor een goede governance. Daar moeten we als NIVRA concreet richting aan geven. Dat is ook een van de redenen waarom versterken van die pluriformiteit zo belangrijk is.”

Verder streeft de nieuwe voorzitter naar een nauwere samenwerking met de NOvAA. “In veel kantoren werken RA’s en AA’s dagelijks samen. Dat er nog steeds twee instituten bestaan leidt onvermijdelijk tot ongewenste nuanceverschillen in interpretatie van regels en dergelijke. Er zou één beroepsorganisatie voor alle accountants moeten zijn. Alle middelgrote kantoren zijn daar voorstander van en hebben daar belang bij. Ik zeg niet dat ik dit even zal regelen, maar mijn standpunt hierover is bekend.”

Een slotmotto voor de toekomst?

Van Wijngaarden: “In ‘de Accountant’ liep het afgelopen jaar een serie artikelen over de toekomst van het beroep. Het is goed dat zo’n discussie er is. Ik ben ervan overtuigd dat er voor het beroep zeker nog een toekomst is. Voor een controleur met een rechte rug is die er altijd.”

Tom Nierop was van november 2001 tot juni 2016 hoofdredacteur van Accountant en Accountant.nl.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.