Magazine

Nieuws

Omzet PwC stijgt met 3,5 procent - PwC Advisory: verkeerd signaal? - Beste springplanken - Stofkam en/of cultuur? - Nog meer lijstjes - mr.dr. Sinninghe Damsté-prijs 2004 naar Eline Vree - Gebruik winstbegrip in jaarrekening verbeterd.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 5, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Omzet PwC stijgt met 3,5 procent

De omzet van PricewaterhouseCoopers in Nederland steeg het afgelopen boekjaar met 3,5 procent van € 573 miljoen tot € 593 miljoen. Het resultaat steeg met veertien procent tot € 63,5 miljoen. Bestuursvoorzitter Jos Nijhuis is “tevreden” met deze resultaten, “zeker gezien de moeilijke economische en maatschappelijke omstandigheden”.  De economische teruggang raakte vooral de omzet in het middle market-segment, terwijl de aangescherpte regelgeving en veranderde houding rond onafhankelijkheid zorgden voor een ander - over meer kantoren gespreid - inkoopgedrag bij de grote ondernemingen.

De kernactiviteit ‘Assurance and Business Advisory Services’ steeg het sterkst (7,5 procent), onder meer door de werkzaamheden rond IFRS, interne controle (Sarbanes Oxley) en corporate governance. Forse klappen vielen er daarentegen bij corporate finance, waar recessie en beursklimaat hun tol eisten.

PwC Advisory: verkeerd signaal?

Tegelijk met de nieuwe jaarcijfers maakte PwC bekend een nieuwe adviestak op te tuigen: Advisory. Een stap die zowel in de media als onder accountants (zie artikel Accountantsdag) de aandacht trok. De afgelopen jaren namen de big four - op Deloitte na - immers expliciet afscheid van hun adviespoten, waarbij ook het woord ‘perceptie van onafhankelijkheid’ nogal eens viel.

Bestuursvoorzitter Jos Nijhuis wijst er op dat de nieuwe poot zich bezighoudt met advisering die tot dusver ook al plaatsvond, maar dan onder de vlag Assurance and Business Advisory Services. Die twee worden nu organisatorisch van elkaar gescheiden. Niets nieuws dus. Maar wel groeiend, vanwege “een veranderd koopgedrag van ondernemingen”, stelt Nijhuis.

PwC denkt dat het nieuwe onderdeel van 330 adviseurs binnen drie jaar zal uitgroeien naar 450. Steeds meer beursgenoteerde fondsen kopen advies bij een ander dan hun controlerend accountantskantoor. Nijhuis: “Door een deel van onze adviesdienstverlening onder te brengen in een nieuwe line of service, kunnen we nadrukkelijker en effectiever inspelen op de toenemende vraag van organisaties waar wij niet de controlerende accountant zijn.” De duidelijkheid wordt zo volgens hem juist vergroot, niet verkleind.

Toen Deloitte bekendmaakte als enige van de big four vast te houden aan consultancy in eigen huis, noemde u dat een ‘verkeerd signaal’. Dan is deze stap van PwC toch evenzeer een verkeerd signaal?
Nijhuis: “Het grote verschil met Deloitte is dat wij ons uitsluitend beperken tot nauw aan accountancy en tax gelieerde activiteiten, zoals IFRS-implementatie, risk management, corporate governance en advies bij fusies.”

Geen principieel maar een gradueel verschil dus?
“Het implementeren van grootschalige systemen is iets heel anders. Dan krijg je ook te kampen met een afwijkende cultuur binnen je organisatie. De regels voor combinatie van controle en advies gelden voor ons allemaal. Maar wij zullen geen accountancy-vreemde activiteiten meer ontplooien.”

Beste springplanken

Je hebt de leukste bedrijven, de beste, de grootste, de populairste. Maar welke bedrijven vormen het beste carrièreticket naar de top? Het weekblad Intermediair vroeg het ruim tachtig recruiters. Met als resultaat een lijstje. Bij die organisaties leer je strategisch denken, managen, het politieke spel. Ze staan leuk op het cv dus, althans door de bril van recruiters. Unilever en Shell prijken bovenaan, zoals zo vaak.

Is dit puur een imagokwestie, of een werkelijke gefundeerde kwalificatie? Hoe dan ook, in de top twintig figureren vier accountantskantoren. Inderdaad, die vier. PwC staat zelfs op een eervolle derde plaats. Ook de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en de ministeries van VROM, Financiën en VWS staan trouwens bij de eerste twintig.

Beste springplankbedrijven

  1. 1Unilever
  2. Shell
  3. PricewaterhouseCoopers
  4. ABN AMRO
  5. ING
    McKinsey
  6. KPMG
  7. General Electric
  8. Philips
    Rabobank
  9. Accenture
  10. Deloitte
  11. Boston Consulting Group
    Cap Gemini
    PinkRoccade
  12. Procter & Gamble
    Sara Lee
  13. Ernst & Young

Bron: Intermediair

Elektronische aangifte: trage accountants

Op dit moment maakt slechts twintig procent van accountants gebruik van de mogelijkheid tot het doen van elektronische aangifte. Dat bleek tijdens een peiling op het derde congres ICT Accountancy, dat was georganiseerd door Accountingweb, onderzoeksbureau GBNED en Belangenorganisatie NOVAK. De meerderheid van de aanwezigen beschikt zelfs nog niet over een digitaal certificaat om de aangiftes van een elektronische handtekening te voorzien.

Pensioenfondsen: hoezo duurzaam beleggen?

Pensioenfondsen, ook van bedrijven die bekend staan om hun verantwoord ondernemingsbeleid, zijn blind voor het beleggen in duurzame aandelen. In totaal beleggen alle Nederlandse pensioenfondsen bij elkaar slechts een schamele 0,8 procent van hun vermogen in duurzame aandelen: drie miljard van de vierhonderd miljard euro. Vergeleken met Engeland is dat een aanfluiting, meldt de digitale nieuwsbrief P+ People Planet Profit (www.p-plus.nl). Van de FNV-doelstelling uit 2000 - in 2008 tot een nationale pensioenbeleggingsportefeuille komen die voor vijftig procent duurzaam is - komt in elk geval nog weinig terecht.

MVO Nederland: geen ‘kenniscentrum’

Het (voorheen) Kenniscentrum Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is eind november echt gestart, met een bestand van 106 partners - allerlei bedrijven en organisaties, waaronder het NIVRA. Dit onder de naam MVO Nederland. Directeur en ex-KPMG-vennoot Johan Wempe over de keuze van de naam: “Het woord Kenniscentrum zou te veel de indruk wekken van een wetenschappelijk instituut. Daarom hebben we liever voor MVO Nederland gekozen.”

Stofkam en/of cultuur?

KPMG stopt met het Bureau voor Economische Argumentatie. KPMG kocht dit bureau in de jaren negentig, tijdens de algemene verbredingshausse bij de grote kantoren. KPMG BEA, dertig medewerkers sterk, specialiseerde zich in economische analyse van allerhande problemen, variërend van de uitbreiding van Schiphol tot de haalbaarheid van zonne-energie. Dit in opdracht van overheid en bedrijfsleven.

Het opheffen van BEA past volgens KPMG in de ‘operatie stofkam’, waarbij moeilijk met accountantswerk verenigbare activiteiten worden afgestoten. Eerder werd al afscheid genomen van Bouwmanagement De Laat en headhunters-bureau Ebbinge.

Econoom Hans Kamps, die BEA samen met Hans de Boer (later voorzitter van MKB Nederland) oprichtte en destijds aan KPMG verkocht, trekt de officiële uitleg in twijfel. Volgens hem paste de “rebelse adviesclub, met een informele cultuur” uiteindelijk niet bij de “goed georganiseerde, nette herensociëteit, met een strakke hiërarchie” van KPMG. In een column in het Financieele Dagblad wijst hij er op dat onder meer uit KPMG-onderzoeken blijkt dat fusies vaak mislukken door gebrek aan aandacht voor verschillen in bedrijfscultuur. “De beste stuurlui staan aan wal.”

Terreurfinanciering

Het Financieel Expertise Centrum (FEC) is bezig met een uitgebreid onderzoek naar de financiering van terroristische organisaties in Nederland. Met name geldstromen binnen (internationale) charitatieve instellingen met een religieuze achtergrond worden onder de loep genomen.

Het Financieel Expertise Centrum is vijf jaar geleden opgericht met als doel het bevorderen van een integere financiële sector. Het is een samenwerkingsverband van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, de Autoriteit Financiële Markten, de financiële opsporingsdienst FIOD/ECD en de Belastingdienst. In september 2003 voltooide het centrum een eerste - algemener - fase van het onderzoek naar terrorismefinanciering.

Nog meer lijstjes

Behalve verlanglijstjes regent het aan het einde van het jaar traditiegetrouw ook ranglijstjes. Zo publiceerde zakenblad Management Team in november de jaarlijkse top-100 van beste adviesbureaus. ‘Beste’ volgens de geënquêteerde klanten. Op nummer één schittert de human resources-divisie van Hay. Inderdaad, van de beloningsvergelijkingen en -adviezen. Maar liefst 95 procent van de Hay-klanten is tevreden, en daar gaan we geen flauwe opmerkingen over maken.

Accountantskantoren doen het over het algemeen goed, vooral op de terreinen algemene tevredenheid, klachten oplossen, flexibiliteit, tijdsplanning branchekennis en - dat hoor je wel eens anders - communicatie. Met de prijs-/kwaliteitverhouding scoren ze daarentegen beneden het gemiddelde van de adviesbranche. Te duur, volgens klanten.

Hoogste accountantskantoor in de lijst is Deloitte, op nummer zestien met zijn accountancy- en belastingadviesdiensten. In deze categorie figureren naast de grote vier ook BDO, de GIBO Groep, ABAB en - verrrassenderwijs - de pure ‘fiscalist’ Loyens & Loeff. Deloitte, GIBO en Ernst & Young scoren (in de categorie accountancy en belastingadvies) het hoogst, met alle 78 tot 79 procent tevreden klanten. PwC valt enigszins uit de toon, maar pas echt minder doet ABAB het. Slechts de helft van hun klanten is tevreden (zie tabel).

Opvallend is dat accountantskantoren met hun niet-kernactiviteiten aanmerkelijk minder florissant scoren. Zo is slechts de helft van de ICT-advies-klanten van Deloitte tevreden over die diensten, en in de adviescategorie ‘management en organisatie’ 56 procent.

De allerslechtste score van alle adviesbureaus die in de eindlijst voorkomen, is voor rekening van KPMG Corporate Finance: niet meer dan 31 procent tevreden klanten. Daarvan zijn er slechts dertien geënquêteerd, verklapt Management Team. Maar volgens het blad is dat getal wel ‘statistisch verantwoord’.

Percentage tevreden klanten (accountancy en belastingadvies)

  • Deloitte Accountants 79
  • GIBO Groep 79
  • BDO Accountants 78
  • KPMG Accountants 69
  • Loyens & Loeff 64
  • PricewaterhouseCoopers 62
  • Abab Accountants 50

Bron: Management Team

Nog eentje dan...

Vooruit, nog eentje dan. En daarna verklaart de redactie het lijstjesseizoen voor gesloten: de favoriete werkgevers, zoals opgesteld door Memory Magazine.

Dit op basis van een door 6.600 startende academici, heao’ers en hbo’ers ingevulde enquête. Philips en Shell scoren traditiegetrouw het hoogst, gevolgd door de andere grote Nederlandse multinationals. In de top-25 figureert ook een handvol accountantskantoren: KPMG (9), Deloitte en PwC (11), Ernst & Young (14) en - dit jaar nieuw binnengekomen - BDO (23).

Hieronder de score van accountantskantoren bij de subdoelgroep die er speciaal toe doet: mensen met een universitaire of heao-opleiding in een economische studie.

Top 5 Favoriete accountantskantoren

    % Ranking 2003  
1 KPMG 9,8 1 (8,5)*
2 PricewaterhouseCoopers 7,7 4 (6,1)
3 Deloitte 7,6 3 (6,6)
4 Ernst & Young 7,0 2 (7,2)
5 BDO Accountants & Adviseurs 3,5 5 (3,2)

 

* Tussen haakjes het percentage van vorig jaar. Bron: Memory Magazine

Succesvolle XBRL-conferentie

Meer dan 450 mensen uit dertig landen bezochten in november 2004 de door de IASB en XBRL International georganiseerde tiende internationale XBRL-conferentie in Brussel. Een aantal belangrijke (inter)nationale instanties sprak er zijn voorkeur of belangstelling uit voor XBRL, waaronder de Nederlandse overheid, de Committee of European Banking Supervisors, de Europese Commissie, de SEC, enkele nationale banken en de Britse Financial Service Authority. Graham Ward, de nieuwe voorzitter van de International Federation of Accountants, onderstreepte het belang van XBRL voor de uitwisseling van informatie en de rol van accountants daarbij.

Drie Brabantse Berk-kantoren samen

De kantoren van Berk, Accountants en Belastingadviseurs in Boxtel, Helmond en Eindhoven zijn in december 2004 samengevoegd tot één vestiging in Eindhoven. Dit past in de strategie van Berk om de regionale vestigingen te versterken. De nieuwe vestiging telt vijftig medewerkers.

De dagelijkse leiding van Berk is er in handen van Bernard Brouwer en Eric van Gerwen. Berk heeft in Nederland zestien vestigingen en ruim 850 medewerkers.

PwC Global is ‘anders’...

De wereldwijde omzet van PwC steeg het afgelopen boekjaar met ruim elf procent naar 17,6 dollar. In lokale valuta is dat vier procent. De netto-opbrengst nam met dertien procent toe tot 16,3 miljard dollar (in lokale valuta zes procent).

De snelste groei vond plaats in Noord-Amerika, maar ook in Afrika en delen van Azië, met name China, werd goed geboerd. Zuid-Amerika herstelde zich van een eerdere daling. In een groot deel van Europa en sommige Aziatische markten kampte PwC met moeilijker economische omstandigheden. “Het ontwikkelen en behouden van vertrouwen en het gelijktijdig creëren van waarde door het advies dat we geven is wat PricewaterhouseCoopers anders maakt dan andere adviseurs”, zegt topman Samuel A. DiPiazza.

...en Ernst &Young groeit door ‘kwaliteit’

Ernst & Young boekte afgelopen boekjaar (tot eind juni) wereldwijd een omzet van 14,5 miljard dollar, 1,4 miljard meer dan het voorgaande jaar. In dollars gaat het om elf procent groei, in lokale valuta drie procent. De accountancypoot - Assurance and Advisory Business Services - groeide relatief hard, in dollars met zeventien procent.

De groei van het bedrijf reflecteert volgens bestuursvoorzitter James S. Turley “de inzet van honderdduizend Ernst & Young-medewerkers wereldwijd, dedicated to doing the right thing everyday”. Ook over de belangrijkste drijfveer bij Ernst & Young doet hij opmerkelijke uitspraken: “Kwaliteit, bij al onze diensten.”

De redactie van ‘de Accountant’ stelt voor dat voortaan ook ‘originaliteit’ een belangrijker factor wordt bij accountantskantoren. Althans bij dit soort persberichten.

mr.dr. Sinninghe Damsté-prijs 2004 naar Eline Vree

Eline Vree heeft de Sinninghe Damsté-prijs 2004 ontvangen. Met de elk jaar toegekende prijs beoogt het NIVRA-bestuur jonge registeraccountants te stimuleren tot het publiceren van artikelen op het eigen vakgebied. Tijdens de Ledenvergadering van 9 december 2004 overhandigde, juryvoorzitter Peter van der Zanden de prijs aan Eline Vree (Rekenkamer Rotterdam) voor haar artikel over het delen van verantwoordelijkheid bij samenwerking met experts. Het winnende artikel werd in het voorjaar van 2004 gepubliceerd in de bundel rond de essayprijs van NIVRA-Nyenrode (zie ‘de Accountant’ februari 2004 voor een artikel over hetzelfde onderzoek).

Van der Zanden maakt zich overigens namens de jury “buitengewoon veel zorgen” over de geringe publicatiedrift bij jonge RA’s. “De behoefte is blijkbaar niet groot, maar van de kantoren en opleidingen gaat ook weinig stimulans uit. Een slechte ontwikkeling, want het leidt tot een verschraling van het debat. Juist bijdragen van mensen uit de praktijk zijn belangrijk, want de academische wereld kent de praktijkomstandigheden niet altijd.”

‘Risicobeheersing noodzakelijk kwaad’

Nederlandse ondernemingen zien de beheersing van risico’s vooral als een last. Niet meer dan de helft heeft een beeld van de meest relevante risico’s, en als ze al doen aan de beheersing daarvan, dan vooral onder druk van overheid, aandeelhouders of commissarissen. Dit blijkt uit onderzoek van KPMG onder tweehonderd Nederlandse ondernemingen.

“Veel bedrijven, waaronder beursgenoteerde, moeten nog altijd overtuigd worden van de noodzaak van risicomanagement”, constateert Carl Messemaeckers van KPMG. “De Code Tabaksblat, die beursfondsen verplicht te verklaren dat zij hun risico’s kennen en beheersen, heeft daar weinig verandering in gebracht. Zowel het ontbreken van toezicht op de naleving, als het ontbreken van duidelijke sancties bij het niet voldoen aan de code, is hier debet aan.”

Van de onderzochte bedrijven ziet 44 procent risicomanagement vooral als een verplichting. Nog eens veertig procent doet het vooral uit eigen belang. Hoewel een meerderheid van de ondernemingen niet Tabaksblat-plichtig is, zal eventuele jurisprudentie van de Ondernemingskamer zeker leiden tot een breder werkingsgebied van de code, verwacht Messemaeckers.

Fusie

Per 1 januari 2005 is LTB Adviseurs en Accountants samengegaan met Brood & Van Ewijk Accountants. LTB telt 740 medewerkers en achttien vestigingen. Brood & Van Ewijk is met zeventig medewerkers en vier vestigingen veel kleiner.

Het persbericht spreekt niettemin vriendelijk van een ‘fusie’. LTB ontsluit hiermee het zuidelijk werkgebied in Limburg en Oost-Brabant, het werkgebied van Brood & Van Ewijk. Het enige Limburgse LTB-kantoor gaat met de vier kantoren van Brood & Van Ewijk verder onder de naam Brood & Van Ewijk LTB. De overige kantoren blijven gewoon LTB heten.

RJ benoemt eigen vaktechnische staf

De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft per 1 november 2004 voor het eerst een vaktechische staf benoemd. Deze heeft als belangrijkste taken het voorbereiden van eigen (ontwerp)richtlijnen en van commentaren op voorgestelde International Financial Reporting Standards. Tot 1 november 2004 werd dit gedaan door de Commissie Jaarverslaggeving van het NIVRA. De vaktechnische staf bestaat uit vijf personen, die allen werken bij een accountantskantoor:

  • Ronald Smittenberg, voorzitter (Deloitte)
  • Maarten Hartman, vice-voorzitter (PwC)
  • Dingeman Manschot (Berk)
  • Gerard van Santen (Ernst & Young)
  • Fred Versteeg (KPMG)

De staf zal zo mogelijk nog worden uitgebreid met vertegenwoordigers vanuit de verschaffers en gebruikers van financiële verslaggeving.

Minder fusies, meer allianties

De financiële sector gaat de komende vijf jaar opnieuw reorganiseren. De overnames en fusies uit de jaren negentig zullen echter plaatsmaken voor joint ventures, allianties en outsourcing. Bovendien vindt er een verschuiving plaats van internationale expansie naar regionale activiteiten en de ontwikkeling van nichemarkten. Dat voorspellen de Economist Intelligence Unit en PricewaterhouseCoopers op basis van internationaal onderzoek onder directieleden van 123 financiële dienstverleners.

Negentig procent verwacht een voor de bedrijfsstrategie essentiële koerswijziging en reorganisatie. Volgens Arno Pouw (PwC) is schaarste van kapitaal, met name door het slechte beursklimaat, een belangrijke oorzaak. “Dus is het zaak goed op risico’s te letten en die te beheersen. Daarvoor, en ook om een optimaal rendement te waarborgen, kan een koerswijziging nodig zijn.”

Vooral middelgrote financiële instellingen staan volgens de onderzoekers voor belangrijke keuzes. Grote spelers zullen zich vooral richten op consolidatie, kleinere ontwikkelen hun positie vooral in nichemarkten.

Gekortwiekte IAS 39

Op 19 november 2004 heeft de Europese Commissie de gekortwiekte IAS 39 onderschreven. Deze is vanaf 2005 van toepassing op de geconsolideerde jaarrekening van beursgenoteerde ondernemingen. In verplicht gekortwiekte vorm wel te verstaan: pogingen van met name Groot-Brittannië om de onaangepaste vorm te mogen toepassen, zijn afgewezen.

Inmiddels hebben critici van IAS 39 steun gekregen van onverdachte zijde. Deputy governor Andrew Large van de Bank of England kritiseerde volgens AccountancyAge IAS 39 omdat deze zorgt voor quasi-schommelingen (‘spurious volatility’) in de resultaten.

Oorkonde van verdienste

Tijdens de Ledenvergadering van 9 december 2004 kreeg Wim Laman de Oorkonde van verdienste uitgereikt. Deze jaarlijkse onderscheiding gaat naar registeraccountants die zich gedurende een groot aantal jaren verdienstelijk hebben gemaakt voor de beroepsorganisatie.

Wim Laman zet zich al 25 jaar in voor het NIVRA. Een van zijn eerste activiteiten was het lidmaatschap van - toen nog - de Commissie onderzoek jaarverslaggeving, begin jaren tachtig. Verder deed hij veel voor de VERA, was hij NIVRA-bestuurslid van 1991 tot en met 1994 en voorzitter van het College Toesing Kwaliteit en zijn voorganger. “Wim is degene die de collegiale toetsing in Nederland heeft neergezet”, zei NIVRA-voorzitter Frans van der Wel tijdens de uitreiking. Op dit moment is Laman voorzitter van de Commissie Jaarverslaggeving.

Wijziging Titel 9: Geen haast!

Op 7 september 2004 stuurde het kabinet wetsvoorstel 29737 - om het Nederlandse jaarrekeningrecht IASB-compatibel te maken - naar de Tweede Kamer (zie ‘de Accountant’, november 2004). De desbetreffende EG-richtlijn had uiterlijk ultimo 2003 al geïmplementeerd moeten zijn en daarom stelde de Europese Commissie Nederland in het voorjaar van 2004 in gebreke. De Tweede Kamercommissie van Justitie reageerde zeer adequaat op het verlate wetsvoorstel en oordeelde het na afronding van het verslag al op 26 oktober 2004 gereed voor plenaire behandeling.

Maar na deze turbobehandeling viel het stil. De regering haalde het wetsvoorstel van de agenda, volgens het Kamerstuk omdat de regering eerst opheldering wil van de Europese Commissie over de invloed van een nieuwe jaarrekeningrichtlijn. Daarmee riskeert Nederland voor het EG-Hof van Justitie in Luxemburg te worden gedaagd wegens niet-nakoming.

Gebruik winstbegrip in jaarrekening verbeterd

Ondernemingen maken minder gebruik van niet-toegestane winstbegrippen in hun jaarrekeningen. Vorig jaar nog hanteerde 33 procent van de beursgenoteerde ondernemingen begrippen als EBITA, inmiddels is dit gereduceerd tot acht procent. Dit blijkt uit het jaarlijkse NIVRA-onderzoek naar de jaarverslaggeving van Nederlandse ondernemingen. De onderzoeksbundel Het Jaar 2003 Verslagen is op 15 december 2004 aangeboden aan Jean Frijns, directielid van ABP en voorzitter van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code. De onderzoekers constateren dat veel ondernemingen wijzigingen in de regelgeving relatief snel opvolgen of er zelfs op anticiperen. Zo verschaffen veel ondernemingen uitleg over de navolging van de code Tabaksblat, terwijl de rapportage hierover pas volgend jaar verplicht is. De onderzoekers uiten enige kritiek op het gebrek aan toelichting bij de opbrengstverantwoording van beursfondsen en op de verslaggeving van fondsenwervende instellingen en bouwbedrijven. In het laatste geval geeft ook de regelgeving zelf aanleiding tot onduidelijkheid.

Het Jaar 2003 Verslagen is verkrijgbaar via het NIVRA en bevat hoofdstukken over de volgende onderwerpen:

  • Jaarverslaggeving volgens de Code Corporate Governance
  • Vastgoedbeleggingen
  • De verantwoording van opbrengsten
  • Informatieverschafing over prestatie-indicatoren
  • Gebeurtenissen na balansdatum
  • Bouwbedrijven (constructiecontracten)
  • Verslaggeving door fondsenwervende instellingen

Verbod afboeking goodwill wellicht afgezwakt

Het begin 2002 ingediende wetsvoorstel 28220, dat Nederlandse ondernemingen toestaat op IASB-standaarden over te gaan, bevatte ‘en passant’ ook een verbod om gekochte goodwill direct af te boeken. Tegen dit verbod is oppositie gekomen van enkele grote familiebedrijven, gesteund door werkgeversorganisatie VNO-NCW en accountantskantoor BDO. Met snel succes: op 15 november 2004 diende VVD-Kamerlid Blok een amendement in om het afboekingsverbod te beperken tot bedrijven die de IASB-standaarden toepassen. Een van de argumenten is beperking van administratieve lasten. Eerder hadden CDA-leden zich al kritisch getoond over het verbod voor niet-beursgenoteerde ondernemingen. Met steun van de twee grootste regeringspartijen lijkt beperking van het verbod nu nabij. Na herhaaldelijk uitstel staat plenaire behandeling gepland in week 4 van 2005.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.