Sleutelen aan de gereedschapskist
Per 1 januari 2004 wordt Luc van Zutphen na acht jaar voorzitterschap van het Examenbureau opgevolgd door Jan Klaassen. Twee hoogleraren over actualiteit en eindtermen.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 5, 2004
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
William Rothuizen
In de positie van de accountant doen zich steeds nieuwe ontwikkelingen voor. Het opleidingsprofiel volgt die ontwikkelingen. Jan Klaassen en Luc van Zutphen noemen een praktisch voorbeeld: accountants moeten binnenkort tonen dat ze vertrouwd zijn met de internationale accounting-standaarden: “De universiteiten moeten ervoor zorgen dat het hoofdstuk IASC/ISRS in het curriculum op een adequate manier aan de orde komt. Inhoudelijk is er nu al het nodige aan het veranderen.”
Mentale houding
Een actueel onderwerp als de mentale houding van de accountant, zal in de ogen van Klaassen - in het dagelijks leven decaan van de faculteit Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de Vrije Universiteit - nadrukkelijker aandacht moeten krijgen. Er zijn de laatste jaren al deelvakken als ethiek gekomen, maar het is volgens hem niet alleen een kwestie van organiseren. “Het gaat er vooral om de mensen gevoelig te maken voor hun maatschappelijke rol en voor hoe de maatschappij tegen hun rol aankijkt. Ik wil niet zeggen dat ze daar nu niet mee worden geconfronteerd - de gedrags- en beroepsregels zijn er niet voor niets - maar wat we scherper als probleem moeten gaan formuleren is wat je als accountant wel en niet kunt doen.”
Klaassen wijst erop dat veel en vooral grotere kantoren de afgelopen jaren een nogal commercieel karakter hebben gekregen, een omgeving waarin aankomende accountants op het been worden gezet dat je vooral succesvol bent als je klanten wint. “En daar moeten we een beetje van af, denk ik.”
Van Zutphen wijst erop dat de wrijving tussen commercie en professie steeds duidelijker voelbaar is geworden. Klaassen stelt dat de opleiding moet bevorderen dat de mensen zich bewust worden van het feit dat die druk er is en dat ze zich de vraag stellen hoe daarmee te leven.
Communicatie
Ook communicatie zal in het onderwijs een duidelijke plaats moeten krijgen, meent Klaassen. Nu de publieke belangstelling toeneemt voor wat de accountant doet, moet de accountant het publiek helder kunnen uitleggen wat hij kan en niet kan en waarom hij een bepaalde rol op een bepaalde manier invult. De nieuwe Examenburauvoorzitter noemt de onlangs geïntroduceerde mogelijkheid dat accountants in aandeelhoudersvergaderingen verschijnen en het woord voeren. “Dat vergt een behoorlijke regie van het rollenspel voor wat betreft de accountant daar over het management kan zeggen en welke vragen het management zelf maar moet beantwoorden.”
Communicatie gaat dus niet alleen over hoe een accountant functioneert, maar ook of hij dat anderen kan uitleggen. “Dat soort communicatie was nooit aan de orde”, zegt Klaassen. “Ik mocht vroeger, bij wijze van spreken, niet eens aan mijn vrouw vertellen bij welke onderneming ik fungeerde, laat staan wat ik daar deed. Nu moet je enerzijds die geheimhouding zorgvuldig in acht nemen - wat nogal eens een groot probleem is, want de maatschappelijke druk op accountants om precies te vertellen wat ze gedaan hebben neemt toe - en anderzijds moet de accountant waar dat mogelijk is in openheid over zijn rol kunnen spreken.”
Nieuwe taken
De actualiteit geeft aan of bepaalde aspecten in het functioneren van de accountant mogelijk onderbelicht zijn. Ook door nieuwe ontwikkelingen kunnen accountants nieuwe taken krijgen. “Alle hypes kun je natuurlijk vergeten”, vervolgt Klaassen, “het gaat om ontwikkelingen die structureel belangrijk zijn. In die gevallen wordt overlegd met het veld over de vraag of zulke aspecten deel moeten gaan uitmaken van het kennispakket dat wij bij accountants willen gaan toetsen”.
Het Examenbureau stelt dus niet op eigen houtje nieuwe eisen aan de opleiding van accountants. De geaccrediteerde universiteiten komen zelf met suggesties, en ook het NIVRA vraagt een enkele keer aandacht voor een bepaalde ontwikkeling. Van Zutphen licht toe dat, volgens de huidige wettelijke regeling, voor de opleiding NIVRA-Nyenrode examenprogramma’s met bijbehorende literatuur worden ontwikkeld. Voor de zes universiteiten geldt het als een referentiemodel dat ze zelf invullen. Nadat gezamenlijk is vastgesteld dat bepaalde ontwikkelingen deel moeten gaan uitmaken van de gereedschapskist van de accountant, toetst het Examenbureau wat de universiteiten er, wat de eindtermen betreft, aan hebben gedaan.
Versmald
Het aantal gebieden waarop de accountant thuis moet zijn wordt breder. Hoeveel kan de aankomend accountant torsen? Klaassen: “Als het over de controle gaat, de financial audit, het stuk waar het Examenbureau zich primair op richt, dan moeten we vaststellen dat de wereld ook op dit punt ingewikkelder is geworden en de vraagstukken breder zijn. Toch denk ik niet dat de accountantsopleiding in de loop der tijd breder is geworden. Eerder denk ik dat ze is versmald. In die zin, dat ze zich van een beschouwelijke wijze van kijken naar dingen, richting techniek heeft ontwikkeld. De opleiding is veel meer instrumenteel en in zekere mate ook competentiegeoriënteerd, terwijl die vroeger veel meer beschouwelijk was.
“Het aardige van een beschouwelijke benadering is dat je daarmee, in ieder geval mentaal, nieuwe ontwikkelingen makkelijk kunt plaatsen en vrij goed kunt aanvoelen waar de problemen liggen zonder dat je heel veel van de techniek afweet. Ik kan me goed voorstellen dat zo’n generalist, met een zeker intellectueel niveau om de vraagstukken in volle breedte te overzien, heel goed weet wat hij moet laten doen door anderen die er meer van afweten. De accountant heeft per definitie een netwerkfunctie. Hij is een soort smeerolie in het maatschappelijk gebeuren waar allerlei partijen over hem heen buitelen, de een wil dit, de ander dat. De accountant moet goed aanvoelen wanneer hij ja en wanneer hij nee zegt. Hij mag dan alle tentamens netjes hebben gehaald, uiteindelijk gaat het om het beschikken over de juiste attitude en een helicopter-view bij het adequaat aanpakken van nieuwe problemen.”
Netwerkconstructie
Er ontstond een effectieve ‘netwerkconstructie’ om goed oog te kunnen houden op handhaving van de kwaliteit. Wat de instroom betreft van HBO’ers die verder willen gaan in de accountantsopleiding, lag er voor het Examenbureau een bijzonder probleem: “Het HBO-beleid vereist competentiegericht onderwijs. Dat wil zeggen, men probeert allerlei handelingen en vaardigheden te formuleren die mensen moeten beheersen als ze van die opleiding komen. Maar”, zegt Van Zutphen, “speur je, zoals wij, naar vaksgewijze theoretische fundamenten, dan vind je die niet of nauwelijks. Na een vrij zware discussie hebben wij onlangs mogen beleven dat er binnen het HBO toch een landelijke, individuele vorm van theoretisch georiënteerde examens - de zogeheten overall toets – komt”.
In de opleidingen werden de drie hoofdvakken - BIV AO, accountantscontrole en externe verslaggeving - steeds verder geïntegreerd. De studenten worden nu getraind in de relatie tussen die vakken. Logisch, vindt Van Zutphen. De accountant die in de praktijk opereert en moet rapporteren, krijgt immers met alle drie de vakgebieden in hun samenhang te maken.
Zelfregulering
Verder stelt hij tot zijn genoegen vast dat er nu meer promotieonderzoek wordt gedaan: “Dat heeft een gunstige invloed op het onderwijs. Zo hebben wij iemand die had onderzocht hoeveel de registeraccountant van ICT moet weten om zijn vak goed te kunnen uitoefenen, uitgenodigd ons ten aanzien van dit onderwerp te adviseren.”
Acht jaar voorzitterschap van het Examenbureau hebben Van Zutphen veel voldoening gegeven, met name door het contact met de onderwijscollega’s in het land. Bij zijn afscheid wil hij kwijt dat met het wettelijk toezicht op accountants het risico bestaat dat er ook op het gebied van de opleiding een vorm van bureaucratie komt. Volgens het wetsontwerp Toezicht accountants zal het Examenbureau worden opgevolgd door de Commissie opleiding registeraccountants.
“Mijn cri de coeur zou zijn: probeer de structuur overeind te houden die aan het kwaliteitsstreven ten grondslag ligt, laat bijvoorbeeld de AFM zich niet tot in détail gaan bemoeien met de opleidingscurricula wat betreft financial auditing. Laat de zelfregulering waar mogelijk in tact.”
Acht jaar Examenbureau
In 1996 trad de herziene Wet op de registeraccountants wat betreft de examens in werking. Luc van Zutphen, voormalig openbaar accountant en tot 1995 deeltijdhoogleraar aan de VU, werd voorzitter van het Examenbureau. In de wet was een en ander nogal centralistisch geregeld, vond hij. “We hebben ons toen, in goed overleg met de geaccrediteerde onderwijsinstellingen en het NIVRA, afgevraagd hoe we het toezicht op de examens het beste konden organiseren.”
Er werden afspraken gemaakt met het overlegorgaan Permanente Werkgroep Accountancy en er kwamen drie ankerpunten: een gereguleerde informatieverzorging door de universiteiten aan het Examenbureau en jaarlijkse beleidsgesprekken met de betrokken onderwijsinstellingen, gecompleteerd met visitaties van alle postdoctorale accountantsopleidingen. In 2000 vond de eerste visitatie in Nederland en de Nederlandse Antillen plaats onder voorzitterschap van prof. Roel Soeting.
Eén landelijk examen financial auditing
Van de drie hoofdvakken worden BIV AO en accountantscontrole landelijk schriftelijk getoetst. De integratie van de drie hoofdvakken heeft er echter toe geleid dat met ingang van 1 juli 2004 een geïntegreerd (eerder sprak men van een ‘verrijkt’) examen accountantscontrole zal worden afgenomen.
“Dus we krijgen nu één landelijk examen financial auditing”, legt Van Zutphen uit, “maar deze vernieuwde financial auditing kent ook deelvragen die op het gebied van BIV AO en externe verslaggeving liggen en verband houden met de accountantscontrole. Als gevolg daarvan is het landelijk examen BIV AO vervallen en komt er een landelijk examen financial auditing, verrijkt met relevante BIV AO-vragen en met externe verslaggevingsthematiek”.
Gerelateerd
Team beroepsprofiel start gesprekken met stakeholders
Het kernteam van de NBA dat een nieuw beroepsprofiel zal opstellen, heeft uitnodigingen aan de beroepsgroep en stakeholders gestuurd. Betrokkenen kunnen hun wensen...
Wetenschappelijk onderzoek moet natuurlijk centraal staan in de universitaire accountantsopleiding
De accountants van de toekomst moeten niet alleen uitvoerders zijn, maar ook innovatieve denkers en leiders op hun vakgebied. Daarom moet wetenschappelijk onderzoek...
'Als je een beter mens wordt, word je vanzelf een betere professional'
In samenwerking met de VU bouwden enkele jonge accountants een opleiding die ze zelf graag zouden volgen. Dit voorjaar leverde de nest accountants academie een tweede...
Je kunt niet tegen je zin in slim zijn
Werken aan de verbetering van de opleiding is prima, maar we moeten ook het echte probleem onder ogen zien. Hoe motiveer je mensen om te studeren en als accountant...
De register auditor in 2040: kernteam beroepsprofiel opgelet
Niels van de Koppel reageert op de aanbevelingen van de Expertgroep Educatie. Bepaal een visie op het accountantsberoep in 2040 en redeneer terug wat voor impact...