Magazine

Spookcijfer: Vrouwen, winst en McKinsey

Nadat jarenlang uitsluitend het Catalyst-onderzoek uit 2004 (en sinds kort 2007) werd aangehaald om de business case van ‘meer vrouwen in de top’ te ondersteunen, ligt er nu ook het McKinsey-rapport Women matter. De diversity-lobby omarmt de ‘harde’ bewijzen dat bedrijven met vrouwen aan de top het financieel beter doen. “Gemiddeld een 48 procent hogere EBIT”, jubelde power-feministe Heleen Mees in NRC Handelsblad.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 2, 2008

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Maar - nog even los van de vraag naar oorzaak en gevolg - hoe hard is dat cijfer werkelijk? En hoe degelijk het onderzoek?

McKinsey bekeek twee soorten bedrijfsprestaties. Allereerst organizational excellence. Uit werknemerenquêtes bij 101 bedrijven blijkt dat bedrijven met meer vrouwen in de top beter functioneren dan andere. Maar vreemd genoeg geldt dit pas bij minimaal drie vrouwen in een tienkoppig team. Twee maken nog geen verschil.

De onzekerheid wordt nog vergroot door de smalle kwantitatieve basis. De conclusie is namelijk uitsluitend gebaseerd op vergelijking van de scores van de 45 geheel topvrouwloze bedrijven met die van de dertien (!) bedrijven met drie of meer vrouwen in de top. De 43 bedrijven met een of twee topvrouwen blijven geheel buiten beeld. Vreemd.

Nog zorgelijker wordt het door het rekenen met gemiddelden. Gemiddeld deden die dertien het (iets) beter. Maar gemiddelden kunnen de werkelijkheid sterk vertekenen. Waarom presenteert McKinsey niet een inzichtelijke ‘puntenwolk’, met op de x-as het aantal vrouwen en op de y-as de prestatiescores? Of zijn we nu te argwanend?

Dan de financiële performance. Daartoe selecteerden de onderzoekers de 89 ‘vrouwelijkste’ Europese beursfondsen. Waarom niet 75, of honderd? Verstoorden de nummers 90 tot en met 100 wellicht de gewenste conclusies? We slikken dit wantrouwen even weg. De 89 bedrijven presteerden beter dan hun sectorgemiddelde, zowel in return on equity (+10%), aandelenkoersontwikkeling (x1,7) als operationeel resultaat EBIT: de niet toevallig gekozen +48% van Heleen Mees. Een mooi cijfer inderdaad.

Maar het gaat hier dus andermaal over gemiddelden. Het rapport vermeldt niet hoeveel sectoren zijn onderscheiden, maar stel dat het er tien zijn, met per sector pakweg negen vrouwvriendelijke bedrijven. Stel, de gemiddelde sectorwinst is 100. En stel dat van de negen vrouwvriendelijke bedrijven boeken er zeven een winst boeken van 98 (beneden het sectorgemiddelde dus) en twee van 152. Dat maakt gemiddeld 110, ruim meer dan het sectorgemiddelde. Maar wat zegt dit? Dus alweer: waarom geen inzichtelijke puntenwolkjes?

Dit nog afgezien van de vraag of je met zulke kleine aantallen over een periode van slechts drie jaar wel serieuze conclusies kunt trekken - wetend hoezeer aandelenkoersen en winstcijfers kunnen fluctueren. Hier is maar één echt harde conclusie mogelijk: de conclusies van McKinsey zijn op zijn best flinterdun.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.