Magazine

Eigenlijk niets te klagen

Het gonst van de klachten over het AFM-toezicht op de accountancy. Maar zijn die klachten wel steekhoudend? "Zij komen vooral van kantoren die hun zaakjes niet op orde hebben."

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 2, 2008

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Gemopper over toezicht AFM

Financieel adviseurs klagen over de strenge controles van de Autoriteit Financiële Markten. En DSB Bank vindt dat de toezichthouder de regels voor reclameuitingen te streng uitlegt (zie ‘Overijverige ambtenarij’). Ook onder accountants mag er graag worden gemopperd over het toezicht door de AFM, dat zich tot nu toe beperkt tot het verlenen van vergunningen. Tijdens die procedure laat de toezichthouder zich allerlei documenten over de kwaliteitsbeheersing toesturen. Daarna komt een team van ten minste vier accountants één dag langs om een ‘onderzoek ter plaatse’ uit te voeren. Zij lichten het hele kwaliteitssysteem van het kantoor door en kijken met name ook of de papieren waarborgen voor kwaliteit en onafhankelijkheid in de praktijk zullen werken.

Volgens de critici zou de toezichthouder zich tijdens deze procedure zeer formalistisch opstellen. Bovendien zouden de AFM-controleurs ‘melkmuilen’ zijn, die weinig ervaring hebben met accountancy. Dit om de ernstigste klachten te noemen. Maar uit een uitgebreide belronde van ‘de Accountant’ blijkt dat de meeste betrokkenen van mening zijn dat de AFM zich streng doch rechtvaardig opstelt.

‘Redelijke eisen’

Eind september vorig jaar verleende de AFM de eerste OOB-vergunningen (voor het controleren van ‘organisaties van openbaar belang’) aan de grote vier en een aantal kantoren uit de subtop. Bij vier van de zeventien aanvragers werd de aanvraag - voorlopig - afgewezen. Eén van de gelukkigen mét een OOB- vergunning is Berk.

Ted Verkade, vennoot bij Berk, zul je niet horen klagen over het toezicht. “De verplichtingen gaan erg ver en gaan behoorlijk in detail. Maar de eisen zijn op zichzelf redelijk en gaan niet veel verder dan de normen uit de richtlijn voor kwaliteitsbeheersing. Op sommige punten moet je nog even zoeken hoe je daarmee omgaat. Maar daarover valt met de AFM te praten. De AFM is niet uit op vorm maar op inhoud. Nee, naar onze ervaring is het toezicht geen papieren kwestie. En we hebben allemaal senior toezichthouders over de vloer gehad, die op een zeer professionele manier te werk zijn gegaan.”

Afgewezen

Onder de vier kantoren wier aanvraag voor een OOB-vergunning is afgewezen, leeft uiteraard meer kritiek op de handelwijze van de toezichthouder. In ‘de Accountant’ van november 2007 beklaagt bestuursvoorzitter Cor Hogendoorn van DRV zich erover dat de AFM een deel van de procedures, die het kantoor na kritiek van de AFM had gewijzigd, niet heeft getoetst. Volgens de verraste voorzitter had het kantoor geen signalen ontvangen dat de AFM de aanvraag zou afwijzen. Harry Brouwer van FAG vindt het niet verstandig om zijn ervaringen met het AFM-toezicht openlijk te evalueren. “Nu wij bezwaar hebben ingediend tegen de afwijzing van de vergunning, vinden wij het beter om geen uitspraken te doen.”

Brief op poten

Joop Anemaet is voorzitter van SMA Accountants en directeur van Menon Consult, een bureau dat accountantskantoren adviseert. SMA behoort met DRV, FAG en Dalstaete tot de vier accountantskantoren van wie de aanvraag voor een OOB-vergunning (nog) niet is gehonoreerd.

Anemaet: “Laat ik positief beginnen. De AFM-toezichthouders zijn kritisch uiteraard, maar ze zijn fair. Ik heb vooral kritiek op de manier waarop zij communiceren. Met de uitvoerend accountants hebben zij wel contact over de dossiers.

Maar hun onderzoeksbevindingen koppelen zij niet naar hen terug en bespreken zij alleen mondeling met het bestuur van het kantoor. Wij kregen pas maanden later een brief waarin stond dat de AFM voornemens is de vergunningaanvraag af te wijzen. Ik vind dat onfatsoenlijk en niet getuigen van collegiale omgangsvormen. Zij zijn toch ook accountants? Wij hebben een brief op poten teruggeschreven met het verzoek opnieuw onderzoek te komen doen. Is dat nu de manier waarop je toezicht gestalte moet geven?”

Meegevallen

Fou-Khan Tsang was al vroeg met zijn kritiek op de AFM. Op 14 september 2007 hekelde hij in Accountancynieuws de verlening van een vergunning aan twee nieuwe kantoren. Tsang, die niet tijdig bereikbaar was voor commentaar, suggereert dat nieuwe kantoren snel een handboek in elkaar kunnen draaien en een paar kwaliteitsprocedures op papier kunnen zetten. “Dagje de AFM langs, maar die kunnen natuurlijk alleen maar naar de formele architectuur van het kwaliteitsbeleid kijken en verder niets toetsen. En na twee maanden komt de vergunning binnen, even een lijstje kopen en klaar is Kees.”

Jan Uittenbroek, van het uit Ernst & Young in Emmen voortkomende Uittenbroek en partners, ontkent dat het een vorm van papieren window dressing is. Zijn nieuwe kantoor heeft het hele kwaliteitssysteem opnieuw opgezet en daarbij niet de handboeken van Ernst & Young overgeschreven.

Guido Quispel van Kromhout in Lisse, het andere kantoor dat al een Wta-vergunning heeft: “We hebben geen mensen over de vloer gehad. Er waren ook nog geen dossiers om te bekijken. Van tevoren dachten wij: dat wordt een hele klus. Maar het is ons erg meegevallen. De Vergunningwijzer op de website van de AFM geeft duidelijk aan wat de toezichthouder verwacht en daar hebben wij alle kwaliteitsprocedures naartoe geschreven.”

‘Geen concurrentievoordeel’

De snelheid waarmee de twee kantoren een vergunning kregen, hangt vooral samen met de wetgeving. Die bepaalt dat de aanvraag van kantoren die nog geen wettelijke controles doen volgens de normale procedure moet worden behandeld. En dat betekent dat de AFM binnen acht weken een besluit moet nemen over de vergunningverlening. De 650 andere kantoren die een ‘gewone’ Wta-vergunning hebben aangevraagd, vallen onder een overgangsregeling. Zij kunnen wettelijke controles blijven uitvoeren tot de AFM een besluit heeft genomen over hun vergunningaanvraag. En dat besluit maakt de AFM pas eind september dit jaar bekend.

Op deze manier wil de toezichthouder voorkomen dat de eerste vergunninghouders aan de toegekende vergunning een concurrentievoordeel ontlenen. Jan Uittenbroek: “Wij hebben misschien één dag concurrentievoordeel gehad in de publiciteit, maar dat heeft ons geen nieuwe klanten opgeleverd.” Volgens hem is de snelle vergunningverlening ook te danken aan het feit dat zijn kantoor alles perfect op orde had. “Dus wij hebben niet zoveel te klagen.”

Rijexamen

Marcel Karman van Dubois & Co vindt dat de kantoren met een OOB-vergunning nu een concurrentievoordeel hebben. Maar anders dan de OOB's zijn de relatief talrijke controlecliënten van Dubois & Co niet zo bezig met de vraag of het accountantskantoor wel of geen vergunning heeft. De AFM heeft het kantoor in februari 2007 doorgelicht. De onderzoekers bespraken ‘s avonds tussen half acht en acht hun bevindingen. “Wij hoopten toen dat wij vrij snel een vergunning zouden krijgen, maar we hebben nog steeds geen antwoord op onze aanvraag. De onderzoekers hebben tijdens de bespreking wel iets laten doorschemeren, maar daarmee mag je niet naar buiten.” Volgens Karman is hij niet de enige accountant die klaagt dat het zo lang duurt. Verder vindt Karman het jammer dat ook het antwoord op detailvragen zo lang uitblijft. Zoals de vraag of de gekozen rechtsvorm wel door de beugel kan. Ook Wim Schipper van GIBO heeft al bezoek gehad van de AFM. Van het eindgesprek met de onderzoekers heeft hij geen verslag gehad. Over zijn eigen bevindingen wil hij niet veel zeggen. “We zitten nog in het traject. Maar als wij zakken voor het rijexamen, zul je ons niet horen zeggen dat de examinator het niet goed heeft gedaan”, aldus Schipper, die ‘ook’ van zijn collega's weinig klachten heeft gehoord.

Mokkende afvallers

Bij eenpitter Simone Molenaar moet de AFM nog op bezoek komen. Uit de reacties van anderen maakt zij op dat de kantoren die het goed voor elkaar hebben het toezicht goed en redelijk vinden, terwijl de kantoren die een onvoldoende hebben gehaald ook minder positief zijn over het toezicht.

Het beeld dat het vooral de gesjeesde kantoren zijn die mokken, bestaat ook bij de compliance-adviseurs van accountantskantoren. Jan Wietsma van Full Finance: “Vergeleken bij de afgesproken beroepsregels zijn de eisen van de wet niet zo verzwarend. Het punt is dat men nu vooral met de neus op de feiten wordt gedrukt. De mensen die het niet voor elkaar hebben zijn boos op de AFM. Maar dat kan ik geen klachten noemen.” De enige echte klacht die Wietsma van zijn cliënten hoort is dat de ene AFM-accountant de regels soms iets anders uitlegt dan de andere. Maar verder werkt de AFM “heel netjes, heel correct”. Verder is de AFM “heel strak in de leer, zoals een toezichthouder betaamt”.

Overrompeld

Oud-AFM-medewerker Arnout van Kempen van Van Kempen Compliance & Legal Support heeft soortgelijke ervaringen: “Je hoort veel klachten in de wandelgangen, maar ik heb niet het gevoel dat er enorme kritiek is. De klagers zijn degenen die het niet op orde hebben. Ze zijn vaak bezig hun eigen straatje schoon te vegen.”

Marten Renes, die betrokken was bij het opzetten van het accountantstoezicht bij de AFM, is tegenwoordig advocaat bij Certa Legal. “Critici zijn overrompeld door de intensiteit en de diepgang van het onderzoek ter plaatse.” Renes raadt de kantoren die na het onderzoek ter plaatse te horen hebben gekregen wat hun tekortkomingen zijn, aan snel werk te maken van verbeteringen en niet te wachten op een voornemen tot afwijzing van de vergunning.

‘Geen verrassing’

“Kantoren hebben soms de neiging om pas te beginnen als de AFM langskomt”, zegt Drea Berghorst, woordvoerder van de AFM. Daardoor heeft de toezichthouder meer werk en lopen de kosten op. Dat de toezichthouder niet altijd antwoord geeft op gedetailleerde vragen past bij de toezichthoudende, dus meer afstandelijke taak. “Wij zijn geen adviseur. Voor advies kunnen de kantoren terecht bij de gespecialiseerde bureaus.”

Dat AFM-onderzoekers de regels verschillend uitleggen, wil er bij Berghorst niet in: “Geen geval is hetzelfde.’ Ook de klacht dat kantoren geen verslag krijgen van het eindgesprek en daardoor niet zouden weten wat de bevindingen zijn, werpt de AFM verre van zich. “In het eindgesprek worden de bevindingen ter plekke besproken. De uitslag van de vergunningverlening kan dan geen verrassing meer zijn.”

‘Overijverige ambtenarij’

Financieel adviseurs klagen over de strenge controles van toezichthouder AFM. “Er is sprake van willekeur, overijverige ambtenarij en te veel controles die ons het werken onmogelijk maken”, zegt adviseur Ben Spee in De Financiële Telegraafvan 15 november 2007. Omdat meldingen vanuit de branche over willekeur en fouten zich volgens de adviseurs opstapelen, beginnen deze tussenpersonen een breed onderzoek naar de toezichthouder dat de Tweede Kamer moet wakker schudden, zo meldt deze krant. “Wij herkennen ons niet in dit beeld”, zegt Rienk Andriessen van de Nederlandse Vereniging van Assurantieadviseurs en financiële dienstverleners NVA. Natuurlijk klagen leden over de lasten en kosten van het toezicht. Maar ‘volgens de leden die een controle hebben gehad, stelt de AFM zich zeer correct op’. Specifieke klachten over de AFM worden altijd in goed overleg opgelost, zegt Andriessen.

Op 13 oktober 2007 publiceerde weekblad Elsevier een uitgebreid verhaal over de ‘ruzie’ tussen DSB Bank en de AFM. Het meningsverschil gaat over de ‘banners’, waarmee de bank op websites reclame maakt voor leningen. Volgens de toezichthouder bevatten deze reclameuitingen te weinig informatie over het product, terwijl DSB Bank volhoudt dat je die informatie technisch pas kunt geven na één keer clicken op de ‘banner’.

Volgens de Nederlands Vereniging van Banken hebben de banken in het algemeen weinig klachten over de AFM.

Lex van Almelo is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.