Nieuws
Accountant in soap ONM - AFM mag voorlopige boete niet publiceren - Omzetstijging KPMG - Deloitte in credit management - Financiën zonder IT - ‘Administratie moet voor zichzelf spreken’ - Prijs en facturering blijven achilleshiel.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 6, 2006
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Accountant in soap ONM
Accountants spelen in films en televisieseries zelden een rol van betekenis. Advocaten spreken blijkbaar meer tot de verbeelding. Sinds 22 december 2005 is dat anders. In de populaire BNN-soapserie Onderweg naar Morgen speelt de acteur die eerder in Lederhosen rondsprong in de ‘Biertje!’-reclame, de accountant Mark van Veen. Wellicht niet natuurgetrouw, maar in elk geval opvallend. Al in de eerste aflevering wist de soapaccountant - op de BNN-site aangekondigd als ‘the accountant from hell’ - zijn controle van een privé-kliniek binnen een dag af te ronden, zonder met iemand te praten: “De cijfers zeggen mij genoeg.”
Het aloude cliché dat accountants saai zijn, doorbreekt hij radicaal. Van Veen, een klassieke gladjanus, is actief betrokken bij louche praktijken en bovendien scharrelt hij met de vrouw van zijn opdrachtgever. Getuige ’s mans opgewonden opmerkingen tegen deze medespeelster is behalve zijn controle van jaarcijfers ook die over zijn eigen libido beperkt: “Trek iets moois aan, voor om je strakke kontje.” En, alweer over haar kleding: “Wat is dit?! Of zit er iets spannends onder?” Een paar scènes later, in een auto met beslagen ramen, blijkt met zijn inschattingsvermogen op dat punt in elk geval niets mis te zijn geweest. (zie ook Uitslag webstelling, pagina 55).
AFM mag voorlopige boete niet publiceren
De Autoriteit Financiële Markten mag niet bekendmaken dat zij een bestuurlijke boete van € 326.715 heeft opgelegd aan een vennootschap van een internationaal opererende beursgenoteerde onderneming. Dat heeft het Gerechtshof Amsterdam onlangs bepaald (http://www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn=AU7819). Het bezwaar van de vennootschap tegen de opgelegde boete werd door de AFM afgewezen, waarna de NV in beroep is gegaan bij de bestuursrechter in Rotterdam. Hangende de beroepsprocedure mag de toezichthouder geen ruchtbaarheid geven aan de boete. Het hof erkent dat de onderneming de publiciteit kan opvatten als een straf en dat de reputatieschade die daarvan het gevolg is ‘niet in alle gevallen afdoende gerepareerd’ kan worden met een eventuele schadevergoeding als de rechter vindt dat de boete ten onrechte is opgelegd. (LvA)
Omzetstijging KPMG
De omzet van KPMG Nederland steeg het afgelopen boekjaar (lopend tot 1 oktober 2005) met vijf procent tot 604 miljoen euro. Die van KPMG Holding (exclusief KPMG Meijburg & Co) steeg met 6,5 procent naar 462 miljoen euro, het resultaat (voor belasting) steeg daar zelfs met 31,9 procent tot 121 miljoen euro. Wereldwijd steeg de omzet van KPMG met 16,7 procent naar $ 15,7 miljard.
De auditpraktijk groeide in Nederland met 5,1 procent naar 297 miljoen euro. Advisory deed het met 9,2 procent groei naar 165 miljoen euro ook goed, vooral door de IFRS- en SarbanesOxley-dienstverlening. “Binnen de adviespraktijk zijn dit jaar belangrijke stappen gezet in het uitbreiden van onze marktpositie”, constateert bestuursvoorzitter Ben van der Veer.
Hij constateert een “verdere uitbreiding van de multidisciplinaire organisatie”, waarbij de grootste kansen zich voordoen bij adviesdiensten bij niet-controleklanten (dertien procent groei). Vorig boekjaar kwam de grootste groei nog voort uit werkzaamheden gericht op de jaarrekeningcontrole (nu vier procent groei).
Deloitte in credit management
Deloitte introduceert samen met Graydon (kredietinformatie) en MaxCredible (debiteurenbeheer en incassoplatform) een geïntegreerde totaaloplossing voor credit management voor het midden- en kleinbedrijf. Het nieuwe systeem, Credit in ctrl, bestaat uit vijf componenten: kredietinformatie, debiteurenbeheer, incasso, managementrapportages en online services. Philip Heinrich, verantwoordelijk partner bij Deloitte: “Via Credit in ctrl heeft de ondernemer inzicht in de kredietwaardigheid van prospects en klanten.
Daarnaast ondersteunt het systeem de volledige cyclus van cliëntacceptatie, debiteurenbeheer en buitengerechtelijke en juridische incasso. De ondernemer heeft direct inzicht in zijn debiteurenportefeuille en kan, waar nodig, tijdig bijsturen.”
Betaalmoraal ‘gemiddeld tot goed’
De helft van de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf besteedt per week minder dan vier uur aan debiteurenbeheer, maar een op de vijf steekt daar meer dan 24 uur in. Dat blijkt uit onderzoek door Trendbox. Slechts vier procent noemt het betaalgedrag van hun klanten ‘slecht’, 56 procent ‘gemiddeld’ en 39 procent zelfs ‘goed’. Driekwart van de ondervraagden kan direct het eigen debiteurensaldo noemen. De uitstaande posten die ‘over de datum’ zijn, hebben ze nog vaker paraat (81 procent). Slechts 31 procent van de ondervraagden maakt bij debiteurenbeheer gebruik van diensten van derden.
Toename prestatiebeloning financials
Een groeiend aantal accounting- en financiële professionals ontvangt naast het vaste salaris een bonus. Waren bonussen vroeger vrijwel uitsluitend voorbehouden aan mensen in hogere posities, nu is er sprake van een verschuiving naar de lagere regionen. Dit blijkt uit de Financial Salary & Benefits Guide 2005-2006 en het Financial Directions Survey van uitzend- en detacheringsbureau Accountemps en werving en selectiebureau Robert Half Finance & Accounting. Organisaties voeren steeds vaker targets in voor accounting- en financiële professionals op elk niveau. De grootste verdieners in de sector zijn nog steeds de chief financial officer, de group controller en de partners in de openbare praktijk, met allen een jaarsalaris boven de 130.000 euro. De hoofden internal audit, treasury managers en managers van financial shared service centers volgen met minimaal 100.000.
Ook KPMG wil breder werven
Alle grote accountantskantoren hebben moeite met het vervullen van hun vacatures. Om toch aan de groeiende vraag te kunnen voldoen wil KPMG, naast meer aandacht voor werving onder allochtonen en in het buitenland, onderzoeken of het mogelijk is om professionals met andersoortige opleidingen aan te nemen. Dat zei plaatsvervangend voorzitter Jaap van Everdingen bij de presentatie van de laatste jaarcijfers.
Ook bestuursvoorzitter Jos Nijhuis van PricewaterhouseCoopers zei onlangs te kijken naar mensen met andere dan bedrijfseconomische opleiding, om dezelfde reden. Deloitte-voorzitter Roger Dassen toonde zich in een discussie in ‘de Accountant’ (september 2005, pagina 66) al eerder voorstander van verruiming van de toelatingseisen tot de accountantsstudie. (Zie voor deze discussie ook ‘de Accountant’ van juni, juli/augustus en oktober 2005.)
Financiën zonder IT
Bij slechts vijftien procent van de internationale bedrijven beschikken financiële professionals over IT-kennis. Zestig procent van de bedrijven beschikt wel over een specifiek persoon die als ‘brug’ fungeert tussen de IT-afdeling en de financiële afdeling. Andersom is er bij tweederde van de bedrijven echter niemand van de IT-afdeling betrokken bij de interne controle.
Aldus enkele conclusies uit de International Financial Directions Survey 2005 van financieel interim managementbureau Robert Half Management Resources onder 4.399 financials in negen landen. “Iedereen is het er over eens dat de kennis onontbeerlijk is maar de aanwezigheid is niet altijd evident”, aldus regionaal manager Greet Brosens. Nederland is samen met Tsjechië het enige land waar het merendeel van de bedrijven niet zo’n ‘brugpersoon’ in dienst.
Witlox VCS: ‘Soloactie van partners’
Accountantskantoor Witlox is niet betrokken bij mogelijk illegale valutatransacties. Naar aanleiding van perspublicaties in het najaar over betrokkenheid van twee Witlox-partners bij deze transacties schakelde het kantoor oud-NIVRA-voorzitter André Bindenga in voor een extern onderzoek. Daarnaast is een intern onderzoek ingesteld. Uit beide onderzoeken blijkt volgens Witlox VCS dat ‘op geen enkele wijze enige betrokkenheid van andere personen van het kantoor Witlox VCS als zodanig dan vermeld in de publicatie’ is gebleken. Naar aanleiding van de gebeurtenissen is de bestaande samenwerking tussen Witlox VCS en de twee partners beëindigd. Een NIVRA-onderzoek naar de kwestie loopt nog.
‘Administratie moet voor zichzelf spreken’
Een accountant moet uit de financiële administratie van een bedrijf zonder al te veel moeite kunnen opmaken hoe een onderneming ervoor staat. Volgens artikel 2:10 van het Burgerlijk Wetboek zijn ondernemingsbestuurders verplicht om op zo’n manier de financiële administratie bij te houden, en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zo’n manier te bewaren, dat de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon te allen tijde kunnen worden gekend. Zonder dat de bestuurders achteraf nog met verklaringen kunnen komen over posten in de administratie.
Dat blijkt uit een 7 november 2005 gepubliceerde uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam. Het ging hierbij om een claim van een curator van een failliet assurantiekantoor tegen de directeur-eigenaar en de feitelijke directeur van dat kantoor. Volgens de rechtbank Utrecht zijn beide bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort in het faillissement omdat de financiële administratie niet deugde. Uit een onderzoek van accountantskantoor Blömers blijkt dat er een groot en onverklaarbaar kasverschil van ƒ 37.124,00 bestond en dat voor heel wat posten de ‘justificatoire bescheiden’ ontbraken. Het onderzoek van KPMG dat de bestuurders hadden laten instellen, overtuigde de rechter er niet van dat de administratie wel op orde was. In hoger beroep bleek het hof evenmin overtuigd. (LvA)
Prijs en facturering blijven achilleshiel
Het kwaliteitsniveau van zakelijke dienstverleners in Nederland is in 2005 gedaald. Althans, volgens een door Blauw Research uitgevoerd onderzoek van zakenblad Incompany onder 3.381 klanten van die dienstverleners. Ze klagen vooral over een gebrek aan integriteit, slechte prijs-kwaliteitverhouding en een tekort aan ‘respect en waardering’.
Over het niveau binnen de sector accountancy en belastingadvies zijn de 1.178 klanten daar over het algemeen zeer te spreken (score 6,76). Wat betreft knowhow, service en resultaten scoort de sector onder de negen onderzochte sectoren een tweede plaats. Maar net als vorig jaar blijven prijs en facturering de achilleshiel. De prijzen voor accountancy en belastingsadvies krijgen het laagste rapportcijfer van alle sectoren. Ook de helderheid van factureren (6,19) blijft relatief slecht: de overige acht sectoren krijgen daarvoor een zeseneenhalf of meer. De eerlijkheid van factureren (6,49) scoort iets beter maar ook daar bezet accountancy de laagste plaats.
Buiten de prijsaspecten zijn klanten ronduit positief. Elf van de veertien bedrijven in deze categorie krijgen een cijfer boven de 6,70. De nieuwkomers DRV Accountants en Belastingadviseurs (7,20) en Loyens & Loeff (7,04) scoren zelfs meer dan een zeven.
Accountancy & belastingadvieskantoren in Incompany ranglijst 2005
9 DRV
19 Loyens & Loeff
30 Arenthals Grant Thornton
32 Ernst & Young
40 BDO
45 Deloitte
55 PricewaterhouseCoopers
56 A&A Groep
63 ABAB Accountants
64 GIBO Groep
66 KPMG
111 Berk
113 Mazars
120 De Jong & Laan
Accountants vrijgesteld voor Wfd
Accountants komen definitief niet onder het toezichtregime van de Wet financiële dienstverlening (Wfd) te vallen. Dit blijkt uit artikel 13 van de op 22 december 2005 gepubliceerde vrijstellingsregeling. Daarin is bepaald dat financiële dienstverleners die een andere hoofdberoepswerkzaamheid hebben dan het verlenen van financiële diensten, en van wie de financiële advisering slechts een marginaal onderdeel uitmaakt van de totale werkzaamheden, zijn vrijgesteld.
Groeiend aantal fraude gevallen
Het aantal ondernemingen dat slachtoffer is geworden van economische criminaliteit steeg de afgelopen twee jaar wereldwijd van 37 naar 45 procent. In Nederland is de stijging nog veel sterker: van 38 procent in 2003 naar 54 procent in 2005. Dat is een vande uitkomsten van de Global Economic Crime Survey 2005 van PricewaterhouseCoopers, een onderzoek in samenwerking met de Duitse Martin Luther Universiteit.
“De sterke stijging is enerzijds het gevolg van de werking van fraudepreventiemaatregelen, anderzijds wordt er meer fraude gepleegd”, stelt André Mikkers, partner Crisis Management bij PwC. “Ondernemingen met een adequaat pakket van preventieve maatregelen, zoals klokkenluiderregelingen, risicomanagementsystemen en ethische gedragscodes, brachten vaker fraudegevallen aan het licht, en voor hogere bedragen. Nederlandse bedrijven lopen daarmee wereldwijd voorop.”
Gemiddeld worden nog steeds bijna drie op de tien fraudegevallen (28 procent) bij toeval ontdekt. Iedere branche heeft te maken met economische criminaliteit, maar de financiële sector staat (opnieuw) aan kop. Kleinere ondernemingen maken minder vaak melding van economische delicten dan grote (meer dan duizend medewerkers).
Sinds 2003 leed in Nederland elke getroffen onderneming een schade van gemiddeld bijna vier miljoen euro. Slechts 36 procent kon een deel van de schade vergoed krijgen.
Meeste claims bij belastingadvies
Belastingadviezen zorgen voor meer dan de helft van de claims tegen Amerikaanse accountants. Ook de totale hoogte van de claimbedragen is in die categorie het hoogst. Dat blijkt uit door onderzoek van Camico Mutual Insurance Co, een van ’s lands grootste beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar voor accounting professionals, in het kader van een onderzoek door de Amerikaanse beroepsorganisatie AICPA. Een en ander komt door de technische aard van het onderwerp, zegt vice-president Ron Klein van Camico op het amerikaanse AccountingWeb. Daardoor varen klanten vaak blind op die adviezen, terwijl accountants hen omgekeerd niet veel kunnen vragen. Technische inkomensbelastingzaken veroorzaken de meeste problemen. Na belastingadvies zorgen achtereenvolgens financial statements (levert de hoogste claims), investeringsfraude (reviews, audits, beleggingsadvies) en verduistering voor de meeste claims.
E&Y terug in IT-consulting
Ernst & Young, dat een paar jaar geleden zijn IT-consultancypraktijk verkocht aan Capgemini, maakt zich op voor hernieuwde groei op dat terrein. De Amerikaanse tak van de firma zoekt IT-professionals voor een scala aan activiteiten. Volgens big4.com, een site voor big four-alumni, gaat het behalve om auditgerelateerd werk ook om andersoortig IT-advies, waaronder supply change optimalisering, data warehousing, IT-strategie en analyse.
De Financial Times meldt dat, naast de ex-Accenture-man die de gereanimeerde adviestak leidt, onder meer vier partners en zes stafleden van Capgemini zijn overgestapt naar Ernst & Young. De non-concurrentieovereenkomst tussen Ernst & Young en Capgemini liep in mei 2005 af. Op de Amerikaanse homepage verhaalt het accountantskantoor prominent van het feit dat het als enige van de big four de Computerworld-lijst van ‘100 Best Places to Work in IT’ heeft gehaald. Een link voert de lezer meteen door naar de vacaturepagina.
Ernst & Young was begin deze eeuw de eerste van de big four die zijn adviestak afstootte. Alleen Deloitte zag daar na een mislukte poging eind 2002 noodgedwongen vanaf en bleef steeds een openlijk multidisciplinaire strategie volgen.
Foutje bij Ahold
De koers van het aandeel Ahold duikelde op 13 januari 2006 met zeven procent na een correctie op het daags daarvoor gepubliceerde omzetbericht over het vierde kwartaal 2005. De daarin vermelde netto-omzetten van Stop & Shop en Giant-Landover over dat kwartaal bleken als gevolg van ‘een handmatige berekeningsfout’ te hoog. De kwartaalomzet van Stop & Shop steeg met 1,3 in plaats van 1,8 procent, die van Giant- Landover daalde met 0,7 in plaats van 0,4 procent. Ahold vermeldt bij de correctie expliciet dat de in het omzetbericht vermelde nettoomzetcijfers voorlopig zijn en ‘niet door de externe accountant gecontroleerd’. (Voor de rol van de accountant bij persberichten, zie ‘de Accountant’ januari 2006.)
Gedupeerde carrouselfraude krijgt BTW terug
Drie Britse ondernemingen, die zonder het zelf te weten betrokken waren bij carrouselfraude, hebben recht op teruggave van BTW, zo heeft het Europese Hof van Justitie in januari bepaald (zaken C-354/03, C-355/03 en C-484/03). Het hooggerechtshof van Engeland en Wales, dat het Europese Hof om een uitspraak had gevraagd, en de belastingrechter in Manchester moeten de afwijzing door de indirecte-belastingautoriteit daarom terugdraaien.
Een carrouselfraude bestaat uit een keten van transacties. In de simpelste vorm verkoopt handelaar A in EU-lidstaat 1 de goederen aan handelaar B in EU-lidstaat 2, die de goederen op zijn beurt doorverkoopt aan handelaar C in dezelfde EU-lidstaat (2 dus). A hoeft geen BTW af te dragen of uitvoerrechten te betalen; B moet belasting (invoerrechten) betalen als hij de goederen zelf gaat gebruiken, maar kan deze terugvorderen als hij de goederen doorverkoopt. In een carrouselfraude doet tussenhandelaar B geen van beide. Hij houdt de invoer buiten het zicht van de belastingautoriteiten, maar brengt handelaar C wel BTW in rekening. Uiteraard draagt B deze BTW niet af.
Handelaar C kan in deze keten van transacties te goeder trouw zijn. De vraag is dan of hij de betaalde BTW kan terugkrijgen c.q. aftrekken. Volgens de Commissioners of Customs and Excise mogen de Engelse chips-handelaren Optigen en Fulcrum dat niet, onder meer omdat het niet om inhoudelijke transacties zou gaan. Ook Bond House, een verkoper van computeronderdelen, kreeg de betaalde invoerrechten niet terug.
De drie bedrijven gingen in beroep tegen de beslissing van de Commissioners, waarna het hooggerechtshof aan het Europese Hof vroeg of die beslissing overeenstemt met de Zesde BTWRichtlijn. Nee dus. Als de ondernemingen zelf niet met BTW hebben geknoeid, hoeven zij volgens het Hof niet te lijden onder de fraude elders in de keten van transacties. (LvA)