Internationale controlestandaarden leidend: een wijs besluit
In ‘de Accountant’ van januari 2005 reageert Jan Achten op een bericht van het NIVRA dat de Engelstalige IFAC-richtlijnen vanaf 2005 leading zijn. Naar zijn mening is dat een ‘onwijs besluit’. Dat vraagt om een nadere uitleg, vinden Peter Eimers en Hans Verkruijsse.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 6, 2005
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Peter Eimers en Hans Verkruijsse
In zijn bijdrage verwoordt Jan Achten het treffend: ‘Het voordeel van de internationale controlestandaarden komt met name tot uitdrukking bij grensoverschrijdende controleopdrachten.’ Is het omgekeerde wellicht ook waar: ‘voor locale controles zijn de internationale controlestandaarden irrelevant’? Het antwoord hierop is ‘absoluut niet’. Om dit te begrijpen is een blik in het verleden en een visie op de toekomst noodzakelijk.
Vanaf 1977 heeft de International Federation of Accountants (IFAC) International Standards on Auditing and Related Services (ISAs) geformuleerd en uitgevaardigd. Met het hechten van haar goedkeuring aan het voorwoord bij de ISAs in 1994 stelde de Council van de IFAC de reikwijdte en het gezag van deze standaarden vast. Het NIVRA verklaarde deze ISA’s vanaf 1996 van kracht voor de in Nederland praktiserende registeraccountants, onder de benaming ‘Richtlijnen voor de Accountantscontrole’ (RACs). Deze hebben de status van ‘gezaghebbende uitspraken’ van het NIVRA-bestuur en kwamen daarmee in plaats van de louter Nederlandse richtlijnen in de gele en groene Radarbundel.
Een belangrijk aspect mogen we daarbij niet vergeten: Het NIVRA heeft zich als IFAC-lid gecommitteerd om de IFAC-standaarden integraal in Nederland te implementeren. Meer mag wel (‘A-paragrafen’), minder niet.
Daarnaast moeten vertalingen vanaf heden zijn gebaseerd op een zorgvuldig door IFAC goedgekeurd vertaalproces, waarbij de originele Engelstalige tekst geen geweld mag worden aangedaan. Daarbij komt dat de Europese Unie voor wettelijke controles niet heeft gekozen voor specifieke Europese controlestandaarden, maar in de toekomst de
ISAs als minimumeis gaat stellen.
De conclusie uit dit alles is dat ook voor locale wettelijke controles de internationale controlestandaarden relevant zijn. Jan Achten geeft in zijn bijdrage enkele voorbeelden van vertaalproblemen. Letterlijke vertalingen blijken niet altijd mogelijk. Weinig Nederlandse accountants zullen warmlopen voor ‘bewering’ als letterlijke vertaling van ‘assertion’. Noemen we het ‘controledoelstelling’, dan zijn we weer bij de les! Een ander voorbeeld is hoe we in het Nederlands het delicate verschil tot uitdrukking brengen tussen ‘should’, ‘shall’ en de Engelse tegenwoordige tijd.
Kortom: verschillen zullen er altijd zijn. Maar zijn niet erg, zolang ze geen geweld aandoen aan de bedoeling van de originele (Engelstalige) tekst.
De stelregel anno 2005 is dus: wereldwijd dezelfde normen voor assurance-opdrachten. Geen eventuele misverstanden door locale vertalingen. Dat was de reden voor het NIVRA om aan te kondigen dat de Engelstalige versie leidend is. Daar past één toevoeging bij: ‘voorzover er van een standaard nog geen Nederlandse versie beschikbaar is’. Bij de lancering van de nieuwe standaarden in december 2004 is dat ook benadrukt.
Resteert Achtens perceptie dat de ISAs zijn gebaseerd op een Angelsaksische context. Binnen de IFAC-commissie die de internationale controlestandaarden ontwikkelt is een groot aantal verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd. Jarenlang heeft een Nederlandse delegatie een bijdrage geleverd aan de discussies en besluitvorming omtrent de controlestandaarden binnen deze commissie.
De conclusie dat de controlestandaarden zijn gebaseerd op een Angelsaksische context doet geen recht aan de jarenlange inspanningen die zijn gedaan door de vorig jaar teruggetreden voorzitter met een Duitse nationaliteit. Wel moet worden toegegeven dat de Angelsaksische context een context is die in veel uithoeken van onze wereld wordt gevolgd en de invloed daarvan niet kan worden miskend. Wat we ons alleen moeten afvragen is: ‘Is een dergelijke invloed dan slecht?’
De commissie volgt een zeer nauwgezet en zorgvuldig proces bij het definitief maken van de controlestandaarden. Alle controlestandaarden worden eerst als concept uitgegeven. De concepten worden van commentaar voorzien door de verschillende accountantsinstituten over de gehele wereld, alsmede door accountantskantoren, wetenschappers en wettelijke en andere regelgevende instanties. Binnen de commissie worden alle commentaren beoordeeld en duidelijk aangegeven op welke wijze deze commentaren worden verwerkt. Door het volgen van deze procedure wordt een te grote invloed vanuit welke context dan ook tegengegaan.
Graag nodigen we Jan Achten uit om zijn bijdrage te leveren bij het van commentaar voorzien van nieuwe conceptcontrolestandaarden en kennis te nemen van het zorgvuldige afwegingsproces dat aan het ontwikkelen en definitief maken van een controlestandaard ten grondslag ligt.
Aansluiten bij de internationale context van controlestandaarden: een wijs besluit. Let’s keep it simple!
Noot
Peter Eimers is vice-voorzitter van de Commissie Controlevraagstukken en -Richtlijnen (CCR) van het NIVRA en als senior manager werkzaam bij het Technical Office van PricewaterhouseCoopers Accountants NV.
Hans Verkruijsse is voorzitter van de CCR en als partner werkzaam bij het directoraat Vaktechniek van Ernst & Young.