Nieuws
NIVRA helpt Surinaamse evenknie - Wakkere Accountant wil meerderheid in NIVRA-bestuur - Paul Koster: ‘Kredietcrisis vraagt scherpe aandacht commissarissen en accountants’ - ‘Eerste onafhankelijke credit rater Benelux’ - Zalm tegen ‘Europese’ IFRS - Accountants buiten beeld in Amsterdamse faillissementsfraude.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2007
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
NIVRA helpt Surinaamse evenknie
Het NIVRA gaat de onlangs opgerichte Surinaamse Vereniging van Accountants (SUVA) helpen om het volwaardige lidmaatschap van de wereldwijde beroepsorganisatie IFAC te behalen. Paul Hurks en Gert Smit van het NIVRA waren daarvoor in november 2007 in Suriname.
De SUVA, opgericht in oktober 2007, presenteerde zich op 7 november tijdens een persconferentie. Surinaamse en ook Nederlandse media berichtten abusievelijk dat Hurks en Smit ook lid zijn van het SUVA-bestuur, maar dat is onjuist. “Het NIVRA heeft een verzoek van het SUVA gekregen voor ondersteuning”, zegt Hurks, manager international accountancy education & development bij het NIVRA. “Wij werken graag mee, dat doen we ook in andere landen, maar wij zijn geen lid van het bestuur. Suriname is een zelfstandige republiek en het is dus goed als de SUVA op termijn loskomt van het NIVRA.”
Volgens SUVA-voorzitter Rudie Tjong A Hung telt Suriname nu slechts 23 accountants. De behoefte bedraagt circa 250 accountants, zegt Hurks. De registeraccountants die nu in Suriname werken, zijn nog lid van het NIVRA. Het SUVA wil echter een volwaardige accountantsorganisatie zijn die IFAC-licenties kan afgeven. “Dan heb je eigen opleidingen nodig, aansluiting bij de internationale regelgeving en een eigen tuchtrechtspraak”, zegt Hurks.
Het NIVRA assisteert ook bij het opstellen van een businessplan, dat zal worden voorgelegd aan de American Development Bank voor financiële steun. “Aansluiting bij de IFAC is een onmisbare schakel bij de ontwikkeling van de economie van het land”, stelt Hurks. “Je geeft het signaal af dat controles aan internationale standaards voldoen en dat jaarrekeningen transparant zijn. Dat trekt investeerders aan.”
‘Glazen klip’
Het wil maar niet vlotten met het aantal vrouwen in topposities. Naast het roemruchte ‘glazen plafond’ is er nu een nieuw onzichtbaar beletsel ontdekt: de ‘glazen klip’. Uitvinder is hoogleraar Michelle Ryan (v), die momenteel de Jantina Tammes leerstoel aan de Rijksuniversiteit Groningen bekleedt. Ze onderzocht de carrières van vrouwen die het glazen plafond wel doorbraken. En wat blijkt? Ze belandden vaak in risicovolle banen waarbij ze langs een ‘glazen klip’ moeten lopen. “De klip is van glas, want deze vrouwen staan aan de top en kunnen er ondertussen elk moment vanaf vallen. Het is heel subtiel, want je ziet niet gelijk dat je op het randje balanceert.” Door de risicovolle banen hebben vrouwen meer last van stress en is de kans groter dat ze falen en bekritiseerd worden. Daarom is het volgens Ryan geen wonder dat ze soms kiezen voor een parttime-baan. “Door glazen plafond en glazen klip is het erg moeilijk om vooruit te komen. Het is niet zo dat ze geen ambitie hebben.” Aldus de professor, in een voor een wetenschapper opmerkelijk staaltje van feitenontkenning (zie onder meer Beloningsonderzoek Accountancy 2007).
Of ‘evolutie’?
Hoogleraar accounting Jan Bouwens wijst in een opinieartikel in het Financieele Dagblad van 14 november 2007 op een heel andere factor achter de vrouwelijke ondervertegenwoordiging: vrouwen zijn van nature minder competitief. Bouwens verwijst naar een experiment van Muriel Niederle en Lise Vesterlund waarbij mannen veel vaker bleken te kiezen voor competitie dan vrouwen, zelfs als die mannen beduidend slechter zijn dan de groep waar ze mee in competitie gaan. Naast ‘overmoed’ noemen de onderzoekers ‘verschillen in preferenties’ als verklaring. Daarbij zou zowel evolutie als opvoeding een rol spelen.
Jules Muis voorzitter Oversight Committee
Jules Muis wordt voorzitter van het Oversight Committee van het Common Content Project. In dit project werken Nederland, Engeland, Schotland, Duitsland, Frankrijk, Italië en Ierland samen aan harmonisering van de accountantsopleidingen. De nationale instituten zijn in dit kader gemeenschappelijke eindtermen voor de opleidingen overeengekomen.
Onder leiding van Muis, voormalig chief internal auditor van de Europese Commissie en schrijver van een weblog op www.accountant.nl, gaat het Oversight Committee toezicht houden op de uitvoering van die afspraken.
Wakkere Accountant wil meerderheid in NIVRA-bestuur
De Stichting Wakkere Accountant (SWA) eist het aftreden van de big four-bestuursleden van het NIVRA om “de samenstelling van het NIVRA-bestuur in overeenstemming te brengen met de samenstelling van het ledenbestand”. Als het NIVRA-bestuur niet tegemoetkomt aan die eis, dan zal de SWA per motie vragen om een uitbreiding van het bestuur van de huidige negen naar negentien leden. De SWA draagt daartoe zelf tien bestuurskandidaten voor. De SWA laat weten dat het de bedoeling is om met inzet van die meerderheid “binnen een jaar alle moties uit te voeren en vervolgens naar genormaliseerde proporties terug te kunnen keren”.
NIVRA-directeur Gert Smit heeft op www.accountant.nl al laten weten dat openbaar accountants “onvermijdelijk” relatief sterk in het NIVRA-bestuur zijn vertegenwoordigd. Dat de big four relatief sterk zijn vertegenwoordigd (vier van de negen bestuursleden) heeft volgens Smit mede te maken met praktische overwegingen. Grote kantoren zijn nu eenmaal makkelijker in staat mensen vrij te maken. “Maar dat openbaar accountants als groep sterker zijn vertegenwoordigd dan andere geledingen is onvermijdelijk, gezien hun publieke functie, de uitstraling daarvan voor alle RA’s en onze publiekrechtelijke status. Openbaar accountants betalen ook meer contributie, per persoon drie keer zoveel als accountants in business.”
Voor meer en actuele informatie over deze kwestie, zie Op de korrel (pagina 7) en diverse nieuwsberichten en weblogs op www.accountant.nl.
Paul Koster: ‘Kredietcrisis vraagt scherpe aandacht commissarissen en accountants’
Paul Koster, bestuurder bij de Autoriteit Financiële Markten, roept alle toezichthouders op tot extra waakzaamheid in verband met de kredietcrisis. In het bijzonder de audit committees: “Zij zullen aan de bak moeten. Tijdig informatie opvragen, kwalitatief én kwantitatief doorvragen bij onduidelijkheden en bij twijfel de hulp van een onafhankelijke derde inroepen.”
In een interview met NRC Handelsblad van 14 november 2007 stelt Koster dat de periode dat wanprestaties van een bedrijf alleen op het bordje van de bestuurders lagen, voorbij is. Hij pleit voor nadere corporate governance-aanbevelingen over de rol van audit committees.
Volgens Koster staan toezichthouders, accountants, politici en bestuurders in het huidige klimaat van mondiale financiële onzekerheid “op achterstand”. Vandaar zijn oproep, vlak voor het sluiten van de boeken, om de schade waar mogelijk te beperken. “Neem je verantwoordelijkheid en controleer de financiële rapportages.”
Koster, zelf registeraccountant, onderscheidt bij de waardering van financiële instrumenten drie verschillende niveaus. Bij het eerste niveau is er een bestaande marktprijs. Commissarissen hoeven dan eigenlijk niks extra’s te doen. Bij het tweede niveau is er een beperkte markt. Transacties in vergelijkbare producten dienen dan meestal als richtlijn voor de waardering. Koster: “Het is aan de commissarissen om na te gaan of er daadwerkelijk sprake is van vergelijkbare producten en, belangrijker nog, of er een reële transactie is gedaan.”
Het derde en moeilijkste niveau betreft producten waar helemaal geen markt voor is. Dan wordt gewaardeerd op basis van modellen. Dat vereist extra scherp opletten. Koster: “Dat zijn situaties waarbij ik verwacht dat er dit jaar veel externe hulp in geroepen zal worden. In elk geval moeten de commissarissen doorvragen, praten met de chief risk officer van het bedrijf, informatie verzamelen.”
Ook de AFM zelf zal meer dan anders vragen stellen bij de jaarverslagen, zegt Koster in het interview: “Het wordt een belangrijk jaar voor alle toezichthouders, van de accountant tot de commissaris en van Euronext tot de Europese Commissie.”
‘Eerste onafhankelijke credit rater Benelux’
Willem Okkerse, ‘uitvinder’ van de OK-score waarmee de gezondheid van bedrijven wordt berekend, lanceert op 1 november 2007 het OK-Rating Institute. Dit ‘eerste onafhankelijke credit rating-instituut’ zal werken op basis van zijn OK-scoremodel (zie ‘de Accountant, januari 2005).
De gedachte ligt eigenlijk voor de hand. Als je een ‘unieke’ en effectieve systematiek hebt uitgedokterd om jaarrekeningen door te lichten, en die gebruikt om een aandelenportefeuille samen te stellen die de AEX ‘jaar na jaar verslaat’, dan kun je diezelfde knowhow natuurlijk ook gebruiken om credit rating-diensten aan te bieden.
Vanaf 1 november 2007, meldt Okkerse in een persbericht, is via het OK-Rating Institute zijn OK-scoremodel
voor het bredere bedrijfsleven beschikbaar. Hij omschrijft zijn bedrijf uitdagend als ‘het eerste onafhankelijke
rating instituut in de Benelux’, Okkerse werkt hiertoe samen met het forensische accountancykantoor Instituut Financieel Onderzoek, en denkt aan toepassingen bij het grotere mkb en bij accountants. Accountants kunnen de OK-Rating volgens hem gebruiken als extra check op hun eigen werk. Bij middelgrote bedrijven kan een (gunstige) rating van pas komen als zij met hun bank onderhandelen over de te betalen risico-opslag bij leningen.
Okkerse lanceerde in 2003 samen met een kleine Wassenaarse vermogensbeheerder het OK Fonds Nederland. Hij claimde dat als zijn geheime en gepatenteerde formule het Ahold-debacle kon voorspellen, ook dit OK-beleggingsfonds wel een succes moest worden. Het fonds is inmiddels opgedoekt, vanwege te hoge overheadkosten. Maar de formule wordt wel weer gebruikt. Twee aanbieders van beleggingsdiensten, Trading Port en Today Beheer werken ermee. Beide zeggen geen idee te hebben hoe de methode werkt - “bij hedgefondsen is dat niet anders” - maar wel dat hij werkt. Moody’s en Standard & Poor’s kunnen hun borst natmaken. (BB)
Komkommertijd
Ook op onvermoede plaatsen duiken soms accountants op. Zoals in het Weekblad Groenten & Fruit. Komkommerteler en weblogger Jack Coolen beschrijft daar een recent bezoek van zijn accountant. We willen u zijn bevindingen niet onthouden:
“Afgelopen week hadden we bezoek van onze accountant. Hij kwam de jaarstukken van 2006 doorspreken. Na wat stukken doorgenomen te hebben, neemt hij het kengetallen rapport van ons bedrijf in vergelijking met andere komkommerbedrijven bij de hand. Zijn conclusie uit dit rapport: jullie snijden te weinig! Hoezo te weinig? Mijn broer en ik vinden een 175 stuks komkommer per m2 van drie teelten toch nog niet zo slecht. Maar nee, onze accountant is onverbiddelijk in zijn conclusie; wij zijn prutsers en willen we in de toekomst kunnen uitbreiden dan moet er meer geoogst worden, 185 tot tweehonderd stuks per m2 moet haalbaar zijn! Anders is uitbreiding met de huidige investeringskosten onverantwoord!”
De druk tot industrialisering van de groententeelt stemt deze blogger duidelijk niet rustig: “Denkend over dit hele verhaal dacht ik, is dit nou de toekomst? Worden over enkele jaren de (mega) bedrijven geleid door accountants?”
SRA lokt accountants met ‘vrije tijd’
SRA, het netwerk van kleinere accountantskantoren, is een nieuwe arbeidsmarktcampagne gestart: ‘Omhoog met je carrière’. Opvallendste element: accountants en fiscalisten die in dienst treden van één van de aangesloten kantoren, krijgen als welkomstpremie een betaald startverlof van twee weken. Althans, als de kandidaat is aangebracht via SRA Personeelsdiensten.
SRA zegt met de campagne in te spelen op de aandacht voor de work-life balance in de accountancysector. Een eigentijds motief, maar het lijkt vooral een reclameverhaal. De twee weken verlof moeten namelijk worden genoten “vóór je met je daadwerkelijke werkzaamheden begint”. Altijd leuk natuurlijk, maar volgens ons komt dat dus in feite neer op een welkomstbonus van twee weken extra salaris. Hoe het daarna zit met de werk privé-balans blijft ongewis.
Wid/MOT-toezichthouder kan dossier niet opeisen
Bij controle door het Bureau Financieel Toezicht van de naleving van de Wet MOT en Wid, hoeven notarissen hun dossiers niet ter inzage te geven. Dat heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 oktober 2007 bepaald in een proefproces over de reikwijdte van het verschoningsrecht.
Het gerechtshof vindt - in lijn met de heersende rechtspraak - dat het verschoningsrecht van notarissen slechts in bijzondere omstandigheden opzij gezet kan worden. Omdat het in dit geval niet noodzakelijkerwijs gaat om ongebruikelijke transacties en het bureau achteraf kan optreden als daar toch sprake van blijkt, vindt het hof dat het verschoningsrecht zwaarder moet wegen dan de informatieplicht tegenover de toezichthouder.
Volgens de advocaat van de notarissen, Joost Italianer, heeft de uitspraak ook gevolgen voor advocaten. Het is nog niet duidelijk hoe het BFT reageert op de uitspraak. (LvA)
Zalm tegen ‘Europese’ IFRS
Nog geen week na zijn benoeming tot toezichthouder op de International Accounting Standards Board (IASB), medio oktober 2007, waarschuwde oud-minister van Financiën Gerrit Zalm het Europees Parlement voor het verder ontwikkelen van een Europese IFRS-versie. “Eén van mijn prioriteiten is om nieuwe Europese carveouts (uitzonderingen, red.) te voorkomen en bestaande carve-outs van tafel te krijgen”, aldus de kersverse voorzitter van de trustees van de International Accounting Standards Committee (IASC). “Als Europa vasthoudt haar eigen standaards, zullen andere landen misschien ook hun eigen normen gaan opstellen. De voordelen van het streven om tot een gezamenlijke standaard te komen, vallen dan overboord.” Zalm benadrukte het belang van een wereldwijd draagvlak voor een wereldwijde standaard voor verslaggeving en controle. “De versnippering in standards is kostbaar en niet in het belang van beleggers.”
Met zijn uitlatingen strijkt Zalm Europese politici tegen de haren in. Vanuit het Europees Parlement was in het verleden veel kritiek op de IASB. IASB-standaarden moeten door het Europees Parlement worden geratificeerd, voordat zij dwingend kunnen worden opgelegd aan Europese lidstaten.
Aanvulling novembernummer
In het novembernummer van ‘de Accountant’ (pagina 57) meldden wij dat alle vennoten van een openbare vennootschap hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle schulden van de vennootschap. Dit is een belangrijke verandering ten opzichte van de huidige situatie. De vennoten kunnen deze aansprakelijkheid beperken met clausules in de contracten met de opdrachtgever. Blijkens een reactie van emeritus hoogleraar ondernemingsrecht Wiek Slagter kan de gekozen formulering in het artikel het misverstand wekken dat vennootschapscontracten worden bedoeld. Dit is niet het geval. Beperking van aansprakelijkheid ten opzichte van de opdrachtgever via vennootschapscontracten is niet mogelijk.
Advocate Ellen Timmer wijst ons erop dat een vennoot van een openbare vennootschap op grond van het nieuwe artikel 813 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek niet aansprakelijk is voor een tekortkoming in de nakoming van een opdracht als de tekortkoming niet aan hem kan worden toegerekend.
‘Sta extern eigendom accountantsorganisatie toe’
Om de toetredingsdrempel voor nieuwe partijen tot de top van de controlemarkt te verlagen, zou het mogelijk kunnen worden gemaakt om externe investeerders een meerderheid van stemmen in het bestuur van een accountantsorganisatie te laten nemen. Dat is één van de voorstellen in een door het directoraat-generaal Interne Markt van de Europese Commissie gepubliceerd rapport over de conurrentie in de top-auditmarkt. Dit marktsegment wordt nu volledig gedomineerd door de big four.
Volgens het rapport, opgesteld door Oxera Consultancy, zou de maatregel de financiële armslag van middelgrote accountantsorganisaties kunnen vergroten. Op dit moment schrijft de Achtste Richtlijn (over de wettelijke controle) nog voor dat auditors een meerderheid van stemmen bezitten. Volgens het Oxera-rapport zouden specifieke belangenconflicten kunnen worden ondervangen door speciale waarborgen.
Middelgrote kantoren in Engeland hebben al laten weten geen behoefte te hebben aan externe financiering. Grant Thornton ziet de eventuele extra mogelijkheden niet als noodzakelijk voor een toename van haar werkzaamheden. Ook BDO ziet geen problemen met het huidige partnermodel als het om het aantrekken van kapitaal gaat. Managing partner Jeremy Newman tegenover AccountancyAge: “Ik heb niet het gevoel dat het aantrekken van externe financiering en het overstappen op een corporate structuur, zwaarder zullen wegen dan de voordelen van het partnermodel.”
Accountants buiten beeld in Amsterdamse faillissementsfraude
Op maandag 22 oktober 2007 startten politie en FIOD een onderzoek in Amsterdam naar elf zaken van faillissementsfraude. Accountants zijn daarbij niet in beeld, antwoordde officier van justitie Jos Leijen in antwoord op vragen van Accountant.nl. Maar dat verandert als zij toch een kwalijke rol blijken te spelen.
Hoe bent u de elf verdachten in deze zaak op het spoor gekomen?
“De meldingen komen voort uit aangiften van curatoren. Via de rechter-commissarissen in faillissementszaken hebben we enige weken geleden de curatoren gewezen op het feit dat wij ook belangstelling hebben van relatief eenvoudige vormen van faillissementsfraude.”
Waarom wordt faillissementsfraude nu zo ad hoc aangepakt?
“Het is een misverstand dat van een ad hoc aanpak sprake is. Door de krachten van de politie en de FIOD te bundelen, is nu de mogelijkheid ontstaan om een keer meer zaken gelijk aan te pakken.”
Richt uw onderzoek zich op accountants en/of boekhouders?
“Niets wijst vooralsnog in hun richting. Daar richt het onderzoek zich niet op. Maar wanneer verwijtbare betrokkenheid blijkt van een of meer leden van deze beroepsgroep, zal nader onderzoek uiteraard niet uitblijven.”
Werken accountants met u mee in dit onderzoek?
“In dit onderzoek wordt niet geparticipeerd door accountants, wanneer tenminste wordt bedoeld accountants als opsporingsambtenaar. De aard van de zaken leent zich daar vooralsnog niet voor.”
Streeft het Openbaar Ministerie naar nauwere samenwerking met accountants bij het tegengaan van faillissementsfraude?
“Het gaat hier juist om de zaken waarin de curator ook via de boekhouder of de accountant niet verder kwam. In de meer complexe vormen van faillissementsfraude is dat uiteraard anders, maar daar richt dit project zich nadrukkelijk niet op.”
Slapen is voor watjes
U kent ze vast wel. Die mensen die zonder met de ogen te knipperen beweren dat hun gemiddelde werkweek uitkomt op zo’n tachtig uur. Hoe doen ze dat toch? Gebrek aan vrienden? Een afkeer van het weekend? Misschien schuilt hun geheim wel in weinig slapen. Want elke nacht acht uur te slapen is passé. Een slimme high potential weet dat het lichaam niet zozeer een aaneengesloten periode van slaap wil, maar vooral gebaat is bij het doorlopen van de juiste slaapcycli. Een van de mogelijkheden is het slaapschema van Uberman, dat er kort gezegd op neerkomt dat u exact elke vier uur een slaapje doet van 20 tot 25 minuten. Lees meer over deze en andere mogelijkheden op www.accountant.nl (Lekker Werken).
Weer geen goedkeuring EU-uitgaven
De Europese Rekenkamer geeft geen goedkeurende verklaring voor de uitgaven van de Europese Unie. Het is het dertiende jaar op rij dat die goedkeuring uitblijft. Het geld van de Europese Unie, ongeveer honderd miljard euro per jaar, wordt grotendeels door de lidstaten uitgegeven. De Europese Rekenkamer kan nauwelijks achterhalen of dat volgens de regels is gebeurd. Nederland heeft eerder aangedrongen op eigen verklaringen van lidstaten, waarin deze aangeven hoe het EU-geld is besteed. Daaruit zou de Europese Rekenkamer het doelmatig gebruik van het geld beter kunnen afleiden. In mei van dit jaar kwam de Nederlandse regering voor het eerst met zo’n nationale verklaring.
‘Klassieke werving accountants werkt niet meer’
De krapte op de financiële arbeidsmarkt blijft voortduren, althans gemeten in gedrukte personeelsadvertenties. Dat blijkt uit de publicatie Trends en ontwikkelingen binnen de financiële arbeidsmarkt - eerste helft 2007 van detacheerder Yacht. Het aantal printvactures voor hoog opgeleide financiële professionals steeg met bijna achttien procent. Opvallend is echter dat het aantal printvacatures voor accountants juist licht daalde.
Volgens Erik Kolthof, business intelligence manager Finance bij Yacht, zegt dit allerminst dat het tekort aan accountants is opgeheven. “Wij moeten nog eens goed bestuderen hoe deze cijfers zich verhouden tot de tekorten bij de grote accountantskantoren. Zijn ze gestopt met adverteren? Gebruiken ze andere, creatievere wegen? Of is er een - tijdelijke - berusting? Voorlopig is mijn conclusie dat bij de huidige krapte de klassieke werving niet meer werkt. Werkgevers in de accountancy moeten zoeken naar andere wegen en methoden om de geschikte kandidaten op het spoor te komen. Wij onderzoeken het arbeidsmarktgedrag van verschillende groepen professionals en komen tot de conclusie dat werkgevers moeten segmenteren naar doelgroep. En vervolgens naar de doelgroep binnen de doelgroep. Pas dan kunnen ze vaststellen wat de motieven zijn van deze mensen en daarop kunnen ze hun werving afstemmen.’ (AvB)
AFM: “Bedrijven hebben zelf ook een rol”
Hoewel zorgen over de big four-dominantie ook in Nederland spelen, zijn van de kant van de AFM geen initiatieven op dit punt te verwachten. Ook internationaal zal er voorlopig geen actie worden ondernomen. Wel staat het onderwerp van audit market concentration and choice op de agenda van de International Forum of Independent Audit Regulators (IFIAR), zegt Janine van Diggelen, hoofd van de afdeling Toezicht Accountantsorganisaties van de AFM, tegen www.accountant.nl. “Internationaal wordt er nagedacht over mogelijkheden hoe de keuze van met name beursfondsen voor accountantsorganisaties kan worden verbreed. Maar maatregelen zijn op korte termijn niet te verwachten.”