Grenzen verleggen
Accountants moeten meer over de grens kijken. Om hun cliënten te bedienen, de kosten te drukken en personeelstekorten op te lossen. Bovendien moet de beroepsgroep stoppen met 'navelstaren'. Dat waren belangrijke conclusies tijdens de door achthonderd mensen bezochte Accountantsdag over internationalisering.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2007
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Accountantsdag 2007
“Het zakenleven internationaliseert, maar wij als accountants doen maar in beperkte mate mee”, zegt NIVRA-voorzitter Willem van Wijngaarden, wijzend op de zojuist verschenen editie 2007-2008 van Trends in Accountancy. Ruim honderdduizend Nederlandse mkb-bedrijven zijn internationaal actief en Nederlandse exporteurs verwachten in 2007 twaalf procent meer te exporteren dan in 2006. “Maar als accountants kunnen we het tempo van de internationalisering van onze klanten maar moeilijk volgen. De grootste spelers in de markt zijn nog maar in beperkte mate echt internationaal georganiseerd. En de kleinere spelers zien de kansen in onvoldoende mate, al zijn er inspirerende uitzonderingen.”
Van Wijngaarden heeft bij de opening van de Accountantsdag weinig woorden nodig om uit te leggen dat het thema internationalisering en het motto Accountant op een wereldwijd speelveld ook van belang zijn voor de mkb-accountant en niet alleen voor de grote kantoren. Toch domineren grote bedrijven en grote kantoren de discussie.
KPMG-fusie
Hoe nationaal georganiseerd die grote kantoren zijn, bleek onlangs onder meer uit het afblazen van de fusie met de Britse en Duitse broeders door de Nederlandse KPMG-partners. Op aandringen van dagvoorzitter Peter van Ingen legt KPMG-partner Jos van Breukelen uit dat KPMG Nederland ook een ‘vriendenclub’ is. “Voor veel mensen is het opgaan in een groter geheel een indringende en controversiële stap. Maar uiteindelijk zullen wij wel internationaliseren. En daar zal wel een fusie bij passen.”
Een bekend en actueel thema als het gaat o m grote internationale bedrijven is dat de internationale top van de auditmarkt te smal is en de keuze derhalve te beperkt. Volgens directeur Arnold Schilder van De Nederlandsche Bank maken de internationale toezichthouders zich zorgen over het geringe aanbod op de internationale auditmarkt. Om dat aanbod te verbreden zouden cliënten ook niet-big four-kantoren moeten inschakelen voor hun controlewerk.
Tom de Swaan, oud-cfo bij ABN AMRO en nu onder meer voorzitter van het audit committee van GlaxoSmithKline, legt nog eens uit dat je als multinationale onderneming een multinationale accountant nodig hebt. “Als jouw accountant niet in alle landen is vertegenwoordigd, heb je verschillende accountantskantoren nodig en een consoliderend accountant die hun werk controleert.” Dat betekent dubbel werk en hogere kosten. Margot Scheltema, financieel directeur van Shell Nederland, en Ingrid Doerga, directeur Internal Audit bij pensioenfonds ABP, zijn het met De Swaan eens.
Oude discussie
Bestuursvoorzitter Jan Nooitgedagt van Ernst & Young Nederland ziet echter dat het verschil tussen de big four en de nummers vijf en zes alleen maar is gegroeid. “Ook kleinere kantoren moeten de ambitie hebben om internationaal te opereren.”
Daarvoor moeten zij niet alleen vestigingen hebben in de landen waar grote multinationals opereren. Het accountantskantoor moet zelf ook multinationaal georganiseerd zijn. En daaraan ontbreekt het tot ergernis van Margot Scheltema nogal eens. In plaats van ‘130 lokale discussies’ over de honoraria wil zij op centraal niveau afspraken kunnen maken met de accountant. Bovendien zou de controle volgens haar minder hoeven kosten dan de $ 52 miljoen die Shell er nu voor uitgeeft, als de accountant efficiënter te werk gaat.
Jan Nooitgedagt laat weten dat Ernst & Young juist veel heeft geïnvesteerd in de global response die Scheltema wenst. En hij kaatst de bal terug: “De efficiency kan omhoog door als accountant alle informatie aan te leveren.”Scheltema: “Dat is een oude discussie. Wij zeggen: jullie doen er te lang over. En jullie zeggen: wij krijgen niet alle informatie.” Volgens Tom de Swaan zit het probleem dieper. “Bij alle grote bedrijven zie je dat lokale vestigingen zich tot op zekere hoogte onafhankelijk willen opstellen tegenover het centrum. Het probleem bij accountantskantoren is dat zij geen centrum hebben. Er is niemand die top down zegt: zo en zo moet dit gebeuren.”
Mismatch
Volgens Arnold Schilder is ook de verslaggeving van de grote vier onvoldoende op internationale leest geschoeid. Op nationaal niveau is de transparantie onder druk van de Wta toegenomen. “Op internationaal niveau daarentegen kan de transparantie van accountantskantoren de toets der kritiek nog niet doorstaan. Je zou toch denken dat als je het geconsolideerde jaarverslag van een multinationaal accountantskantoor opslaat daarin snel een wereldwijde balans en winst- en verliesrekening te vinden is. Niet dus, want dan lopen we opeens tegen een juridische constructie aan: een samenwerkingsverband van nationale rechtspersonen. Dus vallen deze jaarverslagen vooral op door veel foto's, enkele globale kengetallen en passages over de verleende diensten. Als je dit afzet tegen de informatie die de grote cliënten van deze kantoren verschaffen, dan valt de mismatch bepaald op.”
Gezien de grensoverschrijdende aansprakelijkheidsrisico's heeft Schilder overigens wel enig begrip voor de juridische constructie. Toch moeten de grote kantoren zijn inziens meer openheid betrachten.
Outsourcing
Goedkope accountants in Oost-Europa, India of China kunnen een bedreiging vormen voor de kantoren in Nederland. Maar er schuilen ook kansen. Door een deel van de werkzaamheden uit te besteden aan accountants aldaar, zouden de accountants hier goedkoper kunnen werken. Zo kunnen het samenstellen van de rekening en andere de administratieve dienstverlening volgens consultant Jan Wietsma even goed worden uitgevoerd in de lagelonenlanden. Maar ook een deel van het kennismanagement kan volgens hem in handen worden gegeven van Aziatische en Oost-Europese concurrenten. Bovendien kunnen accountants hun probleem om goed personeel te vinden oplossen, door samen te werken met partners in India. “Ook in het midden- en kleinbedrijf.”
Toch zijn onlangs met de studiereis naar India, die Wietsma organiseerde, maar zeven accountants meegegaan. Wietsma: “Dat was een teleurstelling, ja. The sense of urgency is niet aanwezig, want het gaat nu goed. Maar ik vraag mij af of accountants over drie jaar nog hetzelfde verdienen.”
‘Soft controls’
Accountantskantoren staan nog huiverig tegenover outsourcing (uitbesteden in Europa) en offshoring (uitbesteden buiten Europa). Hoe zouden de opdrachtgevers reageren als hun accountant het ging doen?
Tom de Swaan heeft er weinig problemen mee: “Outsourcing mag. Als het bedrijf er maar geen last van heeft en de accountant de volle verantwoordelijkheid neemt voor degenen die hij inschakelt.”
Ingrid Doerga van het ABP ziet er echter weinig in. Het ABP heeft Nederlandse klanten en moet zich aan vooral Nederlandse regels houden. “Om de soft controls te kunnen bespreken, moet je iemand in de ogen kunnen kijken. Hoe heeft de controleur zich bijvoorbeeld een oordeel gevormd over de integriteit van het bestuur? Je moet praten met degenen die de controle hebben uitgevoerd.”
Navelstaren
De beroepsgroep kijkt niet alleen te weinig over de grens, maar heeft volgens NIVRA-vice-voorzitter Jan Helderman bovendien de neiging tot navelstaren. “Ik vind dat we de blik meer naar buiten moeten richten. Minder energie verliezen in navelstaren en interne discussies. We hebben als accountants te veel de neiging om elkaar bezig te houden. We kunnen eindeloos van mening verschillen over een bepaalde definitie in de VGC of in COS 4410. De vraag is of onze omgeving daarop zit te wachten. Ik denk het niet.”
Volgens Helderman moet de beroepsgroep ‘een structurele dialoog’ aangaan met haar omgeving. Met Loek Hermans van MKB-Nederland, Saskia Stuiveling van de Algemene Rekenkamer en Hans Hoogervorst van de Autoriteit Financiële Markten heeft hij inmiddels gesproken over de vraag hoe deze organisaties optimaal gebruik kunnen maken de kennis en ervaring van accountants. Helderman: ”Veel organisaties worstelen met het risicomanagement en de verantwoording daarover. Zou de accountant niet actiever op dat gebied moeten zijn, met name in zijn signalerende functie?” En zou de accountant niet meer ondersteuning moeten bieden aan bedrijven die kampen met opvolgingsproblemen? En moeten meedenken over hoe je kredietrisico's moet inschatten? Of moeten helpen bij de opbouw van een betrouwbaar accountantsberoep in bijvoorbeeld Oost-Europa? Het zijn allemaal kwesties waarbij vragend onze kant op wordt gekeken.
Toezicht en kwaliteit
Moet de Autoriteit Financiële Markten ook publiceren wat de controlebevindingen bij een bepaald kantoor zijn? De internationale toezichthouder PCAOB doet dat wel. Maar volgens directeur Steven Maijoor van de AFM is het beter om die bevindingen in ‘generieke’ vorm te publiceren. Wanneer de gegevens te herleiden zijn tot een bepaald kantoor moet de toezichthouder namelijk extra investeren in hoor en wederhoor en eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. Dat maakt publiceren lastiger en duurder.
Dat kleinere kantoren het slachtoffer worden van de kwaliteitseisen lijkt hem sterk. De kwaliteitsnormen uit de Wta zijn niet nieuw. En door te investeren in kwaliteit kunnen alle kantoren aan die normen voldoen.
“Je moet wellicht iets groter worden als je een volwaardig accountantskantoor wilt zijn. Small is beautiful, maar niet altijd mogelijk”, zegt Paul Dinkgreve van JAN©.
Cultuurverschillen
Op ‘een wereldwijd speelveld’ moet de accountant samenwerken met collega's uit andere culturen. Volgens cultuurmanagementgoeroe Fons Trompenaars verschillen mensen in wezen niet veel van elkaar, maar brengt cultuur mensen op verschillende startpunten. Zo zal de directe Nederlander meteen tegen zijn vrouw zeggen dat hij een jurk niet leuk vindt en pas later dat hij van haar houdt. Een Japanner doet het omgekeerde. Een Japans bedrijf is meer gericht op het collectief, terwijl Amerikaanse bedrijven meer de individuele werknemer tot prestaties prikkelen. Als je de verschillen goed wilt integreren, moet je volgens Trompenaars het team belonen als het oog heeft voor het individu en het individu belonen als het bijdraagt aan de teamprestatie.
De uit de Verenigde Staten afkomstige Ernst & Young-accountant Lumila Densovich vindt Nederlandse accountants meer ‘relaxed’ dan Amerikanen, ook in de omgang met regels. Ingrid Doerga, directeur Internal Audit bij pensioenfonds ABP, vindt de directe aanpak van Nederlanders niet altijd effectief. “Soms is een omweg beter.” Verder moet de Nederlandse accountant er volgens Doerga voor waken de ander te vertellen hoe het moet. Nederlanders moeten leren dat besluiten in het buitenland vaak nogal eens langs informele weg worden genomen.
Eervolle Vermelding NYP Publicatieprijs
Net als vorig jaar werd ook deze Accountantsdag de uitslag bekendgemaakt van de NIVRA Young Professionals Publicatieprijs. De inzendingen voor dit jaar leverden geen overtuigende kandidaat op voor de hoofdprijs van vijfduizend euro. Maar wel stak één inzending er duidelijk bovenuit. Juryvoorzitter Peter van der Zanden reikte daarom in plaats van de hoofdprijs een Eervolle Vermelding uit.
Marco van Kleef, werkzaam bij Deloitte, kreeg de daarbij behorende oorkonde en een iPod Touch voor zijn essay ‘Werken in accountancy: klein, groot of zelfstandig?’.
Van der Zanden riep de aanwezige jonge beroepsgenoten op actiever te publiceren, want hij wilde “volgend jaar niet weer wegkomen met een Eervolle Vermelding”.
Deelsessies
Tijdens de honderdste Accountantsdag discussieerden de ruim achthonderd deelnemers in verschillende deelsessies met elkaar.
- Arbeidsmarkt, diversity in de praktijk. Inleiders: Anne Marike van Arkel (NOvAA) en Fokko van Dijk (De Keijzer & Nipius). Facilitator: Caroline Zegers (Deloitte)
- Internationale verslaggeving en het mkb. Inleiders Hugo van den Ende (PwC) en Henk Verhoek (NIVRA). Facilitator: Ruud Vergoossen (BDO)
- Toezicht, een jaar later. Inleiders: Hans Gortemaker (EUR) en Steven Maijoor (AFM). Facilitator: Jacques Koenen (CZ Groep)
- Controle in Oost- of West-Europa, een wereld van verschil? Inleiders: Saskia Slomp (FEE) en Wim van Hoeven (E&Y Moskou). Facilitator: Jan Helderman (vice-voorzitter NIVRA)
- Outsourcing, de kansen en bedreigingen van Polen en India. Inleiders: Peter Horsten (Platform Outsourcing Nederland) en Jan Wiersma (Full Finance). Facilitator: Arnout van Kempen (Van Kempen Compliance & Legal Support)