Magazine

Accountancy aan zijlijn bij Duisenberg School of Finance

De Duisenberg School of Finance (DSF) wil in september 2008 starten met twee van de vier geplande opleidingen: risk management en law and finance. In een later stadium moeten ook de studierichtingen financial markets and institutions en corporate finance van start gaan. Bij de opleiding is de accountancy vooralsnog niet betrokken. Maar DSF-bestuurslid Klaas Knot sluit niet uit dat dit in de toekomst zal veranderen.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2007

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Om te beginnen moet er een misverstand uit de wereld worden geholpen. De lancering van de Duisenberg School of Finance viel ongeveer samen met de presentatie van de plannen voor het Holland Finance Centre. Dit laatste initiatief moet ertoe leiden dat Nederland, en met name Amsterdam, een aantrekkelijker vestigingsplaats wordt voor financiële instellingen. Dit nagenoeg gelijktijdig verschijnen in de publiciteit deed al snel vermoeden dat beide initiatieven twee kanten van dezelfde medaille waren.

Maar volgens DSF-bestuurslid Klaas Knot, in het dagelijkse leven directeur van de divisie toezichtbeleid van de Nederlandsche Bank, klopt dit niet helemaal. “Het zijn twee onafhankelijk van elkaar opgestarte initiatieven, waarbij de roep tot oprichting van de Duisenberg School of Finance nadrukkelijk uit de sector zelf kwam. Maar uiteraard hebben we op een bepaald moment wel besloten om beide plannen naast elkaar te leggen en te kijken waar kon worden samengewerkt.”

Overlap

Die samenwerking wordt zeker gestimuleerd door het feit dat de besturen van DSF en HFC in twee personen een overlap kent: Jos Streppel, cfo van verzekeraar Aegon, en Dirk Schoenmaker, plaatsvervangend directeur financiële markten van het ministerie van Financiën en parttime hoogleraar finance, banking and insurance aan de Vrije Universiteit.

Wat opvalt, is dat geen van beide besturen vertegenwoordigers uit de wereld van de accountancy telt (zie kader). Terwijl een van de gebieden waarop de Duisenberg School of Finance zich wil toeleggen toch risk management is, een terrein waarop bij uitstek accountants actief zijn.

Kwantificeren van onzekerheid

Knot legt uit waarom de topopleiding in spé desondanks geen beroep heeft gedaan op de kennis van RA's. “Ik wil absoluut niets ten nadele van de accountancy zeggen, maar risk management wordt in die branche toch meer als een zaak van compliance beschouwd. Terwijl wij op topniveau onderwijs willen aanbieden over risk management met als primaire insteek het kwantificeren van onzekerheid. En dat is uiteindelijk toch veel meer het vakgebied van banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen. Vandaar dat onder meer zij wel bij dit initiatief zijn betrokken. Maar ik kan me goed voorstellen dat wellicht op een later moment de accountancy alsnog bij de opleiding wordt betrokken. Ik neem overigens aan dat ook de accountantskantoren afnemers kunnen worden van talent dat van de opleiding afkomt.”

Aan de zijde van de accountancyopleidingen wordt bij monde van Marcel Pheijffer, directeur van NIVRA-Nyenrode, bevestigd dat er geen inbreng van de sector is. “Laat ik beginnen met te stellen dat ik deze opleiding een heel goed initiatief vind. Wel constateer ik dat er vooralsnog sprake is van een smalle basis. Men is van plan aandacht te besteden aan de risico's die verbonden zijn bij allerlei financiële producten zoals derivaten en pensioenen. Dat is toch niet echt het terrein waarop accountants als specialisten actief zijn. Maar ook ik sluit een samenwerking in de toekomst tussen deze nieuwe opleiding en de accountancy niet uit.”

Niet hoogleraren ‘invliegen’

De Duisenberg School of Finance zal kunnen beschikken over een jaarlijks budget van vijf miljoen euro. Daarvan leggen de sponsoren Aegon, ING, Fortis, DNB/ministerie van Financiën, ABP en Euronext de helft op tafel. Voor de andere helft rekent de school in de eerste jaren op ondersteuning door het ministerie van Economische Zaken en de gemeente Amsterdam. EZ levert een subsidie op basis van de beleidsnota Pieken in de Delta. In deze nota worden maatregelen genoemd om de ontwikkeling van zes gebieden in Nederland te stimuleren. Voor de noordelijke vleugel van de Randstad betekent dit dat het ministerie de internationale dienstverlening wil uitbreiden. Op de vraag of DSF al hoogleraren van naam en faam heeft weten aan te trekken, moet Klaas Knot vooralsnog het antwoord schuldig blijven. “We zijn hier nu mee bezig. Concrete namen kan ik nog niet noemen. Wel kan ik aangeven naar welke type hoogleraar onze voorkeur uitgaat. Wat we niet willen zijn hoogleraren die zich voor een paar uurtjes laten invliegen, college geven en dan weer vertrekken. We hebben uiteraard niets tegen professoren uit het buitenland. Als je een topopleiding wilt ontwikkelen, ben je denk ik zelfs mede van hoogleraren uit het buitenland afhankelijk. Maar we verlangen wel dat zij zich voor langere tijd aan onze opleiding committeren. Want naast het opzetten van toponderwijs willen we ook het doen van hoogwaardig onderzoek stimuleren. Dat vereist een permanente aanwezigheid van hoogleraren.”

Een van de besten

Het is de verwachting dat in september 2008 de Duisenberg School of Finance met ongeveer zestig studenten van start gaat. Knot: “We gaan in het eerste jaar uit van zo'n 25 tot dertig studenten per studierichtingen. Volgend jaar beginnen we dus met twee richtingen.” Knot is niet bang dat het verdwijnen van ABN AMRO als zelfstandige bank met het hoofdkantoor in Amsterdam, een negatieve uitstraling heeft op het Holland Finance Centre en de Duisenberg School of Finance. “Amsterdam blijft desondanks een sterke financiële sector houden. Natuurlijk kunnen we niet tegen Londen op, maar wie kan dat wel? Ik ben er echter van overtuigd dat Amsterdam in de groep die na Londen komt een van de besten kan zijn. Maar daar moeten we wel in investeren. Vandaar dat beide initiatieven zo belangrijk zijn.”

DSF en HFC

Het bestuur van de Duisenberg School of Finance bestaat uit voorzitter Jos Streppel (Aegon), Lex Kloosterman (Fortis), Klaas Knot (DNB), Roderick Munsters (ABP), Jan Willem Oosterwijk (Erasmus Universiteit Rotterdam), Dirk Schoenmaker (ministerie van Financiën), en Koos Timmermans (ING).

Voorzitter van het Holland Financial Centre is Arthur Docters van Leeuwen. Verder zijn Dirk Schoenmaker, Sjoerd Eisma (De Brauw Blackstone Westbroek), Joost van der Does de Willebois (NYSE Euronext), George Möller, (Robeco), Hans van der Noordaa (ING), Albert Röell (Kasbank) en Jos Streppel bestuurslid.

Holland Financial Centre wil ‘financiële denktank’ zijn

De locatie waar het Holland Financial Center (HFC) is gevestigd herinnert aan vroegere tijden. Die is namelijk, volgens de website van het HFC, ‘in het hart van de Nederlandse financiële wereld’ op Beursplein 5 in Amsterdam. Op de plek waar tot 2002 de vloerhandel in opties plaatsvond, zetelt nu het HFC dat zichzelf graag omschrijft als ‘denktank van de financiële wereld’. Of zoals de eigen website vermeldt: “In het Holland Financial Centre bundelt de Nederlandse financiële wereld de krachten om Nederland beter op de internationale kaart te zetten. Enerzijds door promotieactiviteiten, en anderzijds door het samen brengen en organiseren van het enorme potentieel dat Nederland heeft. Vooral op het gebied van pensioenen kan Nederland een vergelijkbare rol spelen als New York en London met hun beurzen, Singapore met private equity en Luxemburg en Dublin met beleggingsfondsen.”

In de denktank zijn onder meer vertegenwoordigd banken (ABN AMRO, Fortis, ING, Rabobank), toezichthouders (De Nederlandsche Bank, AFM), de overheid (ministeries van Economische Zaken, Financiën, Justitie, Sociale Zaken en Werkgelegenheid), verzekeringsmaatschappijen (Aegon, Delta Lloyd) en pensioenfondsen (ABP, PGGM plus de fondsen van Philips, Unilever en Shell). Vanuit de accountancy zitten de big four - Deloitte, Ernst & Young, KPMG en PricewaterhouseCoopers - in het bestuur van HFC.

Bij de start op 11 juli 2007 deed het HFC tien aanbevelingen om de aantrekkelijkheid van Amsterdam als financiële vestigingplaats te vergroten, zoals de overgang naar een Angelsaksisch one tier-bestuursmodel voor ondernemingen met commissarissen in de raad van bestuur, en een lagere dividendbelasting voor buitenlandse partijen. Eind oktober 2007 presenteerde het HFC het rapport ‘Nederland Pensioenkampioen’ met aanbevelingen om ons land tot een aantrekkelijke vestigingsplaats voor buitenlandse pensioenfondsen te maken.

Big four-voorzitters founder HFC

In de besturen van Duisenberg School of Finance en Holland Financial Centre zitten geen accountants. Wel zijn de bestuursvoorzitters van de big four ‘founder’ van het Holland Finance Centre. Bestuursvoorzitter Roger Dassen van Deloitte: “We hebben dit initiatief van begin af aan gesteund door onder meer de inzet van onze kennis, ervaring en netwerk. We beschouwen het als een belangrijke innovatie van de financiële wereld.” Ook PricewaterhouseCoopers juicht de oprichting van het HFC toe. Emile Rondhout van de Financiële Sector-groep van PwC: “Overheid en bedrijfsleven moeten samen het concurrerende vermogen van de Nederlandse financiële sector verbeteren. De overheid onderzoekt vruchtbare nichemarkten, innovatie, marketing en het fiscale klimaat. Het bedrijfsleven op zijn beurt heeft de krachten gebundeld in het HFC, een initiatief dat we met kracht ondersteunen.”

Adrie Boxmeer is journalist.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.