Uit de schulp
“Als een accountant vraagt hoe hij een bepaald voorschrift moet interpreteren, zou ons antwoord slechts moeten luiden: zo goed als je kunt.” Aldus Sir David Tweedie, voorzitter van de International Accounting Standards Board.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2006
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Aan hem werd gevraagd hoe we de ontwikkeling naar een steeds meer gedetailleerde, rule-based-regelgeving konden tegengaan. Ophouden met uitleggen en voorkauwen, vond Tweedie, iedereen zou dan weer genoodzaakt worden zelf na te denken.
Een meer praktische benadering om de uitdijende regelgeving te verminderen bestaat uit het zoveel mogelijk integreren van de uiteenlopende stelsels. Het was het belangrijkste thema op het recente Wereldcongres voor Accountants, afgelopen maand in Istanbul. Veel discussies gingen over de afstemmingsproblemen die zich voordoen bij een steeds mondialer opererend beroep. Zo pleit een grote groep ontwikkelingslanden voor het hanteren van light versies of een gefaseerde invoering van auditstandaarden, een standpunt dat vergelijkbaar is met de roep van het midden- en kleinbedrijf hier in Nederland.
Maar ook bij de grote landen gaat de invoering van de International Standards on Auditing niet zonder slag of stoot. Zo hebben de Engelsen nog eens dertig pagina's toegevoegd aan de negentig pagina's tellende Code of Ethics, voornamelijk vanwege de toelichtingen op de vertaling van Amerikaansnaar Brits-Engels. De portikosten voor de verzending naar de leden bedroegen zo'n £ 100,000, de belangrijkste reden om alsnog te besluiten een sterk ingekorte samenvatting te maken. Toch betwistte vrijwel geen van de 5.500 vertegenwoordigers van de 160 lidorganisaties de noodzaak van verdergaande convergentie en harmonisatie.
Dat deed ook Jan Hommen op de Accountantsdag. Internationale standaardisatie is een must, aldus de president-commissaris van Reed Elsevier, maar niet voldoende om de zijns inziens noodzakelijke reductie van de audit fees te bewerkstelligen. Hommen was van mening dat de prijs-kwaliteitverhouding van het controleproduct ernstig onder druk staat. Hij gaf aan wat we er als accountants aan konden doen: ofwel de kosten van de audit met zo'n twintig á veertig procent reduceren, ofwel de waarde van de dienstverlening verbeteren, en liefst een combinatie van beiden. Daarbij wees hij op het feit dat de handtekening minder toevoegt nu de interne beheersing van veel bedrijven met de invoering van SOx aanzienlijk is verbeterd.
Hommen staat niet alleen in zijn kritiek, met name in de UK is het beroep al enige tijd mikpunt van publieke kritiek vanuit het bedrijfsleven. Het is waarschijnlijk niet toevallig dat de zes voorzitters van de grootste accountantskantoren onlangs met een visiedocument zijn gekomen, Global capital markets and the global economy, waarin een reeks voorstellen om de auditdienstverlening beter af te stemmen op de wensen en behoeften van het bedrijfsleven.
De voorstellen bevatten naar mijn mening weinig echte innovaties, niettemin beschouw ik het als een serieus initiatief om een fundamentele dialoog met de markt aan te gaan over de waarde en betekenis van onze dienstverlening. Het beroep komt hiermee uit zijn schulp, en we moeten ons vooral niet uit het veld laten slaan door de eerste sceptische reacties in de media. Er heerst nog steeds wantrouwen richting accountants, maar het is aan ons om dat te doorbreken met het organiseren van een kritisch en open debat. Het is er hoog tijd voor en als beroepsorganisatie zullen we ons steentje er zeker aan bijdragen.
Hopelijk komt het niet van één kant. Ik sluit me dan ook van harte aan bij de oproep die Jan Hommen deed aan zijn collega's in het bedrijfsleven: meng u actief in het debat over controle- en beheersingsvraagstukken. Want als de rekening op de mat ligt, is het te laat.
Gert Smit
algemeen directeur