Nieuws
'Die conclusie laat ik aan u' - 'SOx succesvol' - Wereldcongres Istanbul - Pas op, beloningsadviseurs! - RJ alive en kicking? - Ook Nederlandse commissarissen duurder? - Mazars wordt Europese vennootschap - Ernst & Young, Deloitte en BDO niet - Begrotingsuitvoering Europese Commissie weer afgekeurd.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2006
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
‘Die conclusie laat ik aan u’
Bonussen en andere topmanbeloningspresentjes zijn op aandeelhoudersvergaderingen een populair onderwerp. Maar bestuurders zijn vaak minder enthousiast. de Volkskrant tekende onderstaande discussie letterlijk op tijdens de aandeelhoudersvergadering bij het kwakkelende Laurus-concern, begin november 2006. Daar werd bekend gemaakt dat de ontslagen topman Harry Bruijniks naast een ontslagvergoeding van 768 duizend euro ook een bonus van 230.400 euro meekrijgt.
Gerben Hettinga (Vereniging van Effectenbezitters) grijpt de microfoon: “Een bonus van 230 duizend euro terwijl de onderneming op omvallen staat! Hoe kunt u dat verklaren?”
Jacques van Dijk (president-commissaris en voorzitter): “De heer Bruijniks heeft aan een aantal criteria voldaan, zoals de omzetontwikkeling, cash flow en margeontwikkeling.”
Hettinga: “Maar in het eerste halfjaar is de groei gedaald en heeft Laurus aan marge verloren. Aan welke criteria heeft Bruijniks dan wel precies voldaan?”
Van Dijk: “Het spijt me, maar ik ga niet in op details.”
Hettinga: “U geeft een falende topman bijna een miljoen mee naar huis.”
Van Dijk: “Die conclusie laat ik aan u. We volgen het contract, we delen geen cadeautjes uit.”
‘SOx succesvol’
Ondanks het politieke en corporate geklaag lijkt de Sarbanes-Oxley Act effectief in het bereiken van het uiteindelijke doel: een betere kwaliteit verslaggeving. Dat concludeert de Amerikaanse New York Times op basis van een onderzoek door AuditAnalytics. Dat bureau constateert dat in 2005 1.395 bedrijven een zogenoemde restatement van gepubliceerde cijfers meldde, 72 procent meer dan in 2004. In de eerste helft van 2006 waren het er 928, veertien procent meer dan in diezelfde periode in 2005.
Het echt interessante zit hem echter in de verschillen tussen verschillende deelgroepen. Klanten van wat de krant noemt auditing firms you have heard of - de acht grootste - hoeven minder vaak te restaten dan vorig jaar (31 procent minder dan eerste helft 2005), terwijl het aantal restatements door de (doorgaans kleinere) beursgenoteerde klanten van kleinere accountantskantoren meer dan verdubbelde.
Ter verklaring wijst de New York Times er op dat dankzij Sarbanes-Oxley voor het eerst ook die minder grote accountantsfirma’s onder effectief toezicht vallen. In het pre-SOx-tijdperk was er alleen de Securities and Exchange Commission (SEC). En die richtte zijn beperkte bevoegdheden en menskracht begrijpelijkerwijs vooral op de grotere bedrijven en hun accountants. Sarbanes-Oxley verplicht de daartoe opgerichte Public Company Accounting Oversight Board (PCAOB) echter om elk accountantskantoor met beursgenoteerde klanten minstens eens per drie jaar aan een grondige inspectie te onderwerpen. “Dat dwingt accountants tot meer aandacht voor de details”, zegt ceo Mark Cheffers van AuditAnalytics. “En het dwingt kleinere bedrijven er zeker van te zijn dat hun jaarrekeningen de toets der kritiek kunnen doorstaan.”
Wereldcongres Istanbul
Circa vijfduizend accountants bezochten half november 2006 in Istanbul het vierjaarlijkse World Congress of Accountants van de International Federation of Accountants (IFAC). Tijdens de opening werden de bezoekers toegesproken door onder meer de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan. Tot de sprekers op de vier congresdagen met het overkoepelende thema ‘Accountants: Generating Economic Growth and Stability Worldwide’ behoorden verder onder meer voorzitter Sir David Tweedie van de International Accounting Standards Board en PricewaterhouseCoopers-topman Sam DiPiazza. Naast plenaire bijeenkomsten waren er 28 specifieke workshops.
Ook Nederlandse accountants leverden daar een bijdrage: Gert Karreman sprak over internationale onderwijsstandaarden, Leon van den Nieuwenhuijzen over corporate governance en het publieke belang, Nancy Kamp-Roelands over maatschappelijk verantwoord ondernemen, Arnold Schilder over corporate governance en de financiële markten, Hans Verkruijsse over de competenties en vaardigheden van de auditor van de toekomst, Wim Moleveld over accountants in business en corporate ethical behavior en Jan Pasmooij (NIVRA) over assurance for digital reporting. Steven Maijoor van de Autoriteit Financiële Markten sprak tijdens een workshop over toezicht.
War Child wint Transparant Prijs 2006
War Child is winnaar van de derde editie van De Transparant Prijs, een initiatief van PricewaterhouseCoopers en de Donateursvereniging Nederland dat tot doel heeft de kwaliteit van de verslaggeving door charitatieve instellingen te stimuleren. De 168 ingezonden jaarverslagen van dit jaar scoren significant hoger dan vorig jaar.
Oranje Fonds is winnaar in de categorie vermogensfondsen, Stichting Mama Alice in de categorie klein, Stichting Ontmoeting in de categorie middelgroot, en War Child in de categorie groot. Daarnaast is War Child overall prijswinnaar.
Alle winnaars ontvangen behalve een beeldje een bedrag van € 10.000.
Pas op, beloningsadviseurs!
Een groep van dertien pensioenfondsen, waaronder de California State Teachers’ Retirement System (het op een na grootste publieke fonds), heeft de 25 grootste Amerikaanse ondernemingen per brief opgeroepen de rol van compensation consultants terug te dringen. Belangenconflicten bij de advisering over executive pay zouden kunnen leiden tot Enron-achtige schandalen, waarschuwen de fondsen. Dit omdat dezelfde firma’s vaak tegelijkertijd werken aan andere adviesklussen bij zo’n bedrijf. De fondsen vrezen voor het opschroeven van de topsalarissen ten koste van de aandeelhouders. ‘It is critical... that a compensation consultant be free of any conflict of interest, perceived or actual’, aldus de brief, die verder waarschuwt voor een aantasting van aandeelhoudersvertrouwen. Sommige bedrijven wensten niet te reageren tegenover de Financial Times, die er over berichtte. Andere stelden dat er weinig bewijs is voor belangenconflicten.
Beloning en prestatie
De beloning van topbestuurders in de VS stijgt sneller dan de nettowinst van de bedrijven waar ze in dienst zijn, en van de verdiensten van de aandeelhouders (koersstijging en dividend). Dat blijkt uit een onderzoek door Reuters Estimates in opdracht van de Britse zakenkrant Financial Times. Het gemiddelde salarispakket (loon, bonus en optieregeling) van de topmannen steeg het afgelopen jaar met twintig procent. De nettowinst van de 377 onderzochte S&P 500-bedrijven steeg vijftien procent, de aandeelhouders gingen er negen procent op vooruit.
RJ alive en kicking?
Welke waarde heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving nog in het post-IFRS tijdperk? De sprekers tijdens het 25-jarig jubileum lieten er geen misverstand over bestaan: de RJ heeft ook de komende 25 jaar haar handen vol. Ten eerste hebben de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving nog steeds veel waarde voor niet-beursgenoteerde bedrijven en dat geldt ook voor bedrijven aan de nieuwe beurs Alternext. De richtlijnen voorzien daar in de behoefte aan vereenvoudigde regelgeving. De tweede reden is waarschijnlijk belangrijker: de RJ blijft ook belangrijk omdat het juist in de huidige internationale setting nodig is om vanuit de landenorganisaties een gezamenlijke duidelijke stem te laten horen aan de IASB. Stig Enevoldsen, voorzitter EFRAG (European Financial Reporting Advisory Group), kan daarbij alle hulp gebruiken: “Zeker nu de Amerikaanse invloeden zo dominant zijn geworden. De landenorganisaties moeten samenwerken om het cultural imperialism tegenwicht te bieden.” Geoffrey Whittington, tot 30 juni 2006 lid van de IASB, onderschreef dat: “De IASB kan veel leren van een discussie met nationale regelgevers op hoog niveau.” (NW)
Ook Nederlandse commissarissen duurder?
De cijfers liegen er niet om. In 2004 stegen de salarissen voor commissarissen bij de grootste 350 beursgenoteerde ondernemingen in Engeland met 21 procent. Dat meldt de Britse Financial Times, naar aanleiding van onderzoek door Income Data Services. Vorig jaar was de stijging minder, maar nog altijd ruim dertien procent. De gemiddelde vergoeding van een commissaris bij een van de honderd grootste Engelse ondernemingen bedraagt op dit moment ruim 68 duizend euro. En dat voor een baan die over het algemeen zo’n 25 dagen werk per jaar vergt. Het gemiddelde salaris van de voorzitter van een raad van commissarissen is nog fors hoger: rond de 435 duizend euro.
Hoe staat het met de beloning van commissarissen in Nederland? Jaap van Manen, bij PricewaterhouseCoopers verantwoordelijk voor corporate governance, ziet hier eenzelfde ontwikkeling , alhoewel hij die niet met concrete cijfers kan staven. “Door de strengere wetgeving dragen ook hier commissarissen meer verantwoordelijkheid. Ze kunnen aansprakelijk worden gesteld als er financieel iets misgaat. Die verantwoordelijkheid willen ze terugzien in hun salaris. Daarnaast speelt een rol dat bij veel beursgenoteerde bedrijven in Nederland Amerikanen commissaris zijn. Die willen een vergoeding die vergelijkbaar is met wat ze in de VS kunnen krijgen. Amerikanen spelen ook op een andere manier een rol. Want veel Nederlandse bedrijven hebben, ongeacht of ze aan de beurs in New York zijn genoteerd, Amerikanen als aandeelhouder. Als de resultaten tegenvallen zijn Amerikaanse aandeelhouders zeer assertief. Die pakken degene die ze verantwoordelijk achten voor de tegenvaller keihard aan. Commissarissen sluiten ze daarbij niet uit.”
Willem Hollander, directeur van het Nederlands Centrum voor Directeuren en Commissarissen (NCD), ziet bij de middelgrote beursgenoteerde ondernemingen echter een andere ontwikkeling. “Daar zijn de salarissen voor commissarissen de afgelopen jaren niet omhoog gegaan. Gemiddeld ligt de vergoeding bij een middelgroot bedrijf voor een toezichthouder op twaalfduizend euro per jaar en voor een voorzitter op vijftienduizend euro. Dat is al jaren zo. Volgens Hollander is het verschil met Engeland dat daar de commissaris onderdeel van de raad van bestuur is. “Hij ziet wat de executive bestuursleden verdienen en denkt als non-executive bestuurslid: dat wil ik ook. In Nederland is de commissaris zeker bij een middelgroot bedrijf een functie die door velen als een erebaantje wordt beschouwd. Als het aan mij ligt gaat dat veranderen. Een commissariaat is een serieuze aangelegenheid, en daar hoort ook een serieuze beloning bij.” (AB)
Mazars wordt Europese vennootschap
“De invoering van de Achtste Richtlijn in Europa zal voor Mazars aanleiding zijn te onderzoeken op welke wijze zijn internationale koepel kan worden gegoten in de vorm van een Europese vennootschap”, zegt bestuursvoorzitter Jos van Huut van Mazars Nederland naar aanleiding van de oprichting van KPMG Europe LLP. Waarschijnlijk zal KPMG Nederland op 15 december 2006 bij de presentatie van de jaarcijfers bekendmaken of de aandeelhouders de uitnodiging om deel te nemen aan KPMG Europe aanvaarden.
De nieuwe Achtste Europese controlerichtlijn maakt buitenlands eigendom van een accountantskantoor vanaf 2008 mogelijk. Daarmee effent de Europese regelgeving het pad voor één grensoverschrijdende rechtspersoon voor accountancymultinationals. KPMG Engeland en KPMG en Duitsland maakten al eerder bekend per 1 oktober 2007 te zullen opgaan in KPMG Europe. Mazars grijpt de nieuwe richtlijn aan om de Belgische coöperatie, waarin de verschillende landenorganisaties nu samenwerken, om te zetten in een Europese vennootschap. Van Huut: “Feitelijk verandert er vrijwel niets aan de organisatie. Nu zijn alle vennoten tevens lid van de Belgische coöperatie, die een eigen Europees bestuur heeft met een gemeenschappelijke strategie en financiële arrangementen. De vennootschap maakt winstverdeling en investeringen eenvoudiger. Wij kunnen dat straks gemakkelijker doen via de holding.”
Ernst & Young, Deloitte en BDO niet
Ernst & Young, Deloitte en BDO zien geen noodzaak tot verdere “Europese eenwording”. Bij Ernst & Young werken in Europa 21 landen sinds 1 januari 2006 op basis van overeenkomsten nauw samen binnen de Central Europe Area, om de slagkracht bij internationale samenwerking te vergroten. De cea heeft een eigen bestuur, maar geen rechtspersoonlijkheid. Binnen de cea worden de kosten en opbrengsten tot op zekere hoogte gedeeld.
Voor BDO is ‘Europese eenwording’ volgens Ron Rombouts ”op dit moment” niet aan de orde. “BDO bestaat uit een wereldwijd netwerk van zelfstandige en onafhankelijk van elkaar opererende nationale organisaties. De afspraken tussen de nationale BDO-organisaties zijn te vergelijken met een strategische samenwerking. Met deze structuur zijn wij uitstekend in staat grensoverschrijdende dienstverlening aan te bieden aan internationaal opererende bedrijven.”
Ook Deloitte denkt, om vergelijkbare redenen, nog niet aan een internationale rechtspersoon, vertelt bestuursvoorzitter Roger Dassen. “Onze kracht in de markt is niet afhankelijk van structuren, maar van ons handelen. Zowel onze klanten als onze mensen hechten groot belang aan een consistente kwaliteit, aan een efficiënte manier van zaken doen en aan een ‘global culture’.
Het stimuleren van die waarden en dat gedrag is de kern van de strategie van Deloitte. Een Europese of, eerder nog, wereldwijde rechtspersoon zien wij als een mogelijke afronding van een dergelijk proces, zeker niet als het startpunt.”
Een reactie van PricewaterhouseCoopers was op het moment van sluiten van dit nummer nog niet beschikbaar. (LvA)
PricewaterhouseCoopers financieel en maatschappelijk
De omzet van PricewaterhouseCoopers Nederland steeg in het boekjaar 2005-2006 met 4,6 procent naar € 654,8 miljoen. De accountancyomzet stagneerde, maar werd gecompenseerd door stijgende (belasting)adviesinkomsten. Het bedrijfsresultaat na belastingen steeg met 21,7 procent van 77,3 tot 94,1 miljoen euro. Tegelijk met het financiële jaarverslag publiceerde het kantoor zijn eerste maatschappelijke jaarverslag. Weliswaar een maand later dan Deloitte, maar als eerste wel ‘gecertificeerd’. Door KPMG.
Johan Piet was eerder
Onlangs presenteerden Deloitte en PricewaterhouseCoopers hun maatschappelijke jaarverslagen als primeurs in de accountancy. Voor klanten bieden zij al langer diensten op dit terrein, maar nu geven ze zelf het goede voorbeeld. Toch was de echte primeur binnen de sector voor een ander kantoor. Begin oktober 2006 presenteerde Johan Piet van Transparability alweer zijn tweede maatschappelijke jaarverslag, gebaseerd op de nieuwe G3-richtlijnen van de GRI, een handleiding voor maatschappelijke verantwoording van mkb-bedrijven. “Ik ben gespecialiseerd in deze verslaggeving”, zegt Piet. “Daarom wilde ik ervaren wat het voor een ondernemer betekent om een maatschappelijk jaarverslag op te stellen.” Piet was in twee dagen klaar. De meeste tijd had gezeten in vormgeving en strategie. “De G3-richtlijn heeft ongeveer vijfhonderd onderwerpen, maar daarvan concentreer je je op de thema’s die voor jouw organisatie relevant zijn.” In zijn maatschappelijk jaarverslag 2005 schetst Transparability de belangrijkste stakeholders en maatschappelijke thema’s van het kantoor. Als stakeholders onderscheidt Piet opdrachtgevers, klanten van de opdrachtgevers, burgers, toekomstige generaties en de derde wereld. Verantwoording legt hij af voor de economische meerwaarde van het kantoor, de sociaal-ethische bijdrage aan de maatschappij en ecologische prestatie. Zo meldt hij in het jaarverslag als bijdrage aan het milieu de vervanging van een benzineauto door een dieselauto met roetfilter, een kantoor aan huis waardoor woon-werkverker vervalt, en de keuze voor openbaar vervoer als er stations in de buurt zijn. (HV)
Nieuwe attentiepuntenlijst voor herziene Wtb (RAC 950N)
Onder de definitieve Richtlijn voor de Accountantscontrole RAC 950N ‘De wettelijke meldingsplicht van de accountant van een financiële instelling die onder toezicht staat’ is een nieuwe attentiepuntenlijst verschenen die van toepassing is voor de vorig jaar herziene Wet toezicht beleggingsinstellingen (Wtb). De nieuwe attentiepuntenlijst moet worden toegepast bij de controle van de jaarrekening (en/of financiële rapport age ten behoeve van de toezichthouder) van beleggingsinstellingen die onder de herziene Wtb vallen. De oude lijst blijft bestaan voor een kleine categorie instellingen waarop de oude wet nog van kracht is.
Kees Storm: ‘Introduceer proxy voting in Nederland’
Proxy voting - stemmen op afstand door aandeelhouders die de AvA niet bijwonen - is geen panacee voor alle kwalen, maar op zijn minst voor een aantal. Kees Storm - invloedrijk commissaris van diverse beursfondsen - pleitte tijdens het RJ-jubileum dan ook voor invoering van dit Amerikaanse systeem in Nederland: “Het probleem in de discussie over de activistische aandeelhouders (VNU, Stork en dergelijke, red.) is dat de aanwezige stemgerechtigden bij een aandeelhoudersvergadering vrijwel nooit een goede weerspiegeling zijn van het totaal. Deskundige aandeelhouders met een lange adem laten hun stem vrijwel nooit horen op zo’n vergadering. Zeker nu het aandeelhouderschap sterk internationaliseert - slechts twintig procent van de aandelen in AEX-fondsen is in Nederlandse handen - zou proxy voting een goed idee zijn.” Wat proxy voting precies van doen heeft met externe verslaggeving, het onderwerp van het jubileumcongres? “De basis voor zo’n systeem is een goede jaarrekening op basis waarvan aandeelhouders hun stem adequaat kunnen bepalen. Daarom ben ik vóór convergentie van IFRS en US GAAP: hoe beter de vergelijkbaarheid, hoe beter het systeem van proxy voting werkt in internationale verhoudingen.” (NW)
Begrotingsuitvoering Europese Commissie weer afgekeurd
De Europese Rekenkamer heeft de begrotingsuitvoering van de Europese Commissie over 2005 (€ 106 miljard) afgekeurd. Het is voor het twaalfde achtereenvolgende jaar dat dit gebeurt. Maarten Engwirda, het Nederlandse lid van de Rekenkamer, denkt dat de Commissie er op zijn vroegst in 2010 of 2011 in zal slagen een goedkeurende verklaring te krijgen. Op dit moment kan de Rekenkamer slechts over een derde van de begroting van € 106 miljard met een redelijke mate van zekerheid zeggen dat dit geld rechtmatig is besteed.
De rest betreft vooral landbouwsteun en economische structuurversterking, die nationaal worden uitbetaald. Toch is de Commissie voor de hele begrotingsuitvoering verantwoordelijk. Zowel de Europese Rekenkamer als de Europese Commissie is voorstander van een systeem waarbij de minister van Financiën van iedere lidstaat jaarlijks zijn handtekening zet voor de rechtmatige besteding van het Europese geld. Het animo daartoe is echter gering. Minister van Financiën Gerrit Zalm deed het in juli 2006 als eerste en enige.
Eurocommissaris Siim Kallas, verantwoordelijk voor Administrative Affairs, Audit and Anti-Fraud, vindt dat de Rekenkamer te zeer is gespitst op het vinden van individuele fouten in kleine steekproeven van transacties. Dit leidt volgens hem tot extrapolaties “die alom verkeerd worden geïnterpreteerd”.
Maarten Engwirda in het Financieele Dagblad: “Op de manier waarop we werken kunnen we met een redelijke mate van zekerheid zeggen of er te veel fouten in het financieel beheer worden gemaakt. Wil je meer zekerheid dan moeten we duizend extra accountants inhuren. Maar dat voegt wezenlijk niks toe.”
Wijziging grensbedragen klein en middelgroot
Sinds 25 oktober 2006 zijn de grensbedragen uit artikel 2:396 lid 1 en artikel 2:397 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek aangepast aan een wijziging van de vierde EU-Richtlijn. De grensbedragen voor activa en netto-omzet voor kleine ondernemingen worden respectievelijk € 4.400.000 en € 8.800.000, voor middelgrote ondernemingen respectievelijk € 17.500.000 en € 35.000.000. Dit komt neer op een verhoging met circa twintig procent. Door de verhoging kunnen meer kleine en middelgrote ondernemingen een beroep doen op de vrijstellingen in artikel 2: 396 en 397 BW. Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat het de bedoeling is om het bedrijfsleven zo vroeg mogelijk te laten profiteren van deze administratieve lasten-verlichting. De grensbedragen mogen volgens artikel 3 van het besluit al worden toegepast op de jaarrekening over 2006.
Young professionals achtste in zeilrace
Op 12 tot en met 15 oktober 2006 deed een team van zestien NIVRA Young Professionals-leden mee aan de Race of the Classics for Young Professionals, een race met tien klassieke zeilschepen naar het Engelse Lowestoft en weer terug. In de nacht van vrijdag de dertiende bleek Engeland echter als gevolg van windstilte niet haalbaar en werd uitgeweken naar de haven van Texel. Met zo’n tweehonderd man was het feest daar niettemin een groot succes. Zaterdag stond er plotseling windkracht zeven, dus werden er nog drie wedstrijden gezeild voor de Nederlandse kust. Team NYP behaalde daarbij een tweede, vijfde en tiende plaats, samen goed voor een uiteindelijke achtste positie.
Andere financiering IASB
In een brief aan de Tweede Kamer doet minister van Financiën Gerrit Zalm een voorstel tot een andere financiering van de International Accounting Standards Board (IASB). Deze private en onafhankelijke instelling die de International Financial Reporting Standards (IFRS) vaststelt, wordt nu nog gefinancierd door vrijwillige bijdragen van ondernemingen. De IASB zelf wil een dwingender systeem. In dit licht heeft de Europese raad van ministers van Economische Zaken en Financiën op 11 juli 2006 de lidstaten opgeroepen tot het opzetten van een financieringssysteem voor de eigen jurisdictie. Een kwart van de jaarlijkse kosten van de IASB van € 23,5 miljoen zal moeten worden opgebracht door bedrijven uit de Europese Unie, de rest in ongeveer gelijke delen door de grote accountantskantoren, de Verenigde Staten en de rest van de wereld.
Nederland wil het innen van de bijdragen - per onderneming tussen € 2000 en € 4000 - laten lopen via de Autoriteit Financiële Markten, die de bedrijven kan aanslaan volgens dezelfde verdeelsleutel als bij de toezichtkosten op de financiële verslaggeving. Een en ander kan worden opgenomen in de Wet toezicht financiële verslaggeving. Het systeem moet op 1 januari 2008 in werking treden, omdat de huidige financieringscontracten dan aflopen.
Het jaar 2005 verslagen
Onlangs verscheen de bundel ‘Het jaar 2005 verslagen: Onderzoek jaarverslaggeving Nederlandse ondernemingen’. Deze elfde editie in de reeks over actuele onderwerpen rond externe verslaggeving stond onder redactie van Rob Bosman (NIVRA) en de hoogleraren Kees Camfferman en Ruud Vergoossen.
Tegen de achtergrond van de per 2005 verplichte toepassing van IFRS door beursgenoteerde ondernemingen, geeft deze editie volop aandacht aan IFRS-verwante onderwerpen, bijvoorbeeld de invloed van IFRS op vermogen en resultaat van ondernemingen en het praktisch gebruik van enkele binnen IFRS toegestane keuzemogelijk heden. IFRS blijkt toch meer principles based dan velen veronderstellen.
Visiedocument Big 6
De ceo’s van de zes grootste accountantskantoren ter wereld - PricewaterhouseC oopers, KPMG, Deloitte, Ernst & Young, BDO en Grant Thornton - hebben samen een visiedocument gepubliceerd over de veranderingen die financiële verslaggeving en controle volgens hen moeten ondergaan om beter tegemoet te komen aan de behoeften van de wereldwijde kapitaalmarkten. De big six willen met de publicatie een springplank bieden voor dialoog met alle stakeholders.
Deloitte Almere naar Countus
Het vroegere kantoor van Deloitte in Almere heeft zich aangesloten bij accountantsketen Countus. In oktober 2006 zijn alle RA’s en medewerkers in Almere in dienst getreden bij deze organisatie. De initiatiefnemers van deze transfer zijn Casper Swaan en Ruud Wijnands. Tot voor kort waren beiden nog accountant bij Deloitte.
Swaan: “Vanwege het opschonen van het kantorennetwerk die Deloitte doorvoert, zou de vestiging in Almere worden opgeheven en zouden de medewerkers naar Barneveld worden overgeplaatst. Daar voelden wij echter niets voor. Ruud Wijnands en ik hebben toen kantoor Almere van Deloitte overgenomen en vervolgens aansluiting gezocht bij Countus. Dat is een organisatie met zestien kantoren over geheel Nederland en nog enkele vestigingen in het westen van Duitsland. De hoofdvestiging is in Zwolle.” (AB)
Amsterdam ontkent creatief boekhouden
Is de gemeente Amsterdam nu wel of niet driekwart miljard euro meer waard dan in haar boeken staat? Ja, kopte dagblad Parool half oktober 2006. Al twee jaar geleden zou de Acam, de gemeenteaccountant, de gemeente hebben gesommeerd de bedragen van haar bezittingen aan te passen. Het zou gaan om onroerend goed en deelnemingen in bijvoorbeeld Schiphol en Nuon, die bijna zevenhonderd miljoen meer waard zouden zijn dan Amsterdam nu heeft berekend. Een staaltje creatief boekhouden? Nee, reageerde de gemeente. “Wij stellen nooit waarde bij, anders lijkt het alsof we winst maken.” Anders dan beursfondsen hebben overh eden niet de verplichting om waarde van hun bezit jaarlijks te herwaarderen.
Amsterdam zelf hanteert de vuistregel dat herwaardering alleen gebeurt als daar aanleiding toe is. Het advies van de eigen accountant zou zo’n aanleiding moeten zijn, maar die had uitsluitend betrekking op de deelneming in Amsterdam Arena, zegt gemeentewoordvoerder Robert Wiechink. “In 2004 hebben wij een voorziening getroffen om de brandveiligheid van de Arena te verbeteren. Die heeft echter niet geleid tot waardevermeerdering. Voor deze uitgave hebben wij extra aandelen gekregen, maar omdat daar geen waarde tegenover stond hebben wij die op nul gewaardeerd. Acam heeft daar vragen bij gesteld. Ten onrechte heeft het Parool dat advies geëxtrapoleerd naar al onze deelnemingen.” (HV)