Magazine

'Het kan alle kanten uit'

Sluit de huidige accountancyopleiding nog aan bij de kwantitatieve en kwalitatieve behoeften van de internationaliserende markt? Of moeten er bakens worden verzet? Welke dan? En hoe? Gert Smit over opdracht en achtergrond van de commissie Toekomst Accountancy Opleidingen.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

De instroom naar de accountancyopleidingen stagneert, de doorstroming - naar inschrijving in het register - verloopt onvoldoende soepel en ondertussen neemt de vraag naar gekwalificeerde accountants alleen maar toe. Het logische en onvermijdelijke gevolg van deze combinatie: een groeiend tekort aan accountants.

Daarnaast vraagt de markt om een grotere differentiatie in kennis en vaardigheden van afgestudeerden. En daarbovenop bepalen internationale ontwikkelingen rond opleidingseisen en opleidingsaanbod in toenemende mate het Nederlandse ‘speelveld’.

Dwingende vragen

Ziehier in een notendop de context waarbinnen de onlangs ingestelde commissie Toekomst Accountancy Opleidingen de Nederlandse accountancyopleiding tegen het licht moet houden. Oh ja, en dan is er nog iets: de kwaliteit van de huidige RA-opleiding dient binnen het totale opleidingsaanbod te worden gehandhaafd. NIVRA-directeur Gert Smit licht dat laatste toe: “Als je praat met internationale ondernemingen als Shell, die werken met gekwalificeerde accountants uit allerlei landen, dan vertellen ze dat de kwaliteit van onze RA’s internationaal opvallend is. Dat niveau moeten we dus koesteren.”

Maar dit staat los van het feit dat de opzet en inhoud van de accountancyopleidingen verder wel degelijk ‘open’ en zonder voorbehoud moeten worden bekeken, en waar nodig aangepast. “Ik kan en wil op geen enkele manier vooruitlopen op het advies dat de commissie uiteindelijk zal geven”, benadrukt Smit. “Maar we staan als beroep en beroepsorganisatie voor een aantal dwingende vragen. Bijvoorbeeld of je de RA-studie niet meer moet differentiëren, zowel vanwege de nu grote uitval van studenten als de gedifferentieerde behoeften van de markt. Accountants werken in allerlei omgevingen, die uiteenlopende eisen stellen. Moet een registeraccountant die in het midden- en kleinbedrijf wil werken wel alles weten van SOx en Tabaksblat, om maar eens een voorbeeld te noemen?”

Internationaal

Is het niet beter om bovenop een internationaal erkende basisstudie, specialisaties te creëren voor bijvoorbeeld internationaal werkende accountants, interne accountants, overheidsaccountants, forensische accountants? Dat is een van de vragen die het beroep moet beantwoorden, stelt Smit. “Nu zijn er ook wel wat specialisaties, bijvoorbeeld voor milieuaccountancy, maar binnen het controlerend beroep niet. Daar hebben we maar één standaardopleiding.”

Een ander onderdeel van de opleidingsdiscussie betreft de internationale omgeving. Binnen de Europese Unie is mutual recognition voorgeschreven van elkaars opleidingen. Controlerend accountants uit alle lidstaten zouden, na een aanvullend tentamen over specifieke nationale aspecten (in Nederland bijvoorbeeld belastingwetgeving, de GBR en de
code Tabaksblat), ook in andere lidstaten tot de wettelijke controle moeten worden toegelaten. Omdat die opleidingen echter nogal verschillen in de landen van de EU hebben zeven beroepsorganisaties gezamenlijk gewerkt aan het vaststellen van een op common content gebaseerd opleidingsprofiel (zie onder meer ‘de Accountant’ van maart 2005).

Smit: “Dat wijkt echter af van het huidige beroeps- en opleidingsprofiel en de vraag daarbij is hoe hier als Nederland mee om te gaan. Als NIVRA en universiteiten ontkomen we er in dat verband niet aan om concreet te kijken naar het huidige opleidingsprogramma. Moet dat meer, minder? Een punt is onder meer of je voor iedere accountant, in welk marktsegment iemand ook controleert, aan de huidige hoge RA-eis moet en kunt blijven vasthouden.”

Invloed NIVRA

Smit wijst er op dat de bevoegdheden van het NIVRA op dit terrein verre van onbeperkt zijn. Na het invoeren van de Wet toezicht accountantsorganisaties ziet de rolverdeling in het onderwijslandschap er plotseling heel anders uit. “Het Examenbureau en het curatorium vallen weg. De huidige NIVRA-verantwoordelijkheid voor het opleidingsprofiel komt na invoering van de nieuwe wet in handen van een nieuw onafhankelijk orgaan, de Commissie Eindtermen Accountancyopleiding, de CEA.”

Het NIVRA houdt niettemin wel indirecte invloed. Smit: “De beroepsorganisatie blijft verantwoordelijk voor het beroepsprofiel. En het opleidingsprofiel hangt daar uiteraard weer mee samen. Aan de andere kant noemt de Wta ook een aantal punten waaraan de accountantsopleiding moet voldoen.”

September 2006

Ziehier de contouren van het internationale, wettelijke en beroepsinhoudelijke speelveld waarbinnen de commissie Toekomst Accountancy Opleidingen de komende tijd moet opereren en adviseren.

Wanneer is het advies te verwachten?

Smit: “De afspraak is om op 1 september 2006 met een advies te komen. Vervolgens moet het NIVRA naar de bevoegde instanties stappen om eventueel gewenste veranderingen aan de orde te stellen.”

Moeten de opleidingen zich voorbereiden op een aardschok?

“Ik weet het werkelijk niet, het kan alle kanten uit. Maar dat de genoemde vragen moeten worden beantwoord en dat de huidige opleidingsstructuur serieus tegen het licht moet worden gehouden is wel zeker.”

Praktijkstage

De opzet en werking van een ander cruciaal onderdeel van de accountancyopleiding, de praktijkstage, is de afgelopen tijd eveneens tegen het licht gehouden. De desbetreffende commissie komt daarover binnenkort met een advies naar buiten. Meer hierover in een volgende ‘de Accountant’.

Commissie Accountancy Opleidingen

De commissie heeft de volgende taakopdracht:

  • Formuleer een visie op de gewenste aanbod van accountancyopleidingen op middellange termijn (2010-2015). Doel is een optimale aansluiting bij de kwalitatieve en kwantitatieve behoeften van de markt. Differentiatie is een sleutelbegrip.
  • Betrek bij het formuleren van deze visie nadrukkelijk het ‘studentenperspectief’ en houd rekening met ambitie en motivatie van (potentiële) studenten.
  • Werk deze visie uit naar globale eindtermen, een beschrijving van het opleidingsaanbod en de structuur van de opleidingen.
  • Geef aan welke omgevingsvoorwaarden van invloed zijn op het realiseren van de visie, en geef suggesties voor eventueel ‘flankerend’ beleid.
  • Beschrijf aan welke voorwaarden een succesvolle implementatie moet voldoen en geef suggesties voor de eerste vervolgstappen.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.