Beter vergelijkbaar?
In een tijd van deregulering en beperking van administratieve lasten heeft de wetgever besloten het regelwoud rond de jaarverslaggeving te vergroten en hierbij tevens een grote keuzevrijheid te creëren. De belangrijkste wijzigingen in Titel 9 Boek 2 BW.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2005
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Cardi van Capelle en Henk Verhoek
In het kader van de verdere harmonisatie van de jaarverslaggeving binnen de Europese Unie is Titel 9 van Boek 2 BW ingrijpend gewijzigd. De wijzigingen gelden voor boekjaren beginnend op of na 1 januari 2005. Een overzicht.
IFRS
Toepassing van (door de Europese Commissie goedgekeurde) International Financial Reporting Standards (IFRS) is nu ook voor niet-beursgenoteerde ondernemingen toegestaan. Deze ondernemingen moeten wel nog de bepalingen in de afdelingen zeven tot en met tien (jaarverslag, overige gegevens, deskundigenonderzoek en openbaarmaking) van Titel 9 volgen, plus een aantal specifieke artikelen, waaronder artikel 390 (herwaarderingsreserve).
Opvallend is dat kleine rechtspersonen die IFRS toepassen geen gebruik meer kunnen maken van de vrijstelling van accountantscontrole en vereenvoudigingen in de publicatie vereisten. De wetgever staat toe dat de geconsolideerde jaarrekening volgens IFRS wordt opgesteld en de enkelvoudige volgens Titel 9. Omdat dit zou leiden tot een verschil tussen het enkelvoudige en geconsolideerde eigen vermogen - en tot hoge administratieve lasten - laat de wet echter toe om IFRS-waarderingsgrondslagen toe te passen in de op Titel 9 gebaseerde enkelvoudige jaarrekening. De omgekeerde situatie: geconsolideerd volgens Titel 9 en enkelvoudig volgens IFRS, is niet toegestaan.
Goodwill
De drie bestaande verwerkingswijzen van goodwill bij fusies en overnames blijven gehandhaafd. De Raad voor de Jaarverslaggeving huldigde tot nu toe het standpunt dat goodwill moet worden geactiveerd en afgeschreven. Deze ‘stellige uitspraak’ is inmiddels gewijzigd in een aanbeveling. Alternatieve verwerkingswijzen zijn de rechtstreekse verwerking ten laste van het eigen vermogen of het resultaat. Met het bestaan van deze twee methoden neemt Nederland internationaal een uitzonderingspositie in. Daarnaast is het de vraag of deze laatste methoden voldoen aan het inzichtsvereiste van artikel 362.
De specifieke wettelijke bepaling (het oude artikel 389 lid 8) inzake de verwerking van negatieve goodwill is vervallen. Editie 2005 van de RJ beschrijft hiervoor een nogal complexe wijze van verwerking, spiegelbeeldig aan die van positieve goodwill. Voor niet-identificeerbare verplichtingen wegens verwachte toekomstige verliezen moet wel een ‘creditpost’ op de balans worden opgevoerd.
Materiële vaste activa
Bij toepassing van de actuele waarde van niet als belegging aangehouden materiële vaste activa moet de vervangingswaarde of de lagere bedrijfswaarde worden aangehouden. Of deze activa wel of niet zullen worden vervangen is voor de waardering niet meer relevant. Als is besloten de activa te verkopen, dan is de actuele waarde gelijk aan de opbrengstwaarde.
Deelnemingen en valuta
Nieuw is de (wettelijke) reserve omrekeningsverschillen. Deze bevat de cumulatieve valutaverschillen op buitenlandse deelnemingen. Is het saldo negatief dan mag ten hoogte van dit bedrag geen uitkering worden gedaan ten laste van de (overige) reserves. Bij verkoop van de buitenlandse deelneming moet het desbetreffende deel van de reserve in de resultatenrekening worden verwerkt. Hierbij is dus van belang dat het saldo daarvan wordt gespecificeerd naar de individuele deelnemingen.
Financiële instrumenten
Voorheen bestonden er geen wettelijke artikelen voor de behandeling van financiële instrumenten zoals vorderingen, schulden, beleggingen en eigen-vermogensinstrumenten. De nieuwe wetsartikelen bieden de mogelijkheid om ze te waarderen tegen kostprijs of actuele waarde. Dat laatste alleen als de marktwaarde betrouwbaar kan worden vastgesteld. Het nieuwe Besluit actuele waarde geeft hiervoor enige nadere uitleg.
De nieuwe artikelen vereisen een zeer uitgebreide toelichting over onder meer de uitgangspunten van waardering, de verwerking van waardeveranderingen, en de aard, omvang, voorwaarden, zekerheden en timing van kasstromen bij afgeleide financiële instrumenten. Leningen en vorderingen die niet behoren tot een handelsportefeuille, en tot het einde van de looptijd aangehouden beleggingen, mogen niet tegen actuele waarde worden gewaardeerd.
Waardeverschillen als gevolg van (kasstroom) hedge accounting moeten tijdelijk onder het eigen vermogen worden opgenomen en bij afwikkeling in de resultatenrekening worden verwerkt. Dit zal zich bijvoorbeeld voordoen bij afgesloten vreemde-valutatermijntransacties ter afdekking van posities in vreemde valuta.
Herwaarderingsreserve
Artikel 390 (herwaarderingsreserve) is vrijwel geheel vernieuwd. Terwijl voorheen alle waardestijgingen van tegen actuele waarde gewaardeerde activa in een herwaarderingsreserve moesten worden opgenomen, mogen waardestijgingen van financiële instrumenten, agrarische voorraden en beleggingen nu direct in de resultatenrekening worden verwerkt. Als er geen frequente marktnoteringen voor bestaan, dan moeten er wel herwaarderingsreserves voor worden gevormd uit de overige reserve óf de resultaatverdeling. Waardeveranderingen van tegen actuele waarde gewaardeerde afgeleide financiële instrumenten, niet zijnde afdekkingsinstrumenten, moeten in de resultatenrekening worden verwerkt (zie kader).
Consolidatieplicht
Eerder dan voorheen is er sprake van consolidatieplicht. Het enkele feit dat overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of het hebben van de centrale leiding leidt daar al toe. Daarnaast is de consolidatie-uitsluiting voor groepsmaatschappijen met sterk afwijkende activiteiten vervallen. De geconsolideerde jaarrekening is niet langer een onderdeel van de toelichting bij de enkelvoudige jaarrekening.
Stelselwijziging
De nieuwe bepalingen van Titel 9 zullen vaak leiden tot een aanpassing van de openingsbalans per 1 januari 2005. Alhoewel de minister schriftelijk heeft medegedeeld dat de wetswijzigingen niet zullen leiden tot aanpassingen op de vergelijkende cijfers over het boekjaar 2004, moeten de vergelijkende cijfers in de resultatenrekening of toelichting op grond van artikel 384 lid 6 en RJ 140 wel zijn gebaseerd op de nieuwe waarderingsgrondslagen.
Vergelijkbaarheid?
Het is sterk de vraag of de wijzigingen en keuzemogelijkheden zullen leiden tot inzichtelijker en beter vergelijkbare jaarrekeningen binnen Nederland, laat staan de Europese Unie.
Wie de IFRS-regels ziet als ‘ver van mijn bed’-show, vergist zich. Deze regels hebben geleid tot aanzienlijke wettelijke aanpassingen met een Nederlands ‘tintje’. Door de wijzigingen zal de toelichting bij de jaarrekening nog meer dan voorheen duidelijkheid moeten geven over de toegepaste verslaggevingsstandaarden en de daarbinnen gekozen opties. Het nieuwe lid 10 van artikel 362, vereist dit expliciet.
Noot
Cardi van Capelle en Henk Verhoek zijn respectievelijk researchmedewerker en hoofd Verslaggeving bij het NIVRA. Zij schrijven dit artikel op persoonlijke titel.
Kanttekeningen bij herwaarderingen
Er wordt nu expliciet aandacht besteed aan agrarische voorraden waarvoor frequente marktnoteringen bestaan. Als deze tegen actuele waarde worden opgenomen, dan kunnen de waardeveranderingen onmiddellijk in het resultaat worden verwerkt. Een herwaarderings reserve moet echter worden gevormd als de waardeveranderingen niet in de resultatenrekening verschijnen of als er geen sprake is van frequente marktnoteringen. Kunt u het nog volgen?
- Verminderingen van de herwaarderingsreserve kunnen worden overgeboekt naar de vrije reserves of resultatenrekening. Wij vinden dat een waardestijging niet tweemaal - via de herwaardering en later bij realisatie - in de resultatenrekening kan worden opgenomen.
- De herwaarderingsreserves moeten worden gevormd per individueel actief, bijvoorbeeld een pand. Saldering van positieve en negatieve herwaarderingsbedragen per jaarrekeningpost is daardoor niet meer toegestaan. Het gevolg zal vaak zijn dat de per 1 januari 2005 gevormde herwaarderingsreserve moet worden opgehoogd.
Kanttekening bij voorzieningen
Voorzieningen moeten volgens de nieuwe tekst van lid 1 van artikel 374 worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen. Aan artikel 384 lid 2 is een nieuwe tekst toegevoegd die inhoudt dat voorzienbare verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden vóór het einde van het boekjaar, in acht kunnen worden genomen. Deze tekst is ontleend aan de vierde EG-richtlijn, maar geeft daar volgens ons niet goed de bedoeling van weer en kan aanleiding geven tot veel onduidelijkheid. Wat onder ‘voorzienbare verplichtingen en mogelijke verliezen’ moet worden verstaan, staat nergens.
Deze door de wetgever ingebouwde optie lijkt in strijd met het inzichtsvereiste en zal de vergelijkbaarheid van jaarrekeningen doen afnemen.
Gerelateerd
Update externe verslaggeving - Week 24
Een wekelijks overzicht van de laatste ontwikkelingen rond externe verslaggeving (voorheen IFRS update).
IFRS 18, toch maar een APM-keuring doen?
Wat is eigenlijk een jaarrekening? Wat zijn de onderliggende principes voor het opstellen hiervan? Uit welke onderdelen bestaat een jaarrekening en waaraan moeten...
IFRS 18: beter zicht op financiële prestaties van ondernemingen binnen en buiten de jaarrekening
Financiële informatie moet voor een grote groep gebruikers nuttig zijn bij het nemen van economische beslissingen. Maar steeds vaker hanteren ondernemingen eigen...