De zucht van het jaar
Volgens Gert Greveling zal de WTA het vertrouwen in de accountant niet herstellen. Hij bepleit een onorthodoxe oplossing.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2004
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Gert Greveling
De zucht van het jaar wordt opgetekend uit de mond van Gert Smit, algemeen directeur van ons allen. In het juli/augustusnummer 2004 van ‘de Accountant’ zegt hij: ‘De komende vijf jaar zal blijken of de positie en onafhankelijkheid van accountants daadwerkelijk zijn versterkt. Daarna zal het beroep opnieuw de maat worden genomen (zucht … alweer en evaluatie)’.
Dat hebben wij echter over onszelf afgeroepen. Als je managementletters schrijft terwijl je geen verstand hebt van management. Als het publiek vindt dat de belangrijkste taak van de accountant het opsporen van fraude is en wij roepen dat we alles doen behalve fraudes opsporen. Verwachtingen overtreffen is niet nodig, maar laten we eens vijf jaar laten zien dat wij voldoen aan de verwachtingen.
Kantoren moeten steeds meer geleid worden door niet-professionals. Benoem lieden die leiding kunnen geven naast de gebruikelijke accountant en fiscalist. Geef hem/haar wel de status van partner. Anders walst alles wat partner is over de grootste talenten heen. ‘Weet jij eigenlijk wel wie jouw betaalt’ is dodelijk. Ik heb wat lijken gezien …
Accountant blijf bij je leest, en dat is controleren. Volgens mij zal blijken dat het bestand door de Wet Toezicht Accountantsorganisaties gigantisch wordt uitgedund. Zij die blijven: kijk eens naar de uitspraken van de Raad van Tucht. Die gaan praktisch nooit over controleren. Doe uw werk goed en hoedt u voor uitstapjes.
Wat is onze wetgever van plan als wij niet voldoende weerwoord hebben (en dat hebben we niet)? In 2005 moet u een vergunning bij de Autoriteit Financiële Markten aanvragen als u wettelijke controles wilt verrichten. Hebben we onze markt, hebben we onze klanten gevraagd of zij een wettelijke controle willen? Ik denk dat ik het antwoord wel weet. Een groot aantal grotere bedrijven en instellingen wil zeker weten dat er niet wordt gefraudeerd, en noemt dat accountantscontrole. Maar het begrip wettelijke controle hebben zij niet op hun netvlies.
‘Zo’n vergunning vergroot het vertrouwen en onze reputatie’, lees ik. Ik denk het niet, want daar zijn mensen voor nodig en geen vergunningen. Ik stel voor dat we het honderd procent anders gaan doen.
- de Final Four-kantoren benoemen elk zo’n vijftig specialisten, die het wettelijkcontroleregister bevolken en worden ondersteund door een hoogwaardige vaktechnische afdeling. Zij zijn verantwoordelijk voor alle wettelijke controles in Nederland. Zij worden op declaratiebasis ingeschakeld door alle andere, zich adviseur en niet meer accountant noemende, collega’s. Onze kracht zit niet in het woord accountant, maar in het gegeven dat wij het bedrijfsleven met raad en daad bijstaan en dat wordt vertaald in een passende vergoeding.
- Alle regionale vestigingen van de top tien kantoren worden overgedragen aan de plaatselijke leidinggevenden. Ze kunnen aansluiting zoeken bij één van de landelijke koepels. Alle leden van de raden van bestuur moeten weer gewoon aan het werk. De stafafdelingen worden opgeheven. De plaatselijke vennoten bemoeien zich weer zelf met het welzijn van personeel en klant. Het gemiddelde uurtarief van de final four-kantoren kan met € 75 omlaag.
- De top vijfduizend-ondernemingen en instellingen nemen allen een CAO, chief audit officer in dienst. In aanmerking komen alle bevolkers van de kantoren Amsterdam, Rotterdam, den Haag en Utrecht van de top tien-kantoren. De weeffout in het beroep - de allergrootste onduidelijkheid naar derden - dat de accountant wordt betaald door zijn opdrachtgever is daarmee goeddeels achterhaald. Hij is gewoon in dienst en geeft een mededeling bij de jaarrekening. Hij bemoeit zich met het goed functioneren van de AO/IC, zorgt dat de administratie op orde is en dat er tijdig een goede jaarrekening verschijnt. Allemaal activiteiten waar hij voor heeft doorgeleerd.
In 2010 zijn er tienduizenden deskundigen, die ondernemers en andere leidinggevenden met raad en daad bijstaan. Er is een aantal specialisten, zoals de forensic accountant (vind ik beter dan ‘persoonsgebonden onderzoek’) de WC IFRS, de WC GAAP, de WC IASB (WC = wettelijke controle).
Concurrentie? Natuurlijk, op basis van menselijke kwaliteiten. Om de zeven jaar wisselen van je raadsman? Helemaal niet.
Compliance officer? Exit. Wij waren van elastiek - het is gemakkelijk flexibel te zijn als je geen ruggengraat hebt - inmiddels hebben we last van reumatiek. Meestal een ouderdomskwaaltje. We bestaan al heel erg lang, hebben stormen getrotseerd en zullen ook nu overleven. En de tekenen wijzen erop dat we ons iets aantrekken van onze omgeving: klanten, collega’s, medewerkenden.
Oké: een enkeling zal die AFM’ers nodig hebben om in het gareel te blijven, maar 99,9 procent van ons zijn gewone volwassen mensen van vlees en bloed. Het is sjiek als je dat weet van jezelf, uitgaat van je eigen kracht en reageert als je onheus wordt bejegend. Het wordt tijd dat we dat ook zelf beseffen. We hebben vijf jaar!
Noot
Gert Greveling was partner van Deloitte en volgt het beroep nu van enige afstand. Deze maand verschijnt zijn boek ‘Je blijft lachen met accountants’, waarin de elementen uit dit artikel verder worden uitgewerkt.