Advocountants worstelen voort
De opbouw van wereldwijde advocatuurnetwerken door de grote accountantskantoren verloopt niet altijd even soepel. Onafhankelijkheidsbepalingen na Enron en strategische koerswijzigingen hebben grote invloed. Een actueel overzicht.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2003
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Micha Kat
Ruim anderhalf jaar na Enron en de beperkende maatregelen (Sarbanes Oxley) die er op volgden, is de rust bij de ‘advocountantskantoren’ nog allerminst teruggekeerd. Opmerkelijk is dat er een tweedeling ontstaat: problemen bij Landwell en Klegal, de respectievelijk met PricewaterhouseCoopers en KPMG verbonden advocatenkantoren, en optimisme bij EY Law en Deloitte.
Landwell: droom spat uiteen
Ingewijden zagen het vanaf begin oktober 2003 al aankomen: Landwell gaat het niet redden. Een exodus van dertig advocaten in Frankrijk kwam als een mokerslag, net als het verbod in Duitsland om de naam Landwell te voeren. De twee belangrijkste Europese kantoren werden aldus zwaar getroffen. Op 23 oktober 2003 werd bekend dat het mondiale Landwell-netwerk (de website: Landwell is one of the top four legal providers of the world with 2.850 lawyers in over fourty countries) wordt ontbonden.
Een kleine groep van drie kantoren (Frankrijk, Spanje en Duitsland) blijft de naam Landwell voeren en kiest voor een blijvende alliantie met PricewaterhouseCoopers. De meerderheid (waaronder Nederland) verbreekt echter alle banden en gaat per 2004 elk voor zichzelf voort onder een nieuwe naam. Deze laatste (SEC-proof-) groep hoopt te kunnen blijven werken voor de PwC-controleklanten. Co-managing partner Els de Wind: “We hebben acht jaar lang de kans gehad een hechte relatie op te bouwen met PwC en dat geeft ons in de nieuwe situatie een voorsprong op andere kantoren.”
Landwell heeft de hooggespannen verwachtingen nimmer waar kunnen maken. Dat komt vooral doordat de controleklanten van PwC na
Enron in de taboesfeer belandden en het kantoor daar onvoldoende ‘eigen werk’ tegenover kon stellen. Hier speelt vooral mee dat Landwell geen wortels had als eigen advocatenkantoor maar in 2000 is ontstaan vanuit de afdeling Legal Services van PwC.
Voor Frankrijk en Spanje geldt dat de belastingadviesafdeling, die in Nederland binnen PwC valt, daar binnen Landwell zit. Hier ligt de voornaamste reden voor die kantoren om de band met PwC voort te zetten. Ze functioneren dus de facto als outsourced belastingadviesafdelingen met een legal sausje. Voor PwC zijn deze ontwikkelingen een enorme tegenvaller. Namens PwC zegt woordvoerder Meint Waterlander dat “wordt onderzocht wat de beste propositie voor Landwell voor de toekomst is”.
KLegal in nieuw onafhankelijk netwerk
KLegal, zo werd begin november bekend, houdt op te bestaan. Wat het lot zal zijn van de drieduizend advocaten in zestig landen is onduidelijk. Veel tax-advocaten zullen worden toegevoegd aan de belastingpoten van KPMG in diverse landen, zoveel lijkt zeker. Een deel van de kantoren zal zich volgens Rob Faasen, MP van KLegal Nederland, verenigen in een nieuw global network dat volstrekt los staat van KPMG en dus ook moet kunnen werken voor KPMG-controleklanten.
Veel KLegal-kantoren zijn in hun landen gevestigde namen met een breed eigen cliëntenbestand. De afhankelijkheid van KPMG is dus veel minder groot dan bij Landwell van PwC. Het aantal kantoren dat deel gaat nemen aan het nieuwe netwerk is nog niet bekend, maar cruciaal is de deelname van de topkantoren in Frankrijk, Duitsland en Engeland.
Het Nederlandse kantoor, ontstaan vanuit het gefailleerde Steins Bisschop Meijburg & Co. (SBMC), stond al geheel los van KPMG Nederland. Voor de 32 juristen verandert er in eerste instantie dan ook weinig, behalve dat het kantoor een nieuwe naam moet krijgen. Het perspectief deel uit te maken van een global firm die kan ‘meeliften’ met KPMG International is echter vervlogen, al geeft Faasen aan dat zijn kantoor waarschijnlijk wel deel zal gaan uitmaken van het nieuwe netwerk.
Net als PwC heeft dus ook KPMG de advocatenkous stevig op de kop gekregen als gevolg van onrealistische ambities: het faillissement van SBMC, dat ooit 220 fee earners telde, loopt nog altijd en is voor veel betrokkenen een drama. Rob Faasen, MP van KLegal Nederland: “De relatie met KPMG blijft behoorlijk ingewikkeld. Door het echec met SBMC heeft KPMG ook veel verloren. KPMG werkt veel met grote kantoren als De Brauw en Houthoff, zeker in grote zaken. Wij proberen als best friend een stukje van de taart te bemachtigen.”
EY Law: de andere weg
In de ogen van EY Law kiest KLegal voor een onmogelijke spagaat: volstrekte onafhankelijkheid van KPMG, maar toch aanschurken tegen de MDP-familie. En het moet gezegd: Ernst & Young biedt volstrekte duidelijkheid over zijn eigen relatie met de legal-tak: de advocaten blijven ‘lid’ van de MDP-familie en zullen zich blijven profileren met de letters EY. “Alleen al door die twee letters zijn we volgens de SEC geen onafhankelijk kantoor en mogen we niet optreden voor Ernst & Young-controleklanten”, zegt Hans van Gijzen, vanaf deze zomer formeel de hoogste man van EY Law.
Het netwerk, dat een overeenkomst heeft gesloten met EY Global (dat legal heeft benoemd tot key service), mikt op grote, multinationale trajecten zoals reorganisaties in vele landen waarbij bedrijven behoefte hebben aan een enkele legal partner. Deze bedrijven kunnen uit de aard der zaak geen controleklanten van Ernst & Young zijn, maar kunnen wel afkomstig zijn uit het Ernst & Young-netwerk.
Een grote rol speelt hier dat Ernst & Young veel minder grote beursgenoteerde controleklanten heeft dan PricewaterhouseCoopers en KPMG, hetgeen de advocaten meer speelruimte biedt om voor dit type bedrijven op treden. Van Gijzen: “We kunnen daarbij gebruikmaken van de drie unique selling points van EY: het wereldwijde bereik, de infrastructuur en de working skills.”
EY Law heeft alliantiekantoren in vijftig landen. Op dit moment is de helft daarvan toegetreden tot EY Law. In Spanje en Frankrijk moesten de advocaten uit de EY-maatschap stappen en een eigen juridische maatschap oprichten. Holland van Gijzen was (uiteraard) een van de eerste toetreders. Hans van Gijzen: “Holland van Gijzen zou als zelfstandig kantoor in Nederland nauwelijks een business case hebben gehad. Nu zien we de toekomst met vertrouwen tegemoet.”
Deloitte: net begonnen
Dat het legal-netwerk van Deloitte nog geen naam heeft zegt genoeg: het staat nog in de kinderschoenen. In een beperkt aantal landen hadden kantoren elk een eigen relatie met Deloitte, maar aan branding en opbouw van een netwerk was nog vrijwel niets gedaan.
Carel van Lynden van het met Deloitte gelieerde AKD Prinsen van Wijmen is sinds mei 2003 verantwoordelijk voor de opbouw in Europa: “Begin 2004 hopen we onze brand name te presenteren. Per 2004 gaat het netwerk van start. We vinden dat onze kantoren ook kunnen optreden voor Deloitte-controleklanten, al zullen sommige van deze cliënten veiligheidshalve toestemming willen vragen aan hun audit committee. Centraal staat dat we volstrekt onafhankelijk zullen zijn. We moeten dus ook kunnen optreden tegen controleklanten van Deloitte.”
De koplopers van het nieuwe netwerk zijn AKD (met 250 advocaten zelfs het grootste kantoor), België (honderd) en Duitsland (tachtig). De kantoren in Spanje en enkele landen in Oost-Europa zitten nog te dicht op Deloitte en moeten worden ontvlecht. Het kantoor in Frankrijk, het vlaggenschip van het netwerk-in-wording, verbrak eind oktober reeds op eigen initiatief alle banden.
Dat Deloitte pas met de opbouw begint nu de rookwolken van Enron langzaam optrekken kan een voordeel worden genoemd; de ander
advocountantskantoren werden na Enron gedwongen tot dramatische bijstellingen van hun strategie. Van Lynden: “Het netwerk zal wel een contract sluiten met Deloitte waarin wordt afgesproken samen te werken en faciliteiten en kosten te delen. De gemeenschappelijk binding van het netwerk blijft de oriëntatie op Deloitte.”