Van LEGO kun je alles maken
Het opstellen van een rapport vergt veelal arbeidsintensief maatwerk doordat stukjes informatie niet eenvoudig aan elkaar zijn te koppelen. Dat is echter rigoureus aan het veranderen. Met onvermoede neveneffecten voor ‘controleurs', zoals accountants en toezichthouders. Want het ‘maatschappelijk collectief' kon wel eens een deel van die taken gaan overnemen.
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2010
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Accountants en de impact van radicale transparantie
Als toezichthouder sta je per definitie op een 1-0 achterstand. Want de onder toezicht staande organisatie heeft altijd meer kennis en meer menskracht beschikbaar dan de toezichthouder die - alle goede bedoelingen ten spijt - dan ook altijd wat achter de feiten aan moet hollen. Dat was altijd al zo, maar dat geldt steeds sterker nu de hoeveelheid informatie waarop men zich moet baseren in hoog tempo groeit en steeds ingewikkelder wordt.
Hier en daar komt dan ook wel eens de vraag op of het huidige model van toezicht wel houdbaar is of dat dit model slechts een illusie in stand houdt en tot schijnzekerheden leidt. De kredietcrisis vormt daartoe anekdotisch maar stevig bewijs: toezicht heeft immers niet kunnen voorkomen dat de financiële sector ontspoorde en had een (veel) te formeel-juridisch karakter.
Iets dergelijks speelt ook de certificerend accountant parten. Hoe graag deze ook tegemoet zou willen komen aan de verwachtingen die er in de maatschappij leven over de reikwijdte van zijn verklaring, het lukt toch al decennia niet om daar geheel aan te voldoen. Ook de accountant dreigt daardoor steeds verder in het hoekje te komen van een functie die formeel nuttig is om zekerheid te geven op de kapitaalmarkt, maar materieel te weinig om het lijf heeft.
‘Revamp’
Wie er door de oogharen naar kijkt ontkomt dan ook niet aan de fundamentele vraag of het niet tijd is voor een compleet ander model van controleren en toezicht houden. Is het niet tijd voor - zoals Amerikanen het zo mooi noemen - een revamp van het hele systeem? Het antwoord is bevestigend. En het mooie is dat er langzamerhand ook een uitgelezen kans ontstaat om dat de komende jaren te doen. De controlerende en toezichthoudende taken kunnen namelijk voor een deel worden uitbesteed aan een fikse schare ongeorganiseerde amateurs, mits zij de toegang krijgen tot goede gestandaardiseerde data. In plaats van een centralistisch model ontstaat dan een collectief model. Dat klinkt als het idee van een overspannen trendwatcher en druist in tegen de hardnekkige reflex na de kredietcrisis om naar stevige wettelijke maatregelen te grijpen. Toch is het minder krankzinnig dan het lijkt.
Manifest voor verandering
Het Amerikaanse magazine Wired presenteerde in maart 2009 onder de noemer radical transparancy een manifest voor verandering in die richting. De essentie daarvan: we hebben geen behoefte aan beter toezicht en strengere wetgeving maar aan een compleet nieuwe denkwijze: ‘Create an army of citizen-regulators. By giving everyone access to every piece of data - and making it easy to crunch - we can crowdsource regulation, creating a self-correcting financial system and unlocking new ways of measuring the market's health.’
Het blad speelt hier dus met de gedachte dat ultieme transparantie van informatie kan leiden tot een hogere betrouwbaarheid dan in het huidige centralistische model doordat het collectief de toezichthoudende en controlerende taken overneemt.
Wikipedia
Zulke concepten blijken op andere terreinen fantastisch te werken. Het bekendste - en inmiddels wat uitgekauwde - voorbeeld is de online encyclopedie Wikipedia. Die encyclopedie wordt onderhouden door duizenden vrijwilligers overal ter wereld. Het idee van het project is dat iedereen bijdragen kan leveren aan de inhoud, en dat eveneens iedereen gerechtigd is om bijdragen van anderen te veranderen.
Je zou verwachten dat zo'n anarchistische samenwerkingsstructuur tot chaos en inferieure kwaliteit zou leiden, maar niets is minder waar: doordat alle wijzigingen zeer kritisch worden bekeken door andere vrijwilligers, ontstaat een goede kwaliteitscontrole.
Dat ook dit model niet foutloos opereert - en in de loop der jaren wat wordt aangepast en verbeterd - doet niets af aan de kracht van het model. Soortgelijke wikinomics-voorbeelden zijn er inmiddels te over. Denk bijvoorbeeld aan de website Iens.nl waar amateurproevers recensies schrijven over restaurants en daarmee in elk geval een deel van de professionele markt - zoals de Michelin-proevers - overnemen door met zijn allen een tamelijk betrouwbaar beeld te geven van de kwaliteit van restaurants. Maar denk ook aan de ontwikkeling van open source software, die op een breed terrein bewijst dat er geen hiërarchie nodig is om tot goede en betrouwbare producten te komen, doordat er als vanzelf een collectieve zelfcontrole ontstaat op aanpassingen.
LEGO
Natuurlijk is een restaurantrecensie andere kost dan de onderliggende financiële data van een onderneming of beleggingsfonds. Maar toch: stel (1) dat een rijkdom aan financiële informatie zodanig wordt ontsloten dat iedereen er vrije toegang toe heeft. Stel (2) ook dat er een verdere uniformering van datadefinities komt zodat iedereen met eigen softwaremodellen heel eenvoudig tal van analyses en controles kan uitvoeren. Zodat de brokjes informatie voortaan net zo eenvoudig als blokjes LEGO aan elkaar kunnen worden gelijmd, en er niet langer elke keer opnieuw maatwerkactiviteiten nodig zijn om dat te doen. Als dat gebeurt, dan kunnen niet alleen professionele partijen controle- of waarderingsmodellen er op loslaten, maar kan elke geïnteresseerde leek dat doen op zijn eigen laptop. Of misschien zelfs vanaf zijn iPod of mobiele telefoon.
Als die ontwikkeling daadwerkelijk zou plaatsvinden, zou de rol van iedereen die is betrokken bij het maatschappelijke controleapparaat - van accountant en belastinginspecteur tot en met douaneambtenaar en ambtenaar van de voedsel en warenautoriteit - fundamenteel veranderen. Zij moeten dan vooral in staat zijn de kennis van het collectief beter te ontsluiten. Over die veranderende rol meer op het einde van dit essay, nu eerst aandacht voor de signalen waaruit blijkt dat deze richting al lang is ingeslagen.
Voorbeelden
Zoals wel vaker het geval is, zijn het ook hier weer de Amerikanen die voorop lopen. Zo heeft president Barack Obama de eerste chief information officer van de Verenigde Staten benoemd: Vivek Kundra. Deze heeft zich met het ambitieuze project Data.gov ten doel gesteld om alle overheidsdata in ruwe vorm beschikbaar te maken voor iedereen die dat maar wil, met als een van de doelstellingen: het stimuleren van een participerende vorm van democratie. Ander voorbeeld: twee Amerikaanse wiskundigen zijn gestart met een open source alternatief voor de dienstverlening van credit rating agencies. Hun project freerisk.org maakt het mogelijk voor iedereen om met een rekenmodel de enorme bak aan data van SEC-filings te lijf te gaan. In potentie zou dat een bommetje kunnen leggen onder het bestaansrecht van de credit raters, want je kunt voortaan gewoon doe-het-zelven om de kredietwaardigheid van een obligatie of onderneming te toetsen. Op dit moment biedt de site al twee kant en klare mogelijkheden: het berekenen van de Altman Z-score en de Piostroksi-score. Handige whizzkids die het beter denken te weten, kunnen echter ook hun eigen model toepassen. Mooier nog: ze kunnen dat model ook aanbieden aan medegebruikers. Het beste model zal dan in de loop van de tijd vanzelf komen bovendrijven. Vergelijk dat eens met de zeer gebrekkige transparantie van de huidige credit rating agencies.
Meer voorbeelden
Ook de intelligentie van zoekmachines valt in dit verband niet te onderschatten. Zo blijkt Google nu al beter in staat te zijn om de ontwikkeling van een griepgolf te voorspellen op basis van zoekgedrag van mensen dan het ministerie van volksgezondheid. Ook ontwikkelt de zoekmachine steeds meer mogelijkheden voor gebruikers om zelf die analyses te maken.
Een voorbeeld dichter bij huis is oliemaatschappij Shell. Het bedrijf laat de beweringen in haar maatschappelijk verslag inmiddels niet meer certificeren door een accountant - een paar jaar geleden nog wel - omdat de omgeving het toch wel zelf corrigeert als het bedrijf met onjuiste informatie naar buiten komt.
Tot slot nog een voorbeeld van hoe het collectief kan helpen om ook ongeordende data te scannen, puur en alleen door de hoeveelheid menskracht: de Britse krant The Telegraph besloot na een schandaal rond de onkosten van Britse politici om alle onkostendeclaraties op de website te plaatsen. Het doel van de krant was dat het publiek zelf de analyse ging doen van deze declaraties, onder meer omdat men zelf niet voldoende capaciteit had voor zo'n mega-operatie.
Collectieve kracht
Stuk voor stuk zijn dit signalen van de corrigerende kracht van het collectief, die groeit naarmate de technologische mogelijkheden beter worden. Sceptici zullen het misschien afdoen als anekdotisch bewijs, maar kunnen toch in elk geval niet heen om de fundamentele ontwikkeling dat data steeds verder standaardiseert en dat brokjes informatie daardoor eenvoudiger aan elkaar te klikken zijn, als waren het LEGO-blokjes.
XBRL
Het sleutelbegrip daarbij, op financieel terrein, is XBRL. Ook al heeft dit begrip een niet al te positieve pers onder Nederlandse accountants en financieel specialisten, het heeft er veel van weg dat het ook buiten Nederland een mooie toekomst heeft. Waar het in Nederland al gauw gaat over het al dan niet besparen op de administratieve lasten door toepassing van XBRL, gaat het in de Verenigde Staten meer over het gebruiksgemak en de mogelijkheden voor innovatie die deze informatiestandaard met zich mee brengt.
Wiskundige en softwareontwikkelaar Philip Elsas betoogde eerder op Accountant.nl (zie ook Opinie in ‘de Accountant’ van oktober 2009) dat voor de echte doorbraak van XBRL een killer app nodig is en dat die er in zijn optiek aan zit te komen. Hij doelt hiermee op een consortium met onder meer IBM en andere gerenommeerde partijen. Dit consortium onderzoekt de mogelijkheden door standaardisatie van data door middel van XBRL te komen tot een digitale infrastructuur voor financiële diensten. Waarbij direct ook faciliteiten worden ingebouwd om beter inzicht te krijgen in systeemrisico's van de financiële sector.
Richard Bookstaber
Een van de geestelijke vaders van dit projectontwerp, Rick Bookstaber, spreekt in dat verband van een quantum leap in risk management. Tijdens een hoorzitting voor de Amerikaanse senaat legde hij de vergelijking met hoe tracking & tracing in de voedselwereld zeer gebruikelijk is: “When salmonella was found in a peanut factory in Georgia in January, the Food & Drug Administration identified the contaminated products and tracked them all the way to the store shelf. This was possible because consumer products are tagged with a bar code. Why don't we do the same for financial products? Require tags - bar codes if you wil - to be attached to financial products so that regulators know what products are being held by each bank and hedge fund. This step would allow us to understand the potential for crisis events to have systemic consequences and help us anticipate - and hopefully prevent - the course of a systemic shock. It would allow us to identify situations where investors, even though they might be acting prudently on an individual level, are posing systemic risk through their aggregate positions.”
‘Knee-deep in the data’
Als dit inderdaad de killer app kan worden die XBRL tot de standaard voor financiële informatie maakt, dan is een belangrijke stap gezet op weg naar het mogelijk maken van collectieve transparantie. De informatie is dan immers daadwerkelijk aan elkaar te koppelen als LEGO-blokjes. Het lijkt eigenlijk maar een kwestie van tijd.
Diezelfde Bookstaber - in november 2009 benoemd bij de Amerikaanse beurstoezichthouder SEC - heeft overigens ook goed nieuws voor accountants. “The audit profession is knee-deep in the data, but does not have the means to collate and aggregate it.”
Dat klinkt als een handschoen die rap moet worden opgepakt door de accountantsbranche. Sterker nog: de accountant zou zich onsterfelijk maken door dat voor elkaar te boksen en zou dat ook kunnen doen zonder de geheimhoudingsplicht geweld aan te doen.
Centralistisch model muurvast
Linksom of rechtsom: de corrigerende kracht van het collectief zal de komende jaren groter worden als gevolg van de eenvoud waarmee informatie kan worden bewerkt en geanalyseerd. Een van de kernvragen die dan overblijft is hoeveel informatie er precies publiek zal zijn. Want restaurantrecensies zijn een publiek goed, dat zich uitstekend leent voor een wikinomics-aanpak. Voor financiële data is dat niet het geval, omdat deze maar in beperkte mate publiek beschikbaar is.
Dat is natuurlijk een valide punt, waar toch ook wel het een en ander op kan worden afgedongen.
Ten eerste is er ongelooflijk veel informatie publiek beschikbaar die nu - door de omvang en door het gebrek aan menskracht bij de toezichthoudende organisaties - niet of nauwelijks wordt gebruikt. In Nederland is dat een van de achterliggende redenen waarom de Belastingdienst inzet op horizontaal toezicht als controlemechanisme: het centralistische model zit muurvast. Toezichthouders op financiële markten hebben tijdens de crisis ook pijnlijk duidelijk ervaren dat ze per definitie last hebben van een informatieasymmetrie en bovendien met een capaciteitsprobleem. Typerend in dit verband: de Amerikaanse toezichthouder SEC kan gezien de beperkte capaciteit volgens een onderzoek van de Amerikaanse senaat slechts zestien procent van de ingediende jaarrekeningen reviewen. En de jaarrekeningen van het ter ziele gegane energiebedrijf Enron bleken in de tien jaar daarvoor nooit te zijn bekeken.
‘PR-puffery’
Ten tweede: het lijkt onvermijdelijk dat organisaties steeds meer informatie publiek toegankelijk zullen gaan maken. De traditionele opvatting over het managen van een reputatie was dat er zo min mogelijk informatie moet worden publiek gemaakt. De opkomst van internet laat echter zien hoe zinloos die strategie is.
De Amerikaanse publicist Clive Thomp- son introduceerde - ook weer in Wired - het concept van de see-through-ceo en wees op een interessante paradox: “The reputation economy creates an incentive to be more open, not less. Since Internet commentary is inescapable, the only way to influence it is to be part of it. Being transparent, opening up, posting interesting material frequently and often is the only way to amass positive links to yourself and thus to directly influence your Googleable reputation. Putting out more evasion or PR puffery won't work, because people will either ignore it and not link to it - or worse, pick the spin apart and enshrine those criticisms high on your Google list of life.”
Tot slot
Indachtig die visie zijn ondernemingen er dus bij gebaat zoveel mogelijk informatie vrij te geven. Dat geldt niet alleen voor financiële data maar voor alle informatiesoorten. In een recente publicatie ter gelegenheid van het veertig jarig bestaan van de Stichting Maatschappij & Onderneming (Het nieuwe ondernemen, E. Lindgreen, J. Strikwerda en N. Wielaard ) werden veertig ondernemers geïnterviewd. Een van hen - internetondernemer Ben Woldring - bleek ook een tamelijk radicale visie in deze richting te hebben. Woldring startte op zeer jonge leeftijd al een vergelijkingssite met beltarieven en heeft inmiddels nog negen soortgelijke sites actief. Hij weet dus als geen ander hoe technologie kan bijdragen aan het vergroten van transparantie en stelde in de publicatie van SMO dat ook beleidsontwikkeling zich leent voor vormen van collectieve controle. Woldring verwees in dit verband naar een blunder die in Groningen is gemaakt bij de aanleg van een belangrijke weg. “Deze bleek te smal te zijn en daarmee niet te voldoen aan Europese richtlijnen. Het gevolg was dat er een kleine verbreding moest plaatsvinden, wat veel verkeershinder veroorzaakte en daarmee ook een enorme economische schade. Als de ontwikkeling van de weg meer samen met de maatschappij was opgepakt was dat niet gebeurd. Dan was er vast wel iemand geweest die de fout had gezien. Daarom geloof ik dat we de collectieve kracht van de maatschappij veel meer moeten benutten via Wikipedia-achtige aanpakken.”
Philip Elsas (ComputationalAuditing.com): ‘Kennis Delen’ is voortreffelijk kristallisatiepunt'
Een collectief dat zich met technologie sterker organiseert zal de rol van toezichthouders en accountants niet zozeer ondergraven maar eerder op een hoger plan kunnen brengen. Zo'n eigentijds collectief zal namelijk de druk versterken op modernisering van het mandaat van de controlerende partijen, omdat men graag de zekerheid heeft van een toezichthouder die zicht heeft op macrorisico's die voortvloeien uit aggregatie van risico's op microniveau.
Aanhakend op de financiële crisis: individuele financiële instellingen hoeven geen van alle een intern systeemrisico te lopen, terwijl tezamen zij wel een extern systeemrisico opleveren. Dat is mogelijk als vele instellingen soortgelijke positie innemen, terwijl de andere kant niet wordt afgedekt. Iedereen gaat kortom aan dezelfde kant van het schip zitten, zonder dat ze elkaar kunnen zien. De auditor is bij uitstek de partij om zo'n geaccumuleerd systeemrisico zichtbaar te maken. Het is een partij die informatie kan aggregeren naar systeemrisico-indicatoren - of het daarvoor benodigde rapportagekanaal kan certificeren - en daarbij rekening kan houden met vertrouwelijkheidskwesties.
Voor het collectief is dan sommige informatie uitsluitend in geaggregeerde of geanonimiseerde vorm beschikbaar (bijvoorbeeld: welk bedrijf een tijdelijk financieel bufferprobleem heeft is vertrouwelijk, maar het totale branchespecifieke buffergetal is openbaar). Het accountantsberoep wordt door een assertief collectief en moderne technologie dus omhooggestuwd, juist om adequaat te voldoen aan die vraag uit datzelfde collectief, ook met behulp van moderne technologie. Douglas Carmichael, de eerste chief auditor van de Public Company Accounting Oversight Board, heeft daar met verwijzing naar Limperg op gewezen: “Thus, the most important factor is society's needs, and the related factor that interacts with it is the ability of auditing methods to meet society's needs. However, society's needs are not fixed and change over time. Also, auditing methods can change and improve over time.”
Het is aan de accountant om deze veranderingen in de tijd te herkennen en er gehoor aan te geven. Het huidige NIVRA-project ‘Kennis Delen’ maakt zichtbaar dat de beroepsgroep in woord en daad verantwoordelijkheid neemt. Daarmee is dit projectinitiatief ook meteen een voortreffelijk kristallisatiepunt voor zowel het kanaliseren van de vraag uit het collectief als ook om aan te geven hoe daar, vanuit de aanbodzijde, op passende en praktische wijze op kan worden ingespeeld.
Hans Verkruijsse (Ernst & Young, Universiteit van Tilburg): ‘Het beroep moet deze handschoen snel oppakken’
Het essay geeft op een heldere wijze weer op welke wijze de technologische ontwikkelingen een bijdrage kunnen leveren aan het innoveren van controle en toezicht. Maar of het wikinomics-concept de juiste weg is betwijfel ik ten zeerste. Wel onderschrijf ik dat het meer en beter toespitsen van de financiële informatie op de informatiebehoefte van gebruikers een bijdrage kan leveren aan de gepropageerde corrigerende kracht van het collectief.
De one-size-fits-all-gedachte welke ten grondslag ligt aan de huidige jaarrekening is verouderd. XBRL kan uitkomst bieden. Maar we zijn er nog lang niet. Met de hulp van de XBRL is het mogelijk om continuous monitoring-systemen in te richten en continuous auditing toe te passen, waarna de accountant assurance by default kan garanderen.
Een heerlijke gedachte om alle elektronische informatie voorzien van een duidelijk gedefinieerd niveau van assurance. In plaats van de jaarrekening als geheel zal het ‘LEGO-informatieblokje’ object van onderzoek zijn. Dit blokje kan zo klein zijn als een individuele transactie. Met behulp van de LEGO-blokjes bouwt de gebruiker zijn eigen ‘informatiehuis’ waarbij de kracht van het collectief komt te liggen bij het toevoegen van consumer-assurance aan het gehele bouwwerk.
De accountant geeft assurance bij de individuele informatie-LEGO-blokjes; de gebruiker bij het informatiebouwwerk als geheel.
Het beroep moet deze handschoen snel oppakken: het maatschappelijk verkeer is er klaar voor, nu de accountant nog.
Barbara Majoor (Deloitte): ‘Accountants moeten nadenken over vormen van business reporting’
“Het is een interessante doorkijk naar de toekomst die door de auteur wordt geschetst. Informatie is niet meer exclusief, waardoor de informatieachterstand van het brede publiek drastisch wordt beperkt. De kracht van het collectief kan hierdoor enorm toenemen.
Ik denk dat accountants dan ook rekening moeten houden met een beter georganiseerde en geïnformeerde mening van het maatschappelijk verkeer, die ook meer impact heeft op de besluitvorming van ondernemingen.
Dat het collectief de functie van accountants gaat overnemen acht ik minder waarschijnlijk. Er is immers nog een gedegen hoeveelheid kennis, inzicht en ervaring voor nodig om te doorgronden wat er binnen ondernemingen speelt en daarover een gedegen oordeel te vormen die toegevoegde waarde heeft voor de gebruiker. Dat zie ik nog niet zo maar worden ingevuld door het collectief van het goed geïnformeerde publiek.
In deze context vind ik dat accountants een actieve rol moeten hebben in het nadenken over de vormen van business reporting van de toekomst. De doorbraak van XBRL, die ik zeker verwacht, zal weliswaar voor meer transparantie en standaardisatie zorgen, en daardoor accountants voor de uitdaging stellen zich te heroriënteren op hun huidige dienstverlening, maar de vraag naar onafhankelijke toetsing van de betrouwbaarheid van informatie aan de hand van niet-openbare informatie blijft mijn inziens bestaan. En dus ben ik overtuigd dat er een plaats is voor een beroepsgroep die ten behoeve van het maatschappelijk verkeer, op basis van inzicht in het functioneren van een onderneming, zekerheid toevoegt aan de verantwoording van het bestuur en raad van commissarissen over het totale functioneren van een onderneming.”