Magazine

IFRS SME: onbekend maakt onbemind

Volgens Henk Verhoek moet niet te snel 'nee' worden gezegd tegen IFRS-regels voor kleinere bedrijven. "Ook de Nederlandse RJ-regels beslaan al bijna 1.200 pagina's. Ik voorzie dat bedrijven op termijn beter af zijn met internationale verslaggevingsregels."

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 8, 2007

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

In februari 2007 heeft de International Accounting Standards Board (IASB) in Londen een nieuwe set verslaggevingsregels gepubliceerd, ‘IFRS for medium-sized and small entities’ (IFRS SME). Het gaat hier om een minder complexe versie van de voor beursgenoteerde ondernemingen geldende IFRS-regels, bedoeld voor de grote groep van ondernemingen zonder beursnotering. Een knap staaltje werk van de IASB, gezien de omvang van de nieuwe regels (250 pagina's ten opzichte van de 2.300 pagina's IFRS) en de leesbaarheid ervan.

Inmiddels zijn er ook negatieve geluiden geweest (zie bijvoorbeeld ‘de Accountant’ van maart 2007, pagina 46). Met name voor de grote groep mkb-ondernemingen met een directeur-eigenaar zou IFRS SME nog te ingewikkeld zijn. De voorgestelde nieuwe regels zijn echter niet bedoeld voor dit type ondernemingen. Ook de IASB zelf stelt dat. Bovendien moet worden bedacht dat de categorie ‘SME’ niet gelijk is aan wat wij in Nederland mkb noemen. De onbekendheid daarmee geeft naar mijn mening aanleiding tot veel spraakverwarring en misverstanden. Ik wil hiermee niet een aantal knelpunten wegwimpelen, bijvoorbeeld het ontbreken van vrijstellingen die de RJ-regels wél kennen. Wel wijs ik op het risico dat IFRS SME te snel in Nederland wordt verworpen. Want in de discussie over de voorgestelde nieuwe regels lijkt het aloude gezegde ‘onbekend maakt onbemind’ een rol te spelen.

Laten we niet vergeten dat de huidige Nederlandse Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die zich op hetzelfde segment van ondernemingen richten als IFRS SME, ook reeds bijna 1.200 pagina's met (complexe) verslaggevingsregels beslaan. Ik voorzie dat naast de beursgenoteerde ondernemingen die al onder IFRS vallen ook de niet-beursgenoteerde (middel)grote ondernemingen op termijn beter af zijn met internationale verslaggevingsregels, zoals IFRS SME, maar dan uiteraard wel onder de voorwaarde dat de baten op termijn opwegen tegen de kosten. Ook een flink deel van deze ondernemingen handelt meer en meer grensoverschrijdend. De huidige verslaggevingsregels binnen de EU zijn gebaseerd op de inmiddels sterk verouderde Vierde en Zevende Europese richtlijnen. Gezien de hierin opgenomen keuzemogelijkheden is momenteel vrijwel geen sprake van harmonisatie van verslaggeving tussen de lidstaten. De Europese Commissie is terecht een onderzoek gestart naar een verdere vereenvoudiging en modernisering van de Europese verslaggevingsrichtlijnen.

Overleg binnen de Europese accountantsfederatie FEE wijst uit dat vrijwel alle Europese landen de toepassing van IFRS SME als optie binnen de Europese verslaggevingsrichtlijnen onderschrijven. De tegenstanders komen vooral uit landen waar de opstelling van jaarrekeningen sterk wordt beïnvloed door fiscale waarderingsgrondslagen. Implementatie van IFRS-regels zal in die landen niet te onderschatten aanpassingen vergen.

Het is nu nog te vroeg ook volgens het NIVRA om IFRS SME als te complex te bestempelen dan wel te omarmen. Eerst zal voldoende input moeten worden verkregen van onze leden en andere belanghebbenden. Maar in beginsel lijkt voor de groep (middel)grote ondernemingen IFRS SME een goede optie. Kleine niet-controleplichtige ondernemingen zouden moeten kunnen volstaan met de toepassing van fiscale grondslagen voor hun jaarrekening; de opstelling van hun jaarrekening is sterk fiscaal gedreven, er zijn weinig andere belanghebbenden en kredietverschaffers zijn in staat om de door hen gewenste informatie en voldoende zekerheden af te dwingen.

Ik concludeer dat we met IFRS SME in verslaggevingsland op een belangrijk kruispunt zijn aangekomen. De keuze gaat tussen het volgen van de oude, meer gemakkelijke weg waarbij ieder land zijn eigen verslaggevingsregels blijft opstellen, en het inslaan van een nieuwe weg met als doel één gemeenschappelijke verslaggevingstaal binnen een verenigd Europa.

Het woord is aan u.

Noot
Henk Verhoek is coördinator verslaggeving van het NIVRA.

Henk Verhoek was senior beleidsmedewerker Beroepsontwikkeling en Beleid NBA.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.