Angry young men van Nederlandse accountancy
Er is te weinig discussie over de toekomst van het vak. En de discussie die er is, is bovendien het exclusieve domein van éminences grises die het contact met de praktijk kwijt zijn. Ziehier de voedingsbodem van het Wildschut-overleg. "Als een Don Quichot vechten tegen windmolens? Als dat zo is, dan is dat maar zo. Ik wil in elk geval iets doen."
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 8, 2007
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Wildschut-overleg wil agenda’s beïnvloeden
“Veel mensen hebben het gevoel dat ons vak de verkeerde kant uitgaat. Er is echter vrijwel niemand die zijn nek durft uit te steken en de discussie aangaat. Over de onomkeerbare processen van wet- en regelgeving, over de vraag wat de toegevoegde waarde van de accountant nu echt is, over het gebrek aan innovatie in de branche, de imagoproblemen op de arbeidsmarkt etc. Je kunt dan twee dingen doen: in een hoekje gaan zitten en het allemaal over je heen laten komen; of proberen om dingen bij te sturen. Persoonlijk kies ik voor het laatste, al is niet zeker of het nog wel is bij te sturen. Maar ik wil in elk geval tegen mezelf kunnen zeggen dat ik er alles aan heb gedaan.”
Aan het woord is Albert Fieret, zelfstandig gevestigd registeraccountant, en niet geheel toevalligerwijs ook winnaar van de NIVRA Essayprijs voor Young Professionals 2006. Hij is een van de leden van het Wildschut-overleg, een term die steeds vaker opduikt in vakpublicaties. Leden van dit informele netwerk - op dit moment een stuk of tien - ondertekenen hun publicaties met vermelding van het netwerk. Maar wat is dat Wildschut-overleg precies?
Virtueel netwerk
Arnout van Kempen, beleidsmedewerker van het NIVRA, kan daar uitsluitsel over geven, want hij was medeverantwoordelijk voor de ‘geboorte’. Voor wie het precies wil weten: dat was op de ring A10 bij Amsterdam, in de auto bij Marc van Hilvoorde. “We filosofeerden over het vak, en waren allebei van mening dat er behoefte was aan een groep jonge accountants die wil vernieuwen. We vonden ook dat zo’n groep een lekkere naam moest hebben, á la het befaamde Des Indes-overleg dat de grondslag legde voor het eerste paarse kabinet. En dus zijn we bij de eerste afslag van de ring afgegaan, naar Café Wildschut gereden en daar onze eerste ‘vergadering’ gehad.”
Café Wildschut heeft inmiddels geen klandizie meer van de groep, die flink is gegroeid. “Door drukke agenda’s bleken die bijeenkomsten toch niet de beste aanpak te zijn. En dus zijn we nu vooral een virtueel netwerk. Past ook veel beter bij deze tijd.”
Eén doelstelling
Maar wat wil het Wildschut-overleg precies? Is er een programma van standpunten of doelstellingen? Een statuut? Een toetredingsbeleid? Niets van dat alles: het blijkt een prettig informeel netwerk te zijn dat eigenlijk maar één doelstelling heeft: discussie op gang brengen bij de jonge generatie (< veertig jaar, ook al is ook die grens niet spijkerhard) accountants over het vak. De heren hebben de onbeschrijflijke arrogantie om tegen de generatie van boven de vijftig te zeggen dat ze maar lekker zo door moeten gaan op deze weg. Van Kempen: “Zij zijn onze doelgroep helemaal niet.” Het klinkt als angry young men? “Dat is inderdaad wel een goede typering.” Waarom wordt de discussie over de accountancy zo gedomineerd door hoogleraren van respectabele leeftijd?
Fieret meent dat het veel te maken heeft met angst onder de jongere generatie. “Als je bij een groot kantoor werkt en je nek uitsteekt, dan is dat slecht voor je loopbaan. Bij een klein kantoor is dat vaak minder het geval, maar daar is de kans groot dat als je iets roept dat je dan niet wordt gehoord of direct wordt neergesabeld door de heersende elite die het voor het zeggen heeft in belangrijke commissies.” Van Hilvoorde: “Naast de lange werkdagen is er bovendien nauwelijks tijd om eens na te denken over het vak.”
Achterhoedegevecht
Die situatie kan echt niet langer blijven bestaan, want er spelen issues van levensbelang. En dan hebben we het niet over het al dan niet aannemen van de Verordening Gedragscode. Dat is namelijk een achterhoedegevecht, zo valt te lezen op het weblog (http://wildschut.blog.com): ‘Een beroep dat niet weet uit te leggen aan het maatschappelijk verkeer waarom het zowel een beschermde titel geniet, een gegarandeerde markt, als de vrijheid om andere markten te betreden, kan vechtend over straat rollen over diepzinnige kwesties als de aantallen volmachten die passen in een democratische vereniging, maar aan het eind van het verhaal grijpt de ‘echte’ democratie in. Accountants laten hun toegevoegde waarde als beschermde beroepsgroep zien, of ze verliezen hun bescherming.’
Ivoren toren
Fieret en Van Kempen hopen uiteraard dat de prille beweging steeds sterker wordt. Volgens Van Hilvoorde wordt het momentum steeds beter om verandering op gang te brengen: “Ik merk dat er van allerlei kanten dingen gebeuren. Dat nieuwe technologie meer belangstelling krijgt. En dat vernieuwing begint te leven is ook te zien in het visiedocument dat de large six (big four-kantoren plus BDO en Grant Thornton, red.) hebben opgesteld.” Het Wildschut-overleg heeft maar één wapen: het zoeken van de publiciteit. Fieret: “Juist met onze weblog kunnen we op een laagdrempelige manier mensen erbij betrekken. Door steeds meer de publiciteit te zoeken en daarbij de confrontatie aan te gaan met de oudere generatie. Ons nadeel is dat we minder sterk zijn vertegenwoordigd in commissies en dergelijke. Maar ons voordeel is dat wij in de praktijk staan en dat zij in een ivoren toren het contact met de praktijk grotendeels zijn verloren. Dat is hun achilleshiel.”
Agenda’s beïnvloeden
De focus in het vak ligt volgens Van Hilvoorde de afgelopen jaren vooral op het interpreteren en invoeren van regels, bij de klanten en binnen de sector zelf: “Er groeit een generatie op van accountants met het idee dat het invoeren en naleven van extern opgelegde regels de kern van het accountantsvak is. De buitenwereld ziet dit anders, getuige de stroom aan kritische noten. We proberen in onze discussies ook door deze mist van regelgeving heen te kijken en de kern van het vak terug te vinden. Dat we daarbij niet in allerlei commissies zitten, vind ik niet zo’n bezwaar. Waar het om gaat is dat we de agenda’s kunnen beïnvloeden.”