Magazine 01 april 2005

We moeten af van het idee dat een controle honderd procent waterdicht is

Welke studieverenigingen bestaan er binnen de accountancystudie? Wat zijn hun drijfveren? Vragen die aan bod komen in een korte serie. In de zesde en laatste aflevering: de Financiële Studievereniging Rotterdam (FSR).

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 8, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Ruim een jaar lang besteedde ‘de Accountant’ van tijd tot tijd aandacht aan de universitaire financiële studieverenigingen. Achtereenvolgens bezochten we de VAS (Nyenrode), de FST (Universiteit van Tilburg), RISK (Rijksuniversiteit Groningen), de FSA (Universiteit van Amsterdam en Vrije Universiteit) en FS Focus (Universiteit Maastricht).

Enkele dingen vielen op, zeker nu we zijn terechtgekomen bij de FSR, de studievereniging van de Erasmus Universiteit. De FSR heeft namelijk, als enige, een vrouwelijke voorzitter, een unicum in een wereld waarin mannen nog steeds de overhand hebben. Weliswaar kennen ook Tilburg en Maastricht vrouwen in het bestuur, maar daarentegen zijn Groningen, Amsterdam en Breukelen complete mannenbolwerken. Het resultaat is dat het aantal vrouwen, gemeten voor alle besturen, minder dan een kwart bedraagt.

Brugfunctie

Wat ook opvalt is dat alle studieverenigingen zich toch vooral zien als brug tussen de student en het bedrijfsleven. De enige die daarnaast voor zichzelf ook een rol ziet als criticaster van het onderwijsprogramma is de VAS. Sterker nog, de directe aanleiding voor de oprichting van de studievereniging van Nyenrode was in 1971 de groeiende ergernis van de studenten dat ze naast hun drukke baan in de accountancy ook nog op zaterdag college moesten volgen. En nog steeds is de combinatie werk-studiedruk een actiepunt.

Dat de VAS nadrukkelijk voor zichzelf zo’n rol ziet weggelegd, is niet opmerkelijk. Doordat ze als enige werken, voelen de studenten van Nyenrode als geen ander het tijdbeslag dat de opleiding op hun leven legt. Hooguit is het opmerkelijk dat bij de andere studieverenigingen de inhoud van het onderwijs geen rol speelt. De zorg voor de toekomstige carrière is het werkelijk belangrijke thema. Maar ja, zelfs het bestuur van de VAS zei het al in deze serie: “We gaan niet met een spandoek op het Malieveld staan. We zijn geen querulanten.”

Grootste vereniging

De Financiële Studievereniging Rotterdam bestaat nog niet lang. In 1998 werd de FSR opgericht, als resultaat van een fusie tussen de tot dan toe afzonderlijke verenigingen voor studenten accountancy en finance. We praten met vier leden van het bestuur: secretaris Arjan Latour, penningmeester Rex Neijtzell de Wilde, Merel van der Schalk (externe betrekkingen) en Robert van den Barselaar, hoofdredacteur van het verenigingsblad FSR Forum. Alle vier volgen ze de studierichting accountancy, terwijl Robert van den Barselaar zich daarnaast bekwaamt in finance.

Arjan Latour: “Met de ruim achthonderd leden die we hebben, is de FSR de grootste studievereniging aan de Erasmus Universiteit. En van die club wilde ik heel bewust bestuurslid worden. Niet voor niets heb ik tijdens de vergadering waar we als nieuw bestuur werden aangesteld, gezegd dat een studie zonder een jaar FSR eigenlijk geen studie is. Dat klinkt natuurlijk leuk in zo’n vergadering, maar ik meen het ook echt.”

Fulltime

Volgens Rex Neijtzell de Wilde is het lidmaatschap van het bestuur een ‘prachtige sociale ervaring’. “Je legt veel contacten met het bedrijfsleven.” Ook Robert van den Barselaar ziet de FSR als brug tussen theorie en praktijk. En Merel van der Schalk zegt het klip en klaar: “Lid zijn van het bestuur is absoluut niet slecht voor je carrière.”

Maar wie nu denkt dat zij zich slechts ter meerdere eer en glorie van zichzelf kandidaat hebben gesteld voor het bestuur, heeft het mis. Want daarvoor is de hoeveelheid werk die ze moeten verzetten te groot. Merel: “Eigenlijk zijn we er fulltime mee bezig.” Alleen, de Erasmus Universiteit stelt die volledige tijdsbesteding niet ter beschikking. Ook de leden van het FSR-bestuur worden geacht nog enkele colleges te lopen. En dat is lang niet altijd even makkelijk. Hoewel, Rex Neijtzell de Wilde: “Ik vind het een uitdaging om naast mijn lidmaatschap van het bestuur hier en daar nog een vakje te doen.”

China

Ook de FSR organiseert, net als de verenigingen in Groningen, Amsterdam, Tilburg en Maastricht, tal van activiteiten, zoals studiereizen en seminars. Men werkt daarbij deels samen met de collega’s uit Amsterdam.

Rex Neijtzell de Wilde: “We organiseren binnenkort samen met Amsterdam een Banking Cycle. Dan komen vertegenwoordigers van toonaangevende investment banks uit Londen en Amsterdam naar de Erasmus Universiteit voor het geven van workshops. Daarnaast houden we ook de Big Four Cycle, waarbij onze leden op bezoek gaan bij kantoren van de big four.”

Ook organiseert de FSR jaarlijks een International Research Project. Dit jaar gaat de reis naar New York en Londen, ter bestudering van hedge funds. Vorig jaar stond China op het programma. Rex Neijtzell de Wilde: “Ik heb daaraan deelgenomen. Naar aanleiding hiervan heb ik een scriptie geschreven over het ontstaan van joint ventures in China. We hebben diverse multinationals in Sjanghai en Hong Kong bezocht. Het was keihard werken, maar het was top.”

Niet waterdicht

Zelf willen de FSR-bestuursleden straks het liefst een functie bij een multinational (Merel) of bij een van de big four (Rex en Arjan). Alleen Robert twijfelt of hij in de financiële sector aan de slag wil. “Het lijkt me ook interessant om als financieel-economisch journalist te werken. Ik vind het blaadjes maken in ieder geval op dit moment heel erg leuk.”

Tot besluit komt er een ergernis ter sprake die behalve in Rotterdam ook tijdens onze rondgang langs de andere universiteiten bleek te leven: de te hoge verwachtingen die de samenleving van accountants heeft. Arjan Latour: “We moeten af van het idee dat de controle van de accountant voor honderd procent waterdicht is. Bij Ahold bleken er sideletters te bestaan waarvan de accountant geen weet had. Als een raad van bestuur niet alle informatie op tafel legt, dan houdt het natuurlijk op. Dat kun je de accountant niet aanrekenen.”