Waar zijn ze gebleven?
Waar bleven de RA’s die twee jaar geleden hun baan bij Andersen zagen verdwijnen? Gingen ze mee naar Deloitte of doen ze nu iets heel anders? Hoe kijken ze terug op de gebeurtenissen? En op hun gedwongen carrièrebreuk? Louter ellende, of uiteindelijk toch een blessing in disguise?
Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 8, 2004
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
De cijfers spreken duidelijke taal. Een vergelijking van gegevens uit de RA-gids 2002-2003 met de meest actuele informatie uit het NIVRA-ledenbestand (zie tabel) leert dat van de 72 RA’s die in 2002 nog bij Andersen werkten, er 47 - dat is tweederde - mee naar Deloitte zijn overgestapt en daar nog steeds werken.
Elf vertrokken er naar een van de andere kantoren van de big four. De rest zocht z’n geluk bij onder meer financiële instellingen en de overheid. Twee RA’s vestigden zich als zelfstandig consultant, terwijl er één partner werd bij een klein kantoor.
Van de 72 ex-Andersen RA’s benaderden we er vijf voor een gesprek.
Jasper de Bruin (28), sinds een maand ingeschreven als RA, besloot mee te gaan naar Deloitte. Hij werkt daar bij de internationale praktijk.
Voor Hans Borghouts (43) waren de gebeurtenissen daarentegen aanleiding om na ruim twintig jaar naar PricewaterhouseCoopers over te stappen. Hij leidt daar nu een business unit van Global Risk Management Solutions.
Suzan van Zitteren (36) wist in 2002 één ding heel zeker. Ze had geen zin om weer als controlerend RA aan de slag te gaan. Want inmiddels was ze binnen de internationale Andersenorganisatie actief op een ander terrein. Vanuit Luxemburg ontwikkelde ze de wereldwijde controlemethodologie en trainingsprogramma’s voor accountants in Europa, Midden-Oosten, Afrika en India. Zij koos uiteindelijk voor Rodamco Europe, waar ze verantwoordelijk werd voor de IFRS-conversie en corporate risk management.
Cees van Wijk (35) besloot in te gaan op het aanbod van een vriend om partner te worden in ABIN Vink Accountants en Belastingadviseurs in Noordwijk.
En Mathieu Huyveneers (29) wilde én niet bij Deloitte werken, én niet langer controlerend RA zijn. Hij besloot zelfstandig consultant te worden.
Dynamische werkomgeving
Alle geïnterviewden kozen indertijd bewust voor Andersen. Hans Borghouts: “Ik ben er in 1980 begonnen. Alhoewel Andersen uiteindelijk ruim 35 jaar in Nederland actief is geweest, bleef het in vergelijking met de anderen van de big five een betrekkelijk jong kantoor. Wij koesterden dat jonge imago. Ik vond Andersen een dynamische club met een sterke internationale praktijk. Daar voelde ik me thuis.”
Voor de twintigers Mathieu Huyveneers en Jasper de Bruin waren de informele omgangsvormen het beslissende punt om ooit voor Andersen te kiezen. Huyveneers: “Als je een vraag over iets had, of je was het ergens niet mee eens, dan kon je bij Andersen bij een partner binnenstappen om het te bespreken. Daarin was Andersen uniek.”
Jasper de Bruin heeft een soortelijke ervaring. “Ik zit nu bij Deloitte in de ondernemingsraad. Prima, dat er een OR is. Bij Andersen hadden we die niet. Maar we hadden hem ook niet nodig. Ik herinner me nog een bijeenkomst in Delft waar alle Andersen-medewerkers bijeen waren. De bestuursvoorzitter stond op het podium en vroeg aan de aanwezigen: ‘Willen jullie nu meer geld of straks een beter pensioen?’ Omdat er bij Andersen veel jonge mensen werkten, koos de meerderheid voor meer geld. Met stemkastjes kon iedereen zijn mening kenbaar maken. En zo was binnen een oogwenk het besluit genomen, en werd het ook direct uitgevoerd. Die snelle werkwijze was typerend voor Andersen.”
Rook en vuur
“Ik weet nog precies wanneer ik voor het eerst hoorde dat het wel eens fout zou kunnen gaan met Andersen. En ook weet ik nog waar ik dat hoorde. Op de plaats van het delict zelf, zal ik maar zeggen. Ik werkte namelijk voor bedrijven in de energiesector. Om die reden bezocht ik in december 2001 een seminar in Houston dat Andersen had georganiseerd.”
Cees van Wijk bevond zich wel erg dicht bij het vuur, toen de eerste rookwolken boven Enron zichtbaar werden. “Tijdens het symposium hadden wij als Andersen-medewerkers opdracht gekregen om ons strikt afzijdig te houden van contacten met de pers. Later begreep ik uiteraard wel waarom dat was.”
Ook Suzan van Zitteren was in die tijd in de Verenigde Staten, op het hoofdkantoor van Andersen in Chicago. “Ik had regelmatig contact met het global management van Andersen audit en business advisory. Op een internationale meeting in september 2001 sijpelden de eerste berichten door dat er iets mis was bij Enron. Dat leidde vanaf oktober tot enorme nervositeit en een drastische bijstelling van de prioriteiten. Het was ineens alle hens aan dek. De genadeklap kwam in maart 2002 toen het Amerikaanse ministerie van Justitie Andersen officieel in staat van beschuldiging stelde. Toen wist ik dat het einde nabij was.”
Versnipperaar
Hans Borghouts was ook in Chicago, op het vliegveld om precies te zijn, toen hij in de Wall Street Journal over Enron las. “Dat was vlak voor Kerstmis, ik was op weg naar Nederland. Aanvankelijk ging ik ervan uit dat het met een sisser zou aflopen. Maar na de eerste verhalen over het gebruik van de papierversnipperaar, kreeg ik het gevoel dat het wel eens fout zou kunnen gaan. Dat was geen leuke tijd. Op kantoor leidde het tot onrust onder de medewerkers. En ook privé had het natuurlijk z’n uitwerking. Tijdens de wintersportvakantie met vrienden was het toch het gesprek van de dag.”
Mathieu Huyveneers en Jasper de Bruin hoorden, vanwege het feit dat ze in Nederland werkzaam waren, pas later over de problemen bij Enron. Huyveneers: “In het begin deden we daar wat lacherig over. Dan kwam je bij een klant die tegen je zei: ‘Mooie stropdas draag je. Pas maar op dat die niet bij jullie op kantoor in de papierversnipperaar terechtkomt.’ Maar al snel verging ons het lachen.”
Bewuste keuze
In 2002 gingen de ontwikkelingen razendsnel. In het voorjaar viel Andersen als internationaal kantoor uiteen. Per land begonnen de onderhandelingen over de verkoop van de nationale vestigingen. In Nederland nam Deloitte vrijwel de gehele Andersen-praktijk over.
Jasper de Bruin: “Ik heb bewust ervoor gekozen om mee over te gaan naar Deloitte. Doorslaggevend daarbij was voor mij de garantie van de directie van Andersen dat het kantoor als geheel zou worden overgenomen. Ik zou dus kunnen doorgaan met dezelfde collega’s. Dat was belangrijk voor me, want ik werkte nog maar drieënhalf jaar bij Andersen. Ook heb ik gekeken in welke andere landen Andersen door Deloitte werd overgenomen. Dat gebeurde onder meer in Spanje en Engeland. Dat kwam goed uit, want bij Andersen had ik enkele grote klanten die ook in die landen actief waren. Het betekende dat ik mijn portefeuille kon behouden.”
Ook Hans Borghouts overwoog om de overstap naar Deloitte te maken. “Maar in de periode dat Deloitte met Andersen onderhandelde, benaderde PricewaterhouseCoopers mij. Hierdoor kon ik op een bepaald moment kiezen tussen Deloitte en PwC. Mijn beslissing is uiteindelijk intuïtief geweest. Ik geloofde dat ik me meer thuis zou voelen bij PwC. Het kantoor is meer op de internationale praktijk gericht dan Deloitte. Ik kreeg bij PwC de mogelijkheid om de draad op te pakken binnen risk consulting, onder het dak van één wereldwijd samenwerkende praktijk. Dat sprak mij aan. In mei heb ik bij Andersen bekendgemaakt dat ik niet mee ging naar Deloitte. Dat werd bepaald niet met gejuich ontvangen. Ik heb daarop besloten binnen twee weken definitief te vertrekken.”
Niks netwerken
Voor Suzan van Zitteren was de keuze wel of niet meegaan naar Deloitte niet moeilijk. “Een langetermijnperspectief was er voor mij niet. In februari 2002 vielen bij mij de puzzelstukjes op de juiste plaats. Mijn werk was een investering in de toekomst die de organisatie op de korte termijn geen geld opleverde, maar geld kostte. Dat maakte mijn positie bij een nieuw kantoor op voorhand kwetsbaar. Deloitte, noch Ernst & Young bood dezelfde internationale mogelijkheden als Andersen. Wat moest ik? Weer in het externe beroep actief worden? Dat had ik wel gezien. Bovendien was het blazoen van het accountantsberoep beschadigd. Ik ben daarop gaan solliciteren. Op de ouderwetse manier: niks netwerken, maar de
zaterdagkrant doorpluizen. Zo ben ik bij Rodamco Europe terechtgekomen.”
In de modder
‘Lijkt werken als partner bij een klein kantoor je niet leuk?’ Die vraag stelde een oud-studiegenoot in december 2001 aan Cees van Wijk. Leuk zo’n aanbod, dacht Van Wijk, maar eind 2001 geloofde hij nog in het voortbestaan van Andersen.
“Alhoewel ik wel van plan was om ooit iets anders te gaan doen. Een leven lang bij Andersen of een ander groot kantoor zag ik niet zitten.” In de loop van 2002 veranderde de situatie drastisch. Van Wijk besloot in te gaan op het aanbod van zijn vriend. In oktober stapte hij over naar ABIN in Noordwijk. De overstap van een groot internationaal kantoor
naar een ‘MKB-kantoor’ is niet de meest voor de hand liggende. Van Wijk is de eerste om dat toe te geven. “Ik sta nu weer met mijn voeten in de modder. Bij Andersen was ik meer consultant dan RA. Nu houd ik me weer veel meer met controle bezig. Aan de andere kant ben ik nu ook ondernemer. En dat in een bedrijf dat op het punt staat door een overname fors te groeien. In vergelijking met het werk bij Andersen is het hier heel erg down to earth. Maar wat mij bijzonder veel genoegdoening geeft is dat alles wat ik hier doe voor mezelf is. Dat is het voordeel van ondernemer zijn.”
Ander kunstje
Alles wat hem zo aantrok bij Andersen, zag Mathieu Huyveneers niet terug bij Deloitte. “Niets ten nadele van Deloitte, maar het is toch een andere cultuur. Voor mij is het een wat gezapiger kantoor. Ik vond mezelf daarin niet passen.”
In juli 2002 kondigde Huyveneers aan dat hij weg wilde. Afgesproken werd dat hij in december zou aangeven wat zijn plannen waren. “Ik haalde die termijn niet. Want halverwege dat jaar zakte de economie in. Het aantal vacatures nam drastisch af. Ik vond echter dat ik eerlijk moest zijn tegenover mijn werkgever, inmiddels was dat Deloitte. Ik ben toen opgestapt zonder een andere baan op zak. Tijdens een vakantie van twee maanden besloot ik dat ik niet verder wilde als openbaar accountant. Mijn keuze stond vast: of in het bedrijfsleven aan de slag, of als zelfstandig adviseur. Ik had inmiddels vier jaar als controlerend accountant gewerkt en het werd tijd voor een ander kunstje. Vlak na mijn vakantie kreeg ik een telefoontje van een bedrijf waarvoor ik bij Andersen al dingen had gedaan. Of ik enkele projecten wilde doen? Zo ben ik als zelfstandig consultant gestart.”
Het bevalt Mathieu Huyveneers uitstekend. De eerlijkheid gebiedt hem om te zeggen dat hij tot nu, naast wat kleine incidentele opdrachten, nog maar één grote klant heeft. “Dat is het bedrijf dat me na mijn vakantie belde. Ik doe daar zoveel voor dat het nu nog niet nodig is om acquisitie te plegen. Daar schuilt een risico in, als het straks onverhoopt slechter gaat. Ik weet ook niet of ik dan consultant blijf. Misschien solliciteer ik alsnog naar een baan in het bedrijfsleven.”
Litteken
Vijf verhalen van vijf ex-Andersen RA’s die allemaal goed zijn terechtgekomen. Een plotselinge carrièrebreuk, gedwongen door omstandigheden buiten henzelf. Een ‘ander’ leven, soms. Ook gedwongen veranderingen kunnen achteraf heilzaam blijken. Is de ondergang van Andersen voor hen uiteindelijk zo’n blessing in disguise geworden?
Cees van Wijk: “Ik vind het nog steeds heel erg wat er met Andersen is gebeurd. Want het was een uitstekende club. Maar ik moet toegeven dat de gebeurtenissen voor mij op het juiste moment kwamen. Ik wilde ooit wel eens ondernemer worden. Wellicht is het wat sneller gegaan dan gepland, maar ik vind het prima.”
Hans Borghouts: “Als Andersen niet ten onder was gegaan, had ik nu niet PwC gezeten. De overgang trok een behoorlijke wissel op mijn leven. Want de eerste tijd bij PwC bestond uit nog harder werken dan ik al deed. Je moet weer van voren af aan beginnen met het opbouwen van een netwerk, zowel intern als extern. Maar dat is ook een uitdaging. Ik geef nu leiding aan een afdeling van tweehonderd mensen op het gebied van risk consulting in de commerciële sector. Omdat ik dat vanaf 1998 ook al bij Andersen deed, sluit deze stap mooi aan bij mijn carrière.”
Mathieu Huyveneers: “Ik heb me op geen enkel moment zorgen om mijn baan gemaakt. Ik hoefde niet verplicht af te vloeien. Maar de gebeurtenissen hebben wel mijn denkproces over mijn toekomst versneld. In plaats van een andere functie binnen Andersen werd het een bestaan als zelfstandige. Dat had ik nooit durven vermoeden.”
Jasper de Bruin: “Ik ben heel tevreden zoals het gegaan is. Ik werk nog steeds op hetzelfde kantoor, het oude kantoor van Andersen in Rotterdam. Natuurlijk is er veel veranderd. Hier zit nu de internationale praktijk van Deloitte. Als je je realiseert dat deze praktijk net zo groot is als ooit Andersen in z’n geheel was, dan begrijp je dat ik in het begin behoorlijk moest wennen. Maar nu, na anderhalf jaar, begin ik wel iets van een Deloitte-gevoel te krijgen, wat dat ook mag zijn.”
Suzanne van Zitteren: “Ik zou nooit bij Rodamco Europe zijn terechtgekomen, want het beviel me goed bij Andersen. Ik heb het overigens ook in mijn nieuwe baan uitstekend naar mijn zin. Of ik daarom tevreden ben? Wel over de verandering in mijn eigen carrière, niet over hoe het met Andersen is afgelopen. Ik vind dat Andersen buitenproportioneel zwaar is gestraft. Het is een politiek steekspel geweest. Er moest een publiek voorbeeld worden gesteld om het vertrouwen in de financiële wereld weer op te vijzelen. Andersen is volgens mij daar de dupe van geworden. Natuurlijk, de papiervernietiger gebruiken, deugt niet. Maar de manier waarop vervolgens Andersen binnen de kortste keren een kopje kleiner is gemaakt, frustreert me. Dat heeft bij mij een litteken achtergelaten.”
Waar bleven ze?
Waar zijn de 72 ex-Andersen RA’s gebleven? Na het imploderen van de wereldwijde Andersen-organisatie, ontfermden vooral de andere grote kantoren zich over de brokstukken. In Nederland lijfde Deloitte per 1 juni 2002 de resterende Andersen-boedel in. Een aantal mensen van de forensische accountantspraktijk van Andersen verkoos echter een overstap naar Ernst & Young, dat net het gros van zijn eigen forensische accountants had zien weglopen om voor zichzelf te beginnen.
De overige RA’s verhuisden voor het overgrote deel naar Deloitte. Hoewel veel waarnemers wat zorgelijk suggereerden dat de cultuurschok voor de ‘snelle’ Andersen-mensen niet groter zou kunnen zijn, werken er twee jaar later nog altijd 47 bij dat kantoor. Anderen belandden uiteindelijk toch bij een van de drie andere megakantoren, verhuisden naar een financiële functie in het bedrijfsleven of - iets heel anders - de overheid. Slechts twee begonnen een eigen bedrijf, als zelfstandig consultant.
Gerelateerd
Ex-cfo Enron: 'Onze methoden nog steeds gangbaar'
Er zijn nog altijd bedrijven die in hun jaarverslaggeving de mazen van de wet opzoeken, zegt Andrew Fastow. De voormalig cfo van Enron denkt daarbij met name aan...
PwC na 14 jaar klaar met Europese afwikkeling Enron-fraude
PwC heeft aangekondigd dat het na 14 jaar eindelijk klaar is met de afwikkeling van het Enron-faillissement in Europa.
Anders dan anderen
Sinds vorig jaar is de besmette naam Andersen weer terug in de markt. Arthur Andersen werd door het Enronschandaal synoniem voor 'accountancy zoals het niet moet'....
'Andersen heeft sterkere naam dan KPMG'
Twaalf jaar na de implosie van Arthur Andersen keert het merk terug, ook in Nederland. Het bureau Taxperience hoopt mee te liften op de naam en faam. Maar accountancy...
Naam Andersen is terug in de markt
Het WTAS Global netwerk, met haar Nederlandse partner Taxperience, blaast de naam Andersen nieuw leven in en gaat wereldwijd de naam Andersen Tax voeren.