Out of print: Sprookjes voor het Franse Rode Kruis
De beroepsgroep kent het dilemma: neutraal willen zijn, terwijl je in de praktijk toch het meest voor de positie van één partij voelt.
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 7/8, 2014
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Zo bezien is het bewonderenswaardig dat Nederland zich in 1914, toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, niet door een van de partijen in het grote conflict liet meeslepen. Maar de positie van een land tussen zijn buurlanden is niet vergelijkbaar met die van een accountant tussen ondernemingsbestuur en ‘het maatschappelijk verkeer'. De Nederlandse neutraliteit stemt ook tot ambivalentie. ‘Wij' lieten anderen de kolen uit het vuur halen. De Rotterdamse haven en vliegtuigbouwer Fokker bloeiden, dankzij die oorlog.
Zelfs achteraf ontbreekt het aan solidariteit met de buurlanden. Heel Europa herdenkt. Ons besef komt amper verder dan ‘De Slag aan de Somme'. Als ik daarnaast nog een indruk van die periode heb, is het dankzij een jaarkalender van 1916 die thuis in een kast was blijven liggen. Twaalf getekende illustraties van 'De Mobilisatie' laten wel ‘gedoe' zien, geen drama. En uit de overlevering weet ik van een indertijd dienstplichtige oudoom die onder dat gemobiliseerd worden uitkwam doordat zijn vader de dienstplicht afkocht: in zijn plaats ging een ander waken aan de Belgische grens. Dat kon. Praktisch, maar weinig heroïsch.
Hoe diep WO I ingreep in de levens van onder meer Britten en Fransen blijkt uit - geloof het of niet - een sprookjesboek dan in 1915 verscheen: ‘Edmund Dulac's Picture-book for the French Red Cross'.
Hoe dit escapistische werk precies ontstond is onduidelijk, maar het lijkt erop dat een in zijn tijd succesvolle boeken- en krantenillustrator, Edmund Dulac, zich het lot van Britse soldaten in Frankrijk aantrok en besloot geld in te zamelen voor het Franse Rode Kruis. Die organisatie kon als enige de noodzakelijke medische hulp bieden aan gewonde Britse soldaten aan het front. Dulac zette zijn tekentalent én zijn relatienetwerk in om - modern voor die tijd - een fundraisingcampagne te beginnen.
Het boek werd in opdracht van Dulacs werkgever, The Daily Telegraph, in aanzienlijke oplages gepubliceerd bij de Londense uitgeverij Hodder and Stoughton. Negentien kleurenillustraties van Dulac zijn mooi als losse vellen ingeplakt. De sprookjes waren een selectie uit Duizend-en-een-nacht en verhalen van Hans Christian Andersen.
'All profits on sale given to Croix Rouge Française, Comité de Londres', meldt de omslag. En Dulac zelfs schrijft ergens: ‘France, bled of treasure and supplies, is giving all she can. Can you not spare something towards this work of mercy and healing among our most gallant Allies? Contributions may be addressed to: Edmund Dulac, c/o The Daily Telegraph, Fleet Street.'
Zo'n zin maakt de wanhoop in die jaren ineens voelbaar; en is des te aangrijpender als je weet hoeveel erger het nog zou worden. Misschien is dat de moraal van Dulacs sprookjesboek voor ons: het kan zóveel erger.