Belastingnieuws - juli/augustus 2014
Ook verbranden van afval belast - Crisisheffing winnaar tweede ronde - 'Ingroei' voor rulings dienstverleningslichamen - Exit winstbox - Subsidie praktijkleren nú aanvragen - Definitief einde keuzeregime WKR.
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 7/8, 2014
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Ook verbranden van afval belast
Afvalverwerkers gaan een belasting betalen van 13 euro per ton afval die wordt verbrand of gestort.
De dit jaar in ere herstelde afvalstoffenbelasting wordt uitgebreid naar het verbranden van afval. Dat heeft het kabinet besloten. Sinds 1 april betalen afvalverwerkers 17 euro per ton gestort afval. Vanaf 2015 wordt dat 13 euro per ton, maar dan valt ook verbrand afval onder dat tarief.
In 2011 werd de toenmalige afvalstoffenbelasting afgeschaft in het kader van het 'opruimen' van kleine belastingen. De hoeveelheid gestort afval is de afgelopen jaren steeds afgenomen. Vorig jaar besloot het kabinet echter dat alle kleine beetjes helpen en werd de afvalstoffenbelasting in ere hersteld, met een begrote opbrengst van 100 miljoen euro. De regeling die 1 april inging voor gestort afval, brengt dat echter niet op, vandaar de uitbreiding waartoe nu is besloten.
Niet de inzamelaars, sorteerders of recyclebedrijven gaan de heffing betalen, maar de verbrandings- en stortinrichtingen. Een andere oplossing zou tot 'onevenredige controle-inspanningen leiden', zo meldt het ministerie van Financiën.
Crisisheffing winnaar tweede ronde
Tegen de crisisheffing protesterende werkgevers maken steeds minder kans op succes. De Haagse rechtbank heeft nu ook een wetstechnisch argument afgewezen.
Het ligt nog steeds voor de hand dat de tot tweemaal toe door het kabinet opgelegde crisisheffing voor inkomens boven de 150.000 euro tot aan de Hoge Raad toe zal worden betwist, maar de bezwaarmakers gaat het niet voor de wind. Dit voorjaar wees de Haagse rechtbank in enkele zaken al een aantal argumenten af, daar kwam in juni een tweede ongegrondverklaring bij.
De procederende werkgever had gesteld dat een wettelijke basis ontbreekt voor de crisisheffing, omdat in artikel 1 van de Wet loonbelasting staat dat over eenzelfde loonbestanddeel niet zowel bij een werknemer als bij een werkgever kan worden geheven. De rechtbank was daar niet van onder de indruk en wees op het artikel waarin over de crisisheffing wordt gezegd dat hij wordt geheven "in afwijking van het overigens bij of krachtens de wet bepaalde". Volgens de rechtbank betreft dat dus ook het bepaalde in artikel 1.
'Ingroei' voor rulings dienstverleningslichamen
Met concrete plannen voor operationele activiteiten kunnen dienstverleningslichamen - brievenbusmaatschappijen - voorkomen dat de Belastingdienst 'spontaan' informatie uitwisselt met buitenlandse belastingautoriteiten.
De heftige discussies over brievenbusmaatschappijen in Nederland hebben tot een aantal beleidswijzigingen geleid. Een daarvan heeft betrekking op bedrijven die een ruling aanvragen zonder dat ze over voldoende substance in Nederland beschikken: aanwezigheid in de vorm van werknemers, bestuurders en kapitaal. De Belastingdienst wisselt de gegevens van die bedrijven uit met buitenlandse belastingautoriteiten. Ondernemingen zijn daarmee veelal niet blij, omdat de buitenlandse dienst al gauw veronderstelt dat er iets niet in de haak is, wat een stroom informatieverzoeken op gang brengt.
In uitwerkingen van deze door voormalig staatssecretaris Weekers aangekondigde beleidswijziging heeft het ministerie van Financiën nu een versoepeling aangebracht. Er is sprake van een mogelijkheid tot 'ingroei'. Een dienstverleningslichaam hoeft niet meteen bij aanvraag van een ruling over voldoende operationele activiteiten in Nederland te beschikken. Als er concrete plannen bestaan voor uitbreiding in Nederland, dan is dat voldoende om aan spontane gegevensuitwisseling te ontkomen. Het is dus niet noodzakelijk onmiddellijk operationele activiteiten naar Nederland te halen.
Exit winstbox
Ruim een jaar was het een buzz-woord in fiscale kringen, maar 'winstbox' kan nu worden afgevoerd van het lijstje potentiële fiscale vernieuwingen. Het kabinet voelt er niets voor.
De winstbox, het zou box 4 worden, moest ondernemersfaciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek en de mkb-vrijstelling vervangen. Een eigen tarief voor ondernemers zou de belastingdruk voor ondernemers meer in lijn brengen met die van werknemers aan de onderkant van de inkomensverdeling en zo doorgroei stimuleren: 'weinig' winst makende ondernemers ertoe aanzetten meer winst te maken.
Een dergelijke ingreep in het belastingstelsel blijkt echter niet de moeite waard te zijn: te omvangrijk en te complex, terwijl de genoemde voordelen van de winstbox betwistbaar zijn, zo schrijft staatssecretaris Wiebes van Financiën aan de Tweede Kamer. Het halve stelsel zou op de schop moeten, anders zou het bijvoorbeeld niet mogelijk zijn dat ondernemers betaalde hypotheekrente of lijfrentepremies kunnen aftrekken van de winst.
Het verschil in belastingdruk tussen ondernemer en werknemer blijft dus bestaan en dat is niet wenselijk, aldus Wiebes. Daarom komt er een interdepartementaal beleidsonderzoek naar dit probleem.
Subsidie praktijkleren nú aanvragen
Ondernemers die in het nu afgeronde studiejaar 2013/2014 een praktijk- of een werkleerplaats hebben aangeboden, kunnen tot half september hun aanvraag indienen voor de subsidieregeling praktijkleren, die dit jaar is ingegaan.
Voor vier categorieën studenten/deelnemers - van vmbo tot en met universiteit - zijn subsidies beschikbaar tot 2.700 euro per schooljaar. Ten opzichte van de dit jaar afgeschafte afdrachtsvermindering onderwijs zijn de eisen echter opgeschroefd. Het aantal categorieën studenten is verminderd, zo is de beroepsopleidende leerweg in het mbo nu uitgesloten, en wat betreft administratieve verplichtingen moeten overeenkomsten kunnen worden overlegd tussen bedrijf en student en/of kennisinstelling. Het idee achter de inperking is dat de subsidie alleen dient als stimulans voor de meest kwetsbare sectoren, waar de jeugdwerkloosheid hoog is of waar een groot tekort is aan wetenschappelijk personeel. De subsidie is ook bedoeld voor de loon- en begeleidingskosten van promovendi en technologisch ontwerpers in opleiding (toio's). Subsidieaanvragen kunnen van 2 juni tot 15 september 2014 worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, rvo.nl.
Definitief einde keuzeregime WKR
Personeelskortingen blijven vrijgesteld, de vrije ruimte wordt kleiner en per 1 januari 2015 is elke onderneming verplicht gebruik te maken van de werkkostenregeling (WKR). Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft knopen doorgehakt.
Het heeft er lang naar uitgezien dat knelpunten in de WKR zouden leiden tot nog een jaar keuzevrijheid tussen het oude systeem van vrije vergoedingen en verstrekkingen en de WKR, die werkt met een vrije ruimte van 1,5 procent van de loonsom. Vooral in het mkb was daaraan behoefte. Daar werd zelfs gepleit voor een structureel keuzeregime, zo schrijft staatssecretaris Wiebes in een brief aan de Tweede Kamer. De kosten daarvan zouden echter kunnen oplopen tot 300 miljoen euro per jaar. Geen optie, volgens Wiebes. Per 1 januari 2015 is de WKR daarom verplicht. Ten opzichte van de huidige regeling wordt tegelijkertijd een aantal wijzigingen doorgevoerd. Opvallend is de introductie van het noodzakelijkheidscriterium - weliswaar in een beperkte vorm, alleen voor gereedschappen, computers en communicatiemiddelen, maar toch. Een werkgever kan deze goederen verstrekken zonder dat hij fiscaal rekening hoeft te houden met het (eventuele) privévoordeel van de werknemer, tenminste als hij die voorziening noodzakelijk acht in het kader van zijn bedrijfsvoering. Wiebes kondigt aan na enige tijd te evalueren of het noodzakelijkheidscriterium in de praktijk goed hanteerbaar is. Dan zou het kunnen worden uitgebreid naar andere categorieën voorzieningen.
Een tweede aanpassing is het handhaven van de vrijstelling van personeelskortingen voor branche-eigen producten. Daar heeft vooral de detailhandel op aangedrongen.
Invoering en behoud van deze specifieke vrijstellingen leiden er toe dat de vrije ruimte wordt ingeperkt, van 1,5 procent naar 1,2 procent. Dat zal weer nadelig zijn voor bepaalde branches, maar dat is helaas niet te vermijden, aldus Wiebes.