Zzp'er nog niet uit de zorgen
De fiscale status van zzp'ers in de zorg blijft betwist. Onder voorwaarden blijkt het echter mogelijk in aanmerking te komen voor een VAR-wuo en ook ten aanzien van de btw wordt de soep niet zo heet gegeten als ie wordt opgediend. Dankzij de Hoge Raad.
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 9, 2014
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Belastingdienst en rechter blijven worstelen met ondernemerschap verpleegkundigen
Veel zorgverleners, met name in de AWBZ-thuiszorg, bieden hun diensten aan als zzp'er. Zij kregen in het verleden vaak een Verklaring arbeidsrelatie met als kwalificatie winst uit onderneming (VAR-wuo). Daarin trad eind vorig jaar een kentering op. De Belastingdienst gaf voor het jaar 2014, in veel gevallen in afwijking van voorgaande jaren, geen VAR-wuo meer af, maar een VAR- loon. Het gevolg was dat hun opdrachtgevers, zorginstellingen of bemiddelingsbureaus, niet meer met hen in zee wilden. Aan deze kwestie werd ruim aandacht besteed in de media en in de Tweede Kamer. Op 7 april 2014 werden de hierover gestelde Kamervragen door de staatssecretarissen van Financiën, SZW en VWS gezamenlijk beantwoord.
Ondernemer
De zzp'ers in kwestie zijn vaak werkzaam bij particuliere zorgvragers of bij een zorginstelling via een of meer bemiddelingsbureaus. Ze beschouwen zichzelf als ondernemer omdat zij zelfstandig werken en omdat het bemiddelingsbureau in hun ogen alleen een kassiersfunctie vervult. Echter, naar de mening van de bewindslieden, is de arbeidsrelatie tussen de zzp'er en een bemiddelingsbureau (of zorgaanbieder dan wel zorginstelling), aan te merken als een dienstbetrekking. Dit omdat de zzp'er op basis van de regelgeving niet verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de zorg en ook omdat hij geen declaratierecht heeft. Alleen als het bemiddelingsbureau zich beperkt tot louter bemiddelen is een VAR-wuo nog mogelijk.
Loondoorbetaling
Bemiddelingsbureaus die nog op deze manier zzp'ers inschakelen moeten dus niet te lichtvaardig omgaan met de civielrechtelijke gevolgen van het contracteren van (schijn-)zzp'ers. Als sprake is van een dienstbetrekking dient rekening te worden gehouden met bijvoorbeeld loondoorbetaling bij ziekte. Zorgverleners moeten attent zijn dat als ze enerzijds diensten rechtstreeks aanbieden aan een zorgvrager en anderzijds via (één of meer) bemiddelingsbureaus, deze twee werkzaamheden als verschillende werkzaamheden moeten worden aangemerkt. Een eventuele VAR-wuo kan dan niet worden toegepast op de werkzaamheden die via de bemiddelingsbureaus worden verricht.
'Zorgpilot'
Als het werk verricht wordt via een bemiddelingsbureau, dat zich beperkt tot het bij elkaar brengen van partijen, kan dus wel nog een VAR-wuo worden verkregen. Een tweede mogelijkheid is de onlangs opengestelde 'zorgpilot' voor de AWBZ-thuiszorg in natura. Daarin is het mogelijk dat de zorgverlener direct met het zorgkantoor een contract sluit. Zzp'ers die hun VAR-wuo zijn kwijtgeraakt, zijn als het goed is over deze pilot door de Belastingdienst aangeschreven. De Belastingdienst controleert na vier maanden of de werkzaamheden in overeenstemming met de pilot worden verricht. Zo zal bijvoorbeeld worden gecontroleerd of de vervanging door de zorgverlener afdoende én door hemzelf is geregeld.
Commotie
Omtrent de btw-heffing bij zzp'ers in de zorg ontstond vorig jaar commotie na publicatie van een brief van de staatssecretaris van Financiën (DGB/2013/2137). De staatssecretaris geeft in de brief aan dat de prestatie van een zzp-verpleegkundige aan een ziekenhuis niet is aan te merken als vrijgestelde gezondheidskundige verzorging van de mens. Deze prestatie is volgens hem het ter beschikking stellen van arbeid, te vergelijken met wat uitzendbureaus doen, en die moeten ook btw afdragen over het uitlenen van personeel, ook wanneer dit personeel gezondheidskundige handelingen verricht. Zzp-verpleegkundigen dienen in de ogen van de staatssecretaris voor de btw-heffing gelijk te worden behandeld als uitzendbureaus. Omdat de prestaties met elkaar zouden concurreren, acht hij het wenselijk dat op dit punt gelijke btw-heffing optreedt. Met een beroep op deze brief legt de Belastingdienst dan ook steeds vaker naheffingsaanslagen btw op.
Reikwijdte
Recentelijk verschenen twee arresten van de Hoge Raad over de reikwijdte van de medische btw-vrijstelling, die het beleid van de Belastingdienst in een ander licht stellen. In het ene arrest oordeelt de Hoge Raad dat de diensten van een maatschap van operatieassistenten en anesthesiemedewerkers (die worden gefactureerd aan verschillende ziekenhuizen) aan te merken zijn als (vrijgestelde) medische verzorging en niet als het (btw-belast) ter beschikking stellen van personeel of arbeidskrachten. In een tweede zaak is beslist dat de diensten van een als zelfstandige ondernemer werkende anesthesiemedewerker eveneens zijn aan te merken als (btw-vrijgestelde) medische verzorging.
In een reactie schrijft de staatssecretaris in een brief van 9 juli 2014 (DGB/2014/3652 U) dat deze arresten van de Hoge Raad een fundamentele wijziging betekenen voor de behandeling van zzp'ers en maatschappen die op grond van een overeenkomst van opdracht gezondheidskundige diensten verrichten. Vanaf de datum van deze arresten zijn deze zzp'ers en maatschappen dan ook vrijgesteld van btw voor alle werkzaamheden binnen de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) vallende gezondheidskundige diensten.
Ondergeschiktheid
Voorwaarde is wel dat geen sprake is van een uitleenovereenkomst, een dienstbetrekking van degenen die het werk verrichten bij het ziekenhuis of van wat voor andere juridische band tussen het ziekenhuis en de maatschap, of de maten of werknemers van de maatschap, waaruit toch een verhouding van ondergeschiktheid zou blijken.
Het is niet te verwachten dat alle discussies met de Belastingdienst over de btw-heffing in de zorgsector nu van de baan zijn. Alles staat of valt met de feiten en omstandigheden van het specifieke geval. Zo is ons bekend dat op dit moment diverse (bezwaar)procedures lopen over de vraag of ook de diensten van zzp'ers in de AWBZ-thuiszorg (die zij via tussenkomst van derden aan hulpbehoevenden aanbieden) kunnen vallen onder de vrijstelling van btw.
Gerelateerd
Uitzendbranche ziet kansen rond handhaving schijnzelfstandigheid
Voor de uitzendbranche biedt de handhaving op schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst kansen. Een op de tien zzp'ers die geraakt dreigt te worden door de veranderingen...
IMK merkt groeiende onrust bij zzp'ers over controles schijnzelfstandigheid
Onder zzp'ers groeit de onrust over de controles op schijnzelfstandigheid die de Belastingdienst vanaf volgend jaar gaat uitvoeren. Bij het Instituut voor Midden-...
Uber Eats stopt met inhuur van bezorg-zzp'ers
Uber Eats stopt vanaf begin volgend jaar met de inhuur van zzp'ers voor de bezorging van maaltijden in Nederland. Voortaan maakt het bedrijf gebruik van uitzendkrachten...
Helft bedrijfsleven verwacht minder gebruik te maken van zzp'ers
Bijna de helft van het bedrijfsleven verwacht dat zowel de eigen organisatie als de sector waarin het bedrijf werkt, vanaf 1 januari minder zzp'ers zal inzetten....
Zeven op de tien zzp'ers mogelijk schijnzelfstandig
Bijna driekwart van de zzp'ers (72 procent) is mogelijk schijnzelfstandig. Dat blijkt uit een zogenoemde 'zzp-check' van uitzendbureau Nedflex. Daarmee kunnen opdrachtgevers...