Magazine

Belastingnieuws - oktober 2014

Nieuwe btw-regels voor onderwijs - Sportvrijstelling btw uitgesteld - Geen bijtelling deelauto - Uitleg over innovatiebox - Eén bankloket voor slapende tegoeden.

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 10, 2014

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Nieuwe btw-regels voor onderwijs

Met een nieuw Besluit poogt het ministerie van Financiën helderheid te brengen in de btw-discussies over het ter beschikking stellen van onderwijzend personeel.

Personeel ter beschikking stellen is een met btw belaste dienst. Onderwijs geven is een vrijgestelde activiteit. Het ter beschikking stellen van onderwijzend personeel móet dus wel problemen geven. De staatssecretaris van Financiën heeft nu drie voorwaarden geformuleerd waaronder het ter beschikking stellen kan delen in de onderwijsvrijstelling.

Ten eerste moet het 'uitlenen' gebeuren door een onderwijsinstelling. Andere (markt)partijen moeten per definitie btw in rekening brengen.

Een tweede eis is dat de terbeschikkingstelling onontbeerlijk is voor het verlenen van onderwijs. Dat wil zeggen: de inlenende onderwijsinstelling zou zonder het inlenen niet meer de gewenste kwaliteit kunnen leveren.

De derde eis is dat de terbeschikkingstelling, als die concurreert met ondernemers, niet het doel mag hebben extra opbrengsten te genereren. Of daar sprake van is, hangt af van drie criteria: de terbeschikkingstelling is 'slechts' een bijkomende activiteit van de uitlenende instelling; het aantal uitgeleende leerkrachten is gering ten opzichte van het totaal; alleen de bruto loonkosten worden doorberekend aan de inlenende instelling. Wel is een opslag ter dekking van kosten toegestaan, maar zodra duidelijk is dat extra inkomsten worden verworven en dat daarmee commerciële ondernemingen worden beconcurreerd, zal btw-heffing in zicht komen.

Sportvrijstelling btw uitgesteld

Het ministerie van Financiën gaat nog eens goed onderzoeken of het wel vereist is dat sportstichtingen van hun btw-plicht worden ontslagen.

Stichtingen die sporthallen en dergelijke exploiteren zijn dol op hun btw-plicht. Ze dragen zes procent btw af over de exploitatieopbrengsten en mogen in ruil daarvoor alle betaalde btw aftrekken, en dat betreft dan voornamelijk de 21 procent btw die betaald is over de bouw of verbouw van de accommodatie.

Golfers in de Britse regio Dorset dreigen dat feestje te verstoren. Leden van de golfclub aldaar betalen geen omzetbelasting over hun contributie, maar individuele golfers die van de baan gebruikmaakten, kregen van de exploiterende stichting wel een rekening met btw. Ze stapten naar de rechter en uiteindelijk werd eind vorig jaar door het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat ook de individuele golfers geen btw hoeven te betalen. Sportbeoefening moet waar mogelijk btw-vrij zijn.

Omdat arresten van het Hof zo snel mogelijk door alle EU-landen moeten worden gevolgd, kondigde het Nederlandse ministerie van Financiën begin dit jaar aan dat het exploiteren van sportaccommodaties zou worden vrijgesteld, waarschijnlijk met ingang van 1 januari 2015. Gemeenten protesteerden daar heftig tegen: dat zou lokale sportorganisaties op jaarbasis minstens tweehonderd miljoen euro kosten.

Na Kamervragen heeft de staatssecretaris in augustus aangekondigd dat 1 januari 2015 in ieder geval niet zal worden gehaald. En het ministerie gaat het Europese arrest nog eens goed bestuderen, om de noodzaak vast te stellen van een Nederlandse wetswijziging.

Geen bijtelling deelauto

De Belastingdienst zal de fiscale bijtelling niet meer toepassen voor het privégebruik van een deelauto. Dat is de fiscus overeengekomen met branchevereniging VNA.

De regels over bijtelling hebben jarenlang de ontwikkeling van 'flexibele mobiliteitsconcepten' dwarsgezeten, zo stelt de Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen. Een leaseauto inzetten voor carpooling of ander gezamenlijk gebruik was een van de belangrijkste pijnpunten. Want wat gebeurde er als een werknemer die auto eens een keer mee naar huis nam? Dat konden dure ritjes zijn, omdat de Belastingdienst dan ineens dat privégebruik met bijtelling afstrafte.

Onderhandelingen met het ministerie en de Belastingdienst hebben nu geleid tot een overeenkomst op dit punt: een zakelijke poolauto of deelauto kan wel degelijk privé worden gebruikt door werknemers, maar dan moet de werkgever zich als verhuurder gedragen. Met andere woorden: hij brengt voor dat gebruik een marktconform tarief in rekening bij zijn werknemer en hij laat bovendien een sluitende kilometerregistratie bijhouden. De tarieven zullen jaarlijks worden aangepast. Voor een middenklasse-auto zoals de Opel Astra is het dagtarief voor dit jaar 55 euro inclusief btw. Een weekendje weg met een BMW- 3 komt op 132 euro.

Uitleg over innovatiebox

Omdat de innovatiebox voortdurend vragen blijft oproepen, heeft de staatssecretaris van Financiën een uitgebreide uitleg over de toepassing ervan gepubliceerd.

In de vorm van een Besluit (Staatscourant, 5 september 2014) licht staatssecretaris Eric Wiebes toe wat de voorwaarden zijn om in aanmerking te komen voor het speciale vpb-tarief van vijf procent voor winsten 'uit innovatie'. Dat zijn de winsten uit immateriële activa waarvoor een octrooi of een buitenlands patent is verworven, of waarvoor een S&O-verklaring is afgegeven.

Gelardeerd met praktische voorbeelden wordt ingegaan op definitiekwesties, op toepassingscriteria en op specifieke onderwerpen zoals de bepaling van de arm's length- beloning bij gelieerde lichamen en uiteraard de verschillende methoden om de winst uit dit type activa te bepalen.

Een wijdverbreid misverstand over de innovatiebox is dat hij alleen interessant is voor high tech-bedrijven. Dat is niet het geval: er zijn geen beperkingen ten aanzien van sectoren, activiteiten of regio's en ook de omvang van de onderneming is niet relevant - zolang het bedrijf maar vpb-plichtig is in Nederland. Het is mogelijk vooraf zekerheid te krijgen over de toepassing van deze regeling. Voor het kleinbedrijf is vorig jaar een forfaitregeling ingesteld. In plaats van ingewikkelde berekeningen te laten uitvoeren om de winst uit deze activa vast te stellen, kan worden gekozen voor een forfait van 25 procent van de totale winst, tot een maximum van 25.000 euro. Ondernemers kunnen elk jaar opnieuw kiezen of ze van deze 'makkelijke' methode gebruik willen maken.

Eén bankloket voor slapende tegoeden

De Nederlandse Vereniging van Banken heeft een digitaal loket geopend waar erfgenamen navraag kunnen doen naar slapende tegoeden van overledenen.

Aan het loket (www.slapendetegoeden.nl) werken 26 partijen mee, waaronder alle grote Nederlandse banken. Het staat open voor zowel erfgenamen als executeurs. Voor een aanvraag moet men (digitaal) beschikken over in ieder geval een Verklaring van Erfrecht of een Verklaring van Executele, plus een Akte van Overlijden. Het loket is alleen bedoeld voor gevallen waarin er geen sporen zijn van het bestaan van girale tegoeden op naam van een overledene, maar wel sterke vermoedens dat er nog tegoeden zouden moeten zijn. Als die vermoedens betrekking hebben op slechts één bank, dan moet men zich rechtstreeks tot die bank wenden. Een aanvraag via het gemeenschappelijke loket wordt binnen maximaal drie maanden afgehandeld.

Wettelijk vervallen slapende tegoeden na twintig jaar aan de bank. De banken die zich bij dit loket hebben aangesloten hebben zich echter verplicht altijd de gevonden tegoeden uit te keren en de wettelijke verjaringstermijn te negeren. Het aantal 'slapende rekeningen' bij Nederlandse banken wordt geschat op enkele honderdduizenden.

Geert Dekker is journalist.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.