Belastingnieuws - november 2014
Aanspraak transitiefonds niet meteen belast - Gebruikelijk loon nog gebruikelijker - Geen WBSO meer voor publieke kennisinstellingen - 'Fiets slachtoffer van wkr' - Eén btw-loket voor digitale diensten - Korting op 'duurzame' energiebelasting.
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 11, 2014
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Aanspraak transitiefonds niet meteen belast
Medisch specialisten die per 1 januari 2015 overstappen naar loondienst, hoeven niet meteen belasting te betalen over de eenmalige compensatie die ze daarvoor ontvangen.
Volgend jaar worden integrale tarieven voor medisch specialistische zorg ingevoerd en in het kader daarvan kunnen specialisten kiezen of ze vrijgevestigd ondernemer blijven of in loondienst treden van het ziekenhuis. Een overstap naar loondienst betekent echter dat de in het verleden betaalde goodwill - bij toetreding tot de maatschap - niet meer zal worden vergoed. Daarvoor worden nu transitiefondsen in het leven geroepen, om te zijner tijd toch goodwill-compensatie te kunnen uitbetalen.
Een specialist die overstapt, kan aanspraak maken op zo'n fonds, maar de vraag daarbij was of hij dan meteen inkomstenbelasting over die aanspraak zou moeten betalen. De staatssecretaris van Financiën heeft nu besloten dat dat niet het geval is. Op basis van de zogeheten hardheidsclausule bepaalt hij dat "de aanspraak van de medisch specialist op enig transitiefonds niet in de winst wordt betrokken op het moment van verkrijging van deze aanspraak". Er is pas sprake van heffing op het moment dat er wordt uitbetaald en dan zal de compensatie worden belast als nagekomen ondernemingsbate, en niet als loon uit dienstbetrekking.
In het besluit worden de verschillende situaties besproken en de voorwaarden opgesomd waaronder deze goedkeuring geldt. Zo zal iedere medisch specialist een vaststellingsovereenkomst met de Belastingdienst moeten sluiten over de fiscale behandeling van zijn aanspraak op en de uitbetaling uit het transitiefonds.
Gebruikelijk loon nog gebruikelijker
De dga krijgt minder mogelijkheden het loon dat hij zichzelf toerekent laag te houden. Dga's en Belastingdienst liggen geregeld met elkaar overhoop over de vaststelling van het loon van de dga. Recente jurisprudentie maakte dat er niet eenvoudiger op en mede daarom stelt het kabinet in het Belastingplan 2015 voor de gebruikelijkloonregeling aan te scherpen.
In de huidige regeling wordt wat betreft het loon van de dga aangesloten bij 'een soortgelijke dienstbetrekking' van een niet-dga. Als het loon dat bij die dienstbetrekking hoort hoger is dan € 44.000, mag op het meerdere een korting van dertig procent worden toegepast.
In de nieuwe regeling wordt 'soortgelijke dienstbetrekking' vervangen door 'meest vergelijkbare dienstbetrekking'. In de praktijk bleek namelijk dat de kwalificatie 'soortgelijk' goed te betwisten was - bijvoorbeeld voor orthodontisten - zodat er soms géén soortgelijke functie werd gevonden, waardoor het loon op het minimum (2014) van € 44.000 werd vastgesteld; duidelijk te laag dus. Een 'meest vergelijkbare dienstbetrekking' is echter altijd te vinden, zo is nu de redenering.
De tweede wijziging betreft de korting, officieel de 'doelmatigheidsmarge'. Die wordt verlaagd van 30 naar 25 procent. Daarmee, zo stelt het kabinet, wordt het verschil kleiner tussen dga's en gewone werknemers (met een vergelijkbaar loon) wat betreft het belastbaar loon en daarmee allerlei inkomensafhankelijke regelingen.
Geen WBSO meer voor publieke kennisinstellingen
De WBSO wordt exclusief voor ondernemingen. Het kabinet heeft besloten dat speur & ontwikkelingswerk bij publieke kennisinstellingen niet langer in aanmerking komt voor deze afdrachtvermindering loonbelasting.
Tegelijkertijd wordt het budget van deze regeling verhoogd, van 756 miljoen euro in 2014 tot 794 miljoen euro in 2015. Die verhoging wordt min of meer betaald door het budget van de RDA te verlagen, van 301 miljoen euro in 2014 naar 238 miljoen voor 2015. De research en development aftrek is 'het zusje' van de WBSO en regelt een extra aftrek van andere kosten dan loonkosten die in verband met innovatie worden gemaakt. De RDA was al niet toegankelijk voor kennisinstellingen. De normbedragen en -percentages voor beide regelingen blijven in 2015 ongewijzigd.
'Fiets slachtoffer van wkr'
De krantenkoppen meldden dat volgens staatssecretaris Wiebes 'de fiets van de baas' geen gevaar liep, maar de belastingvrije verstrekking van dat vervoermiddel is vanaf volgend jaar wel degelijk niet meer vanzelfsprekend.
Waar een werkgever in het kader van de fietsregeling elke werknemer belastingvrij een fiets tot een waarde van € 749 kon verstrekken, moet de fiets vanaf 2015 concurreren met het bedrijfsuitje en het kerstpakket. Want die fiets krijgt in de vanaf volgend jaar verplichte werkkostenregeling (wkr) geen eigen vrijstelling: hij zal moeten worden ondergebracht in de vrije ruimte van 1,2 van de loonsom. Per individuele werknemer met een modaal loon is dat niet meer dan ongeveer € 500.
BOVAG, Fietsersbond, Natuur & Milieu en RAI Vereniging bepleitten bij Wiebes een gerichte vrijstellingsregeling, zoals voor mobiele communicatiemiddelen, maar ze kregen - in ieder geval voorlopig - nul op het rekest bij de staatssecretaris. Die gaf als reactie dat 'de fiets van de baas' helemaal niet verdwijnt. Als werkgevers en werknemers daaraan prioriteit geven, zal hij gelijk hebben. Maar de exclusieve fiscale stimulans is uiteraard wel verdwenen.
Eén btw-loket voor digitale diensten
Heeft een leverancier van digitale diensten ook klanten in ander EU-landen, dan kan hij onnodige btw-rompslomp voorkomen door zich te registreren bij de Belastingdienst voor de 'mini one stop shop'-regeling.
MOSS dus. De regeling komt erop neer dat de btw die wordt ontvangen van buitenlandse klanten via de Nederlandse Belastingdienst kan worden aangegeven. Dat is handig, want vanaf 1 januari 2015 worden digitale diensten aan particulieren belast in het land waar de klant woont. Tot nu toe was dat het land waar de onderneming is gevestigd. Registreren kan tot 31 december en zo wordt voorkomen dat de ondernemer in elk land waar hij klanten heeft aangifte moet doen.
Onder digitale diensten worden elektronische diensten verstaan zoals het leveren van online weerberichten, gegevensopslag en spelen, maar ook telecommunicatiediensten zoals telefonie en internettoegang. Ook radio- en televisieomroepdiensten vallen onder de nieuwe btw-regels.
Korting op 'duurzame' energiebelasting
Ondernemers die in coöperatieve vorm lokaal duurzame energie opwekken komen vanaf volgend jaar in aanmerking voor een korting op de energiebelasting, zoals particulieren die nu al hadden.
Ondernemers kunnen dan gaan participeren in coöperaties en verenigingen van (particuliere) eigenaren die lokaal duurzame energie opwekken, zonder dat dit ten koste gaat van de belastingkorting die sinds dit jaar aan die organisaties was toegekend. Voorwaarde is wel dat een ondernemer voor niet meer dan twintig procent deelneemt, zo staat in het Belastingplan 2015. Bij een grotere deelname vreest het kabinet dat de betrokkenheid van de overige leden zou kunnen afnemen. Een korting op de energiebelasting voor ondernemers kan worden uitgelegd als staatssteun, maar het blijkt om 'geoorloofde staatssteun' te gaan, zo meldt het kabinet. Het verlaagde tarief dat nu gaat gelden is namelijk nog hoger dan het minimumbelastingniveau dat in de Europese Unie is voorgeschreven.
Aanvullend op deze maatregel heeft het kabinet besloten dat de vrijstelling van energiebelasting voor zelf opgewekte en zelf verbruikte duurzame energie wordt uitgebreid. Tot nu toe konden alleen particuliere huiseigenaren daarvan gebruikmaken, maar de vrijstelling gaat nu ook gelden voor de huursector.