Extra aftrek innovatie
Vanaf 1 mei 2012 kunnen ondernemingen de Research & Development Aftrek (RDA) met terugwerkende kracht tot begin 2012 aanvragen. Voor ondernemers die investeren in eigen speur- en ontwikkelingswerk, is het van belang dat zij actie ondernemen. De accountant kan hierin een adviserende rol spelen.
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 5, 2012
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Research & development aftrek
Om bedrijven te stimuleren in ei gen speur- en ontwikkelingswerk (S&O) te investeren, geldt met ingang van 1 januari 2012 de aanvullende Research & Development Aftrek (RDA). Een extra aftrekpost bij de fiscale winstbepaling in de inkom-sten- en vennootschapsbelasting, boven op de reguliere fiscaal aftrekbare kosten. De RDA is bedoeld voor ondernemingen die S&O verrichten. Dit zijn systematisch georganiseerde werkzaamheden die direct en uitsluitend zijn gericht op technisch-wetenschappelijk onderzoek of op de ontwikkeling van technisch nieuwe producten, productieprocessen of programmatuur. Ook een analyse van de technische haalbaarheid van de hiervoor genoemde werkzaamheden kan kwalificeren, net als een technisch onderzoek dat is gericht op de verbetering van het productieproces of de programmatuur.
Aanvullende aftrekpost
De RDA verlaagt als extra aftrekpost de fiscale winst van de onderneming. De extra aftrek bedraagt een percentage van de kosten en uitgaven die direct zijn toe te rekenen aan door de belastingplichtige verricht eigen speur- en ontwikkelingswerk, met uitzondering van loonkosten (RDA-bedrag). Het percentage wordt jaarlijks vooraf bepaald op basis van het beschikbare budget en het (verwachte) feitelijk gebruik van de regeling. Voor 2012 is dit percentage veertig procent.
In de vennootschapsbelastingsfeer betekent de RDA een additionele marginale belastingbesparing op de S&O-kosten en -uitgaven van tien procent, uitgaan de van een marginaal tarief van 25 procent.
In de inkomstenbelastingsfeer kan de besparing oplopen tot ruim achttien procent, uitgaande van een marginaal tarief van 52 procent en de mkb-winstvrijstelling van twaalf procent.
Kosten en uitgaven
Uitgangspunt zijn de werkelijke kosten en uitgaven. Onder ‘kosten’ wordt verstaan al hetgeen is betaald voor de realisatie van eigen speur- en ontwikkelingswerk. Bijvoorbeeld voor de aanschaf van verbruiksgoederen, materialen en grondstoffen voor het doen van proeven, het maken van proefbatches of voor het zelf vervaardigen van prototypes in het kader van een eigen ontwikkelingsproject.
Betalingen voor uitbesteed onderzoek of ingehuurde arbeid zijn expliciet uitgesloten, evenals financieringskosten. Om stapeling van investeringssubsidies te voorkomen, tellen investeringen die in aanmerking komen voor de energie-investeringsaftrek (EIA) of de milieu-investeringsaftrek (MIA), niet mee voor de RDA.
Onder ‘uitgaven’ wordt verstaan al hetgeen is betaald voor de verwerving van nieuw vervaardigde bedrijfsmiddelen, voor zover deze dienstbaar zijn aan het eigen S&O en nog niet eerder zijn gebruikt. Bijvoorbeeld de aanschaf van apparatuur of instrumenten, specifiek bedoeld voor S&O. Of de aanschaf van bedrijfsmiddelen om modellen, proefbatches of prototypes te kunnen vervaardigen. Maar ook kan de verwerving van een gebouw of een deel daarvan kwalificeren, evenals ICT-middelen, als deze specifiek zijn bedoeld voor eigen S&O.
Forfait
In afwijking van de hoofdregel geldt een forfait van € 15 per S&O-uur voor belastingplichtigen die per maand minder dan 150 S&O-uren realiseren. Het forfait wordt echter niet toegepast als de werkelijke kosten en uitgaven van de onderneming in het desbetreffende jaar meer dan € 50.000 bedragen. Dan wordt uitgegaan van het bedrag aan werkelijke kosten en uitgaven van het eigen S&O.
Volledig en eenmalig
Kosten en uitgaven worden volledig (en eenmaal) in een kalenderjaar meegenomen. Een uitzondering geldt voor uitgaven van meer dan € 1 miljoen. Die worden gedurende vijf jaar per jaar voor eenvijfde deel in aanmerking genomen voor het RDA-bedrag.
Correctie RDA-beschikking
Wanneer blijkt dat het bedrag van de gerealiseerde kosten en uitgaven of het aantal gerealiseerde S&O-uren lager is dan waarop het RDA-bedrag in de RDA-beschikking(en) (zie kader) is gebaseerd, wordt een correctie-RDA-beschikking afgegeven. Is het bedrag aan kosten of uitgaven of het aantal gerealiseerde uren hoger, dan vindt geen correctie plaats.
In beroep
Beroep tegen een RDA-beschikking en correctie-RDA-beschikking is mogelijk bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
Administratie- en mededelingsplicht
De onderneming die een RDA-beschikking heeft op basis van de werkelijke kosten en uitgaven, moet een administratie bijhouden. Deze moet beschikbaar zijn voor controle door Agentschap NL binnen twee maanden en gedurende vijf jaar na afloop van het kalenderjaar waarop de RDA-beschikking betrekking heeft. Ook moet de onderneming na afloop van het kalenderjaar meedelen aan Agentschap NL wat de werkelijke kosten, uitgaven en S&O-uren zijn. Is sprake van een RDA-beschikking op basis van het forfait, dan hoeft de onderneming alleen de werkelijk in aanmerking te nemen S&O-uren door te geven.
Wie deze plichten niet naleeft of onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt, begaat een overtreding. Hiervoor geldt een bestuurlijke boete van hoogstens € 100.000 of tweemaal het bedrag van de RDA-beschikking, als dat meer is.
Beschikking en aanvraag
De belastingplichtige moet verzoeken om de RDA. De aftrekpost wordt in een RDA-beschikking vastgesteld door Agentschap NL, een uitvoeringsorganisatie die onderdeel is van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
De aanvraag voor een RDA-beschikking gebeurt tegelijk met de aanvraag voor een S&O-verklaring. In de verklaring geeft Agentschap NL aan welke (voorgenomen) werkzaamheden zij aanmerkt als S&O. De verklaring ziet op een vastgestelde periode in een jaar. In de regel moeten ondernemingen de aanvraag indienen minstens een kalendermaand voor de periode waarop de aanvraag betrekking heeft.
In de RDA-beschikking geeft Agentschap NL vervolgens aan welke verwachte kosten of uitgaven direct zijn toe te rekenen aan de verwachte uren van het erkende S&O. De beschikking is gebaseerd op een schatting.
Aanvraag vanaf 1 mei 2012
Om effectief vanaf 1 januari 2012 aanspraak te kunnen maken op de RDA, kunnen ondernemingen de RDA-beschikking vanaf 1 mei 2012 met terugwerkende kracht tot uiterlijk begin dit jaar aanvragen. Als voorwaarde geldt dat een S&O-verklaring is afgegeven, waarvan de periode aanvangt vóór 1 juli 2012. Daarnaast moet de verplichting voor de kosten en uitgaven zijn aangegaan in 2012 en moet het S&O ook dit jaar worden verricht. Vanaf 1 mei 2012 is de RDA-beschikking voor werkzaamheden die starten op of na 1 juli 2012, tegelijk met de S&O-verklaring aan te vragen.
Nieuwe faciliteit
De RDA is een nieuwe faciliteit voor de niet-loonkostencomponent van S&O. De R&D-loonkosten worden gefaciliteerd via de afdrachtvermindering S&O in de loonbelasting en de S&O-aftrek voor ondernemers in de inkomstenbelasting (gezamenlijk ook wel WBSO genoemd). Daarnaast bestaat in de vennootschapsbelasting de innovatiebox voor innovatiewinsten. Tezamen ‘het fiscaal innovatiepakket’.
Wettelijke grondslag
De RDA heeft een wettelijke grondslag in de Wet inkomstenbelasting 2001. Maar via een schakelbepaling geldt de aftrek ook voor de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De regeling is uitgewerkt in het Besluit RDA van 21 december 2011, Stb. 657.
Noot
Jessica Litjens en Ciska Wisman zijn werkzaam bij het Technical Office (respectievelijk Private Wealth en Corporate Tax) van het PwC Knowledge Center Tax & HRS. Litjens is tevens verbonden aan de Universiteit Maastricht en de Universiteit van Amsterdam. Wisman is tevens verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Gerelateerd
Kabinet steekt tachtig miljoen in talent voor microchipsector
Verspreid over het land gaan mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten aan de slag om meer technici op te leiden voor de microchipsector. Het kabinet investeert...
ASML schat omzet wereldwijde chipindustrie in 2030 op 1 biljoen
Chipmachinefabrikant ASML verwacht dat de omzet in de wereldwijde chipindustrie in 2030 zal groeien naar meer dan 1 biljoen dollar, omgerekend bijna 950 miljard...
148 miljoen voor stimuleren innovatieve maakindustrie
Om de productie van hoogwaardige groene technologie (cleantech) door innovatieve maakbedrijven in Nederland te bevorderen, introduceert het kabinet de Investeringssubsidie...
Groen licht voor vervolg vijf lopende projecten Nationaal Groeifonds
De Adviescommissie van het Nationaal Groeifonds heeft van vijf projecten de onderbouwing geheel of grotendeels goedgekeurd. Het kabinet neemt het advies van de commissie...
Hogere productiviteit tech-industrie nodig door personeelstekort
De technologische industrie is de afgelopen jaren uitgegroeid tot groeimotor van de Nederlandse industrie. Maar de personeelsschaarste in de sector dreigt steeds...