Magazine

Jaarrekening micro-entiteiten afgeschaft?

Europa discussieert al enige tijd over het vrijstellen van micro-entiteiten van de jaarrekeningverplichting. Het Europees Parlement is positief over het voorstel van de Europese Commissie om dit mogelijk te maken, maar in de Europese Raad van Ministers wijzen de neuzen nog niet in één richting. Het is dus nog onduidelijk of het doorgaat. Wat zouden de gevolgen zijn?

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 5, 2011

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Gert-Jan Jordaan en Ruud Vergoossen

Micro-entiteiten zijn ondernemingen die voldoen aan minimaal twee van de volgende drie criteria: een balanstotaal van minder dan € 500.000, een netto-omzet van onder de € 1 miljoen en gemiddeld tien of minder werknemers.

De vrijstelling van de jaarrekeningverplichting zou inhouden dat micro-entiteiten volledig worden vrijgesteld van het opmaken en publiceren van een jaarrekening gebaseerd op - in de Nederlandse context - Titel 9 BW 2. Het gaat hier om een lidstaatoptie, dat wil zeggen dat lidstaten van de Europese Unie zelf moeten bepalen of zij die vrijstelling daadwerkelijk invoeren. Wel is bepaald dat micro-entiteiten dan ten minste een boekhouding op kasbasis moeten blijven bijhouden.

Beperkt nut

Tegenstanders van de vrijstelling betogen dat rechtspersonen de plicht hebben aan derden informatie te verschaffen over hun financiële positie, in verband met hun beperkte aansprakelijkheid. Het nut van de huidige publicatieplicht kan echter worden betwist. Deponering bij het handelsregister hoeft (in Nederland) pas - mits de aandeelhoudersvergadering daartoe uitstel verleent - uiterlijk dertien maanden na balansdatum. Daarnaast gaat het bij kleine ondernemingen slechts om een gecomprimeerde balans met toelichting, die bovendien niet is onderworpen aan accountantscontrole. De toegevoegde waarde daarvan is dan ook zeer beperkt. Bovendien voldoet een groot deel van de ondernemingen niet aan de huidige deponeringsplicht en is het met de handhaving matig gesteld.

Deponering lijkt in veel gevallen slechts plaats te vinden om hoofdelijke aansprakelijkstelling van bestuurders te voorkomen. In het geval van faillissement wordt het niet-naleven van de deponeringsplicht immers gezien als onbehoorlijke taakvervulling. Iedere bestuurder is dan hoofdelijk aansprakelijk voor het boedeltekort.

SBR

Bij afschaffing van de deponeringsplicht zal ‘marktwerking’ er voor zorgen dat de nodige informatiestromen blijven bestaan. De jaarrekening van micro-entitei- ten wordt over het algemeen slechts gebruikt door een kleine groep belanghebbenden (zoals bankiers) die voor de benodigde informatie niet afhankelijk zijn van de gedeponeerde jaarstukken. Met de opmars van Standard Business Reporting (SBR) zal de noodzaak van het verkrijgen van informatie uit de gedeponeerde jaarstukken door bankiers helemaal verdwijnen. Banken en overheid zullen steeds meer verlangen dat informatie op de voorgeschreven, geautomatiseerde wijze beschikbaar wordt gesteld. Op grond van de huidige SBR-taxonomie voor kleine rechtspersonen zal de financiële informatie zijn gebaseerd op fiscale grondslagen met additionele informatie omtrent zekerheden en risico's.

Beperkte besparing

De vrijstelling van het opstellen en publiceren van de jaarrekening moet voor de circa vijf miljoen micro-entiteiten in de Europese Unie een besparing opleveren van ongeveer € 6 miljard. Vanuit Nederland is aangegeven dat de besparing voor Nederlandse micro-entiteiten zeer beperkt zal zijn, aangezien er al een aantal maatregelen is genomen in het kader van administratieve lastenverlichting. Hierbij wordt gedoeld op de mogelijkheid om hun jaarrekening op te stellen op basis van fiscale grondslagen, en de ontwikkeling van SBR. Daarnaast moeten ondernemingen voor de belastingaangifte toch al een soort jaarrekening opstellen en zijn geautomatiseerde boekhoudsystemen - die met ‘één druk op de knop’ een jaarrekening uitspugen - noodzakelijk voor een geode bedrijfsvoering.

Met andere woorden: het vervallen van de jaarrekeningverplichting levert geen significante besparing op, omdat de kosten die daarmee gepaard gaan in Nederland al beperkt zijn.

‘Miniregime’

Of de jaarrekeningverplichting voor micro-entiteiten daadwerkelijk wordt afgeschaft is nog niet zeker. De lidstaten denken verschillend over de geboden vrijstellingsmogelijkheid. Als een soort compromis denkt de Europese Commissie nu aan een ‘miniregime’ voor kleine ondernemingen, waarbij de eisen aan de jaarrekening worden beperkt tot een absoluut minimum. Gelet op het voorgaande is zonder een duidelijke definitie van ‘absoluut minimum’ de vraag welke voordelen dit voor Nederlandse micro-entiteiten oplevert. Wij verwachten met betrekking tot de kosten van het opstellen van een jaarrekening dan ook geen voordelen. Aandachtpunt is wel de deponeringsplicht in relatie tot de hoofdelijke aansprakelijkstelling. Wij zien weinig informatiewaarde in de verplichte deponering, maar hebben twijfels bij het ‘vervallen’ van de nu geldende kwalificatie ‘onbehoorlijke taakvervulling’ bij niet-deponeren in het geval van een faillisement. Maar wellicht is een verklaring van de bestuurders, waarin zij aangeven te voldoen aan de administratieplicht, al voldoende. Wat er uiteindelijk uitkomt? De tijd zal het leren!

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met het NIVRA Overlegplatform Vaktechniek. Eerdere artikelen vindt u op Accountant.nl (Vaktechnische artikelen).

Noot
Gert-Jan Jordaan is accountant bij Arep Accountants en Belastingadviseurs en docent externe financiële verslaggeving Nyenrode Business Universiteit. Ruud Vergoossen is partner en directeur Vaktechniek BDO Accountants & Adviseurs en hoogleraar externe financiële verslaggeving Nyenrode Business Universiteit en Maastricht University.

Gevolgen voor gebruikers

Op dit moment stellen Nederlandse micro-entiteiten drie documenten op: een jaarrekening op basis van Titel 9 BW 2, de te deponeren jaarstukken en de belastingaangifte. Als de voorstellen van de Europese Commissie doorgaan en worden doorgevoerd in Nederland, dan resteert de belastingaangifte.

De banken zijn doorgaans de belangrijkste gebruikers van de financiële informatie en hebben aangegeven dat ondernemingen in de toekomst via SBR een kredietrapportage moeten indienen met financiële informatie gebaseerd op fiscale grondslagen. Voor de banken zal vrijstelling van de jaarrekeningverplichting dan ook geen bezwaren opleveren. Onduidelijk is de impact voor andere jaarrekeninggebruikers , zoals leveranciers en afnemers. Mogelijk zullen ratingbureaus en kredietinformatiebureaus - als verzamelpunt van (vrijwillig beschikbaar gestelde) financiële informatie - een grotere rol gaan spelen bij de beoordeling van de kredietwaardigheid.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.