Magazine

'Een keer onderuit gaan, daar leer je meer van'

Professioneel-kritische instelling en beroepsethiek zijn voor accountants verplichte PE-onderwerpen geworden. Ook in de opleiding moeten die onderwerpen zwaarder worden aangezet. Helpt dat? Wordt de accountant door die scholing ethisch hoogstaander? ‘Elke prikkel is er een.’

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 6, 2013

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

De beperkingen van ethiekonderwijs

“Nuttig gefriemel in de marge.” Dat schreef oud-NIVRA-voorzitter Jules Muis in 2009 op Accountant.nl om aan te geven wat volgens hem “het maximaal te verwachten effect van onderwijs, gesprek en conferenties over ethiek” zou zijn. Hij was er niet tegen, dat niet, maar erg enthousiast kon hij er niet van worden: “Ik vind het best. Maar het kan ons in slaap sussen met de gevaarlijke gedachte dat daar waar over ethiek wordt gesproken, het ook wordt beoefend.”

Muis' ambivalentie - door velen gedeeld - is volgens Jos Kole, senior onderzoeker bij het Ethiek Instituut van de Universiteit Utrecht, volkomen terecht. Kole geeft zelf ook beroepsethiek (aan verpleegkundigen), maar dat belet hem niet de effectiviteit ervan kritisch te beschouwen. Voor Accountant dook hij in het wetenschappelijk onderzoek dat gedaan is specifiek naar de effectiviteit van ethiekonderwijs onder accountants. Zijn oordeel: “De resultaten zijn zodanig wisselend van aard dat er geen eensluidend antwoord is te geven op deze vraag.”

Er is behoorlijk wat onderzoek gedaan, vindt Kole. “We hebben twee keer eerder een opleving gehad van deze discussie: de beroepsethiek van accountants kwam na een aantal schandalen in de jaren tachtig onder vuur te liggen en ook begin deze eeuw, na Enron en dergelijke, waren er initiatieven om het morele besef in de beroepsgroep te vergroten door extra vorming.

En aangezien dit een sector is die sterk hecht aan empirische gegevens, werd telkens in het kielzog van de nieuwe cursussen onderzoek verricht naar de effectiviteit ervan. Dat zien we nu ook weer gebeuren. Maar dus nog zonder eensluidend resultaat.”

Elke kans aangrijpen

Is dat reden dan maar af te zien van elke poging tot onderwijs in ethische zaken? “Dat dus niet”, vindt Kole. “Elke beroepsgroep die zijn professionaliteit serieus neemt, zal elke kans moeten aangrijpen bij zijn leden het besef van de intrinsieke morele dimensie van die professionaliteit - het feit dat de beroepsgroep een belangrijke maatschappelijke taak heeft - te stimuleren. Als je niets doet, weet je zeker dat je niets bereikt.”

Of verplichte cursussen daarvoor een goed middel zijn, wordt betwijfeld door Carla Bal, docent en onderwijscoördinator van de postacademische opleiding Ethiek in de zorgsector van de Radboud Universiteit Nijmegen. “Ik geef dit onderwijs nu twintig jaar en ik ben ervan overtuigd dat het effectief is, maar niet bij mensen die komen omdat het moet”, aldus Bal. “Zonder de interesse, de motivatie om iets op te steken is het tijdverspilling. Degenen die dit beroep gekozen hebben om rijk te worden, steken er niets van op. De parallellen met de gezondheidszorg zijn talrijk, denk ik: ook medici en verpleegkundigen hebben een maatschappelijke taak, maar als ze de uitvoering van die taak alleen maar ervaren als een last die tijd en geld kost, dan wordt het heel moeilijk ethische probleemsituaties te herkennen.”

Drie groepen

Leo Straathof is het daarmee eens. Straathof, voorzitter van de NBA Programmacommissie Professional Scepsis en hoofddocent aan de postmaster-opleiding Financial Auditing van Tilburg University, geeft zelf workshops Professioneel-kritische instelling. Wat betreft de effectiviteit daarvan kunnen ruwweg drie groepen accountants worden onderscheiden, zegt hij. “Ik waag me niet aan percentages, maar er is een ‘ondergroep’ die gewoon de scherpte mist, die niet de antenne heeft om ethische kwesties te kunnen herkennen. Men mist de basis daarvoor en ook met onderwijs is dat niet te compenseren, hoe gemotiveerd men ook kan zijn.”

Een tweede groep noemt Straathof de natuurtalenten: “Die snappen het meteen, ze hebben ook al de vaardigheden om in lastige situaties correct te handelen en ze hebben wat betreft vorming eigenlijk weinig extra aandacht nodig.”

Ten derde ziet Straathof een (grote) middengroep. “Voor hen geldt dat het zaadje ooit gezaaid is en dat de voedingsbodem in orde is. Maar het opkomende plantje moet wel worden verzorgd, heeft geregeld water nodig et cetera. Voor die groep geldt dat elke prikkel er een is. Alles is meegenomen om het ethisch besef te blijven stimuleren. De ene keer heeft dat meer succes dan de andere keer, maar laat je de ‘verzorging’ achterwege, dan gaat het mis.”

Cultuur

Afgezien daarvan, zegt Straathof, is en blijft onderwijs een laboratoriumsituatie. “Weten hoe de theorie in elkaar steekt, daarover met elkaar discussiëren en in simulaties de bijbehorende vaardigheden ontwikkelen, dat is toch iets anders dan dat gedrag in praktijk brengen.”

Dan komt de grens van ethiekonderwijs in zicht. En die ligt bij wijze van spreken bij de ingang van het accountantskantoor. Een adequate training-on-the-job is daarom van groot belang. Kole: “Het morele klimaat binnen een kantoor is ontzettend invloedrijk.”

Straathof: “Cultuur is zó belangrijk. De termen zijn bekend: de tone at the top, het leiderschap dat het management toont in ethische kwesties… Die aspecten bepalen voor de meeste accountants of ze in staat zijn het geleerde in praktijk te brengen. We kunnen in het onderwijs hoog en laag springen, maar voor ethisch juist handelen kan de hiërarchie binnen het kantoor een hinderpaal zijn. Wat doe je dan, als je als accountant carrière wilt maken, als je een gezin hebt en een hypotheek?”

Durven terugkrabbelen

In de gezondheidszorg doen zich vergelijkbare situaties voor, zegt Bal. “De vaardigheid bijvoorbeeld om slechtnieuwsgesprekken met patiënten te voeren is van onschatbare waarde en studenten worden daarin ook opgeleid. Eenmaal aan het werk zie je echter dat er wat slijtage kan komen in de zorg die jonge artsen besteden aan hun communicatie met patiënten. Wellicht omdat ze daar niet voor worden betaald. Het is niet altijd eenvoudig in dergelijke omstandigheden je idealen overeind te houden.”

De ‘natuurtalenten’ tonen dan karakter, zegt Straathof. “Óf ze vertrekken óf ze proberen de weerstanden te overwinnen. Zelfkennis en zelfvertrouwen komen dan van pas. Als je weet dat je bijvoorbeeld de communicatieve vaardigheden hebt die nodig zijn, dan durf je de strijd eerder aan.”

De confrontatie die volgt is de werkelijke leerschool. “En je leert nóg meer als je zelf een keer onderuit gaat. Je hebt een fout gemaakt en die moet worden gerepareerd. De manier waarop je daarmee omgaat, kan een grote stap zijn in je professionele ontwikkeling.”

Bal: “Je fout toegeven, durven terugkrabbelen: als dat lukt, ben je op de goede weg. En je maakt veranderingen door die blijvend zijn - die momenten vergeet je nooit meer.”

Geen kamikaze

Om de confrontatie aan te gaan is moed nodig, zegt Kole. “Moed is een grote deugd. Niet iedereen beschikt daarover.” Een kamikaze-actie hoeft het echter niet te zijn. Ook al kunnen hiërarchisch de verschillen groot zijn, als professional zijn accountants elkaars gelijke. “Dat is dan ook het niveau waarop je de discussie wilt voeren als het om beroepsnormen gaat. Je kunt erop wijzen dat je als beroepsgenoten de plicht hebt elkaar op fouten te attenderen en daarbij kun je ook verwijzen naar die gedeelde beroepsnormen. Maak duidelijk dat je het maatschappelijk belang op het oog hebt en dat je niet vanuit een individueel-subjectief perspectief redeneert.”

En toch, vindt Bal, komt het in die gevallen niet alleen neer op moed of durf. “Met goed onderwijs reik je beroepsbeoefenaren hulpmiddelen aan die van pas komen in dergelijke praktijksituaties. Zelfvertrouwen is geen gegeven. Ook door te oefenen in het communiceren en argumenteren over morele aspecten en door te oefenen in het organiseren van die communicatie, bouw je zelfvertrouwen op. Voor dat oefenen heb je een veilige onderwijsomgeving nodig.”

Geert Dekker is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.