Belastingnieuws - juli/augustus 2013
Geven verruimd... - ...tot na de dood zelfs - Samenwerking transparant? - Subsidie leerwerkplekken - Energiebelasting: samen of alleen?
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 7/8, 2013
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Geven verruimd...
Geven (aan goede doelen) wordt gestimuleerd door een recente kabinetsbeslissing rond de multiplier in de Geefwet.
Met de Geefwet, die vorig jaar van kracht werd, probeert het kabinet particulieren en bedrijven te prikkelen tot donaties aan culturele instellingen. Ondernemers mogen nu bijvoorbeeld tot 50 procent van de fiscale winst belastingvrij schenken aan een culturele algemeen nut beogende Instelling (ANBI). Voorheen was dat 10 procent. Het nominale maximum is overigens 100.000 euro.
Om het schenken nog wat aantrekkelijker te maken, is daarnaast een multiplier in het leven geroepen: giften tot 5.000 euro per jaar mogen door particulieren voor 125 procent worden afgetrokken. Bedrijven kunnen hun giften tot 5.000 euro per jaar voor 150 procent aftrekken van de vennootschapsbelasting. De multiplier is tijdelijk ingesteld, voor vijf jaar. Dit voorjaar besloot het kabinet echter deze periode met een jaar te verlengen.
...tot na de dood zelfs
De Hoge Raad zal waarschijnlijk niet het kabinetsbeleid in gedachten hebben gehad toen hij zich dit voorjaar boog over een zaak rond giftenaftrek.
Maar ‘de geest van het goede geven’ waart wel rond in de uitspraak, die erop neerkomt dat erfgenamen recht hebben op giftenaftrek als zij uit de erfenis giften doen waartoe de erflater zich eerder had verplicht.
Dat is relevant als het om periodieke giften gaat, vastgelegd in een notariële akte. Die komen namelijk onbeperkt in aftrek, terwijl voor gewone giften een drempel en een plafond gelden, van respectievelijk 1 en 10 procent van het verzamelinkomen.
De Belastingdienst/staatssecretaris van Financiën had echter gesteld dat er in dit geval niet voldaan wordt aan de wettelijke eis dat er waarde wordt verschoven uit het vermogen van de gever. De gever is er immers niet meer en dan is er ook geen aftrek aan hem of haar te verlenen. Niet mee eens, aldus de Hoge Raad, vrij vertaald. Op het moment dat de gift werd vastgelegd kwam hij in aanmerking voor de aftrek en dat is de belangrijkste overweging.
Overigens, de genoemde notariële akte is waarschijnlijk met ingang van 1 januari 2014 niet langer verplicht. Eind mei 2013 maakte staatssecretaris Weekers bekend dat hij van plan is ook periodieke giften die via een schenkingsovereenkomst tussen gevende en ontvangende partij zijn vastgelegd, fiscaal aftrekbaar te maken. De Belastingdienst zal een eenvoudige model-schenkingsovereenkomst opstellen, die te zijner tijd van de site van de Belastingdienst kan worden gedownload.
Samenwerking transparant?
Of het de moeite waard is activiteiten onder te brengen in een buitenlandse rechtsvorm of samenwerkingsverband, hangt mede af van de belastingregels voor die entiteit. De Belastingdienst publiceerde onlangs een update van de kwalificaties van alle mogelijke rechtsvormen.
De lijst is uitgebreid met vijftien samenwerkingsverbanden en telt nu zo'n tweehonderd rechtsvormen en samenwerkingsverbanden. Centraal staat de vraag of de entiteit als fiscaal transparant of niet-transparant wordt beschouwd. Een niet-transparante rechtsvorm is zelf belastingplichtig, bij een transparante rechtsvorm wordt de belasting geheven bij de participanten en eigenaar, naar rato van hun deel van de winst.
De Belastingdienst beoordeelt een en ander volgens vier criteria: het juridisch eigendom, beperkte aansprakelijkheid, aandelen en toestemmingsvereiste. Om niet van de koude kermis thuis te komen bij de keuze van een buitenlandse rechtsvorm, is het van belang de geactualiseerde lijst te gebruiken. Deze is te downloaden van de site van de Belastingdienst. Zoek op ‘gekwalificeerde buitenlandse samenwerkingsverbanden’ en een link naar de lijst wordt als eerste zoekresultaat gepresenteerd.
Subsidie leerwerkplekken
De afdrachtvermindering loonbelasting onderwijs is aan zijn eigen succes ten onder gegaan. Met ingang van 1 januari 2014 wordt deze korting op de loonbelasting vervangen door een subsidieregeling, zo heeft minister Bussemaker van Onderwijs bekendgemaakt. Het budget voor het stimuleren van werken en leren tegelijk wordt daarmee gehalveerd tot 200 miljoen euro.
Over de vraag of de afdrachtvermindering (AV) nu echt een succes was, lopen de meningen uiteen. Voor diverse categorieën leerwerkplekken - variërend van mbo-stagiairs tot aio's die promotieonderzoek doen - konden werkgevers ruwweg 100 tot 300 euro per maand van de af te dragen loonbelasting aftrekken. Tussen 2007 en 2012 verdubbelde het bedrag dat daarmee gemoeid was, van 200 miljoen tot 400 miljoen euro.
In het Regeerakkoord werd echter aangekondigd dat afschaffing werd overwogen, mede omdat er sprake zou zijn van misbruik. In de brief die minister Bussemaker in mei naar de Tweede Kamer stuurde, spreekt ze van ‘oneigenlijk gebruik’. “Adviesbureaus ‘verkopen’ de AV actief”, aldus Bussemaker en daarmee zou niet meer de onderwijskundige inhoud van de trajecten voorop staan, maar ‘slechts financieel gewin’. Bovendien was de juiste toepassing van de AV voor de Belastingdienst oncontroleerbaar.
De beperking van het budget tot 200 miljoen euro betekent dat voor meer categorieën leerwerkplekken de financiële stimulans verdwijnt, bijvoorbeeld de voormalig werklozen die tot een startkwalificatie worden opgeleid. Wat betreft de mbo-stagiairs wordt voortaan een onderscheid gemaakt in niveau. Werkplekken in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) blijven in aanmerking komen voor financiële ondersteuning, maar voor de beroepsopleidende leerweg vervalt de stimulans.
Energiebelasting: samen of alleen?
In een ideale wereld zonder fiscale misverstanden heeft elke zelfstandige onroerende zaak een eigen aansluiting voor de levering van gas en elektriciteit. In een verre van ideale wereld (deze) moest staatssecretaris Weekers onlangs in een nieuw besluit verduidelijken hoe meer gebruikers achter één aansluiting in aanmerking kunnen komen voor belastingvermindering.
Het energiebedrijf brengt - per aansluiting, bij zowel particulieren als bedrijven - energiebelasting in rekening. Op de eindafrekening wordt daarop een vast bedrag in mindering gebracht (in 2013 voor elektriciteit bijvoorbeeld 119,62 euro voor aansluitingen zonder verblijfsfunctie). Het probleem waar Weekers nu de oplossing voor verduidelijkt heeft (in het besluit Be- lastingen op milieugrondslag van 27 mei 2013) is dat achter één aansluiting zich meer zelfstandige verbruikers kunnen bevinden, in zelfstandige panden, wooneenheden of andere onroerende zaken. Maar omdat het om één aansluiting gaat, wordt de belastingvermindering nog steeds maar één keer toegepast.
Toch hebben alle verbruikers recht op die vermindering, aldus Weekers. Maar daar moeten ze wel wat voor doen. Degenen aan wie de door de leverancier verrekende vermindering niet meteen toevalt, moeten in dit geval bij de Belastingdienst een verzoek om teruggaaf van energiebelasting indienen. Dat moet gebeuren binnen 13 weken nadat de leverancier de eindafrekening heeft verzonden.
Dit belastingvoordeel heeft overigens zijn spiegelbeeld in de situatie dat op het terrein van een onderneming meer aansluitingen aanwezig zijn, meer panden met een eigen WOZ-waarde. Energieleveranciers brengen dan standaard per aansluiting energiebelasting in rekening en dat zal voor grootverbruikers nadelig zijn, want de energiebelasting kent aflopende tarieven. Als in een dergelijk geval kan worden aangetoond dat de panden tot een en hetzelfde terrein behoren, kunnen de leveringen worden samengevoegd.
Op een afname van bijvoorbeeld 30.000 kWh elektriciteit over vier aansluitingen verdeeld, scheelt samenvoeging meer dan tweeduizend euro energiebelasting. Wel wordt dan, door het samenvoegen van de aansluitingen, drie keer belastingvermindering (360 euro) misgelopen, maar dat weegt bij lange na niet op tegen het genoten voordeel.