Vrijblijvend ontluchten
Wie als accountant kampt met gewetensnood, ten onrechte negatief in de publiciteit dreigt te komen of slapeloze nachten heeft vanwege dreigende juridische procedures met zijn kantoor, kan de behoefte hebben om eens vertrouwelijk met een onafhankelijke collega te overleggen. De NBA biedt hierin ondersteuning met een college van vertrouwenspersonen.
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 7/8, 2011
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Lyda Westerink
Vertrouwelijk collegiaal overleg nog relatief onbekend
De mogelijkheid tot vertrouwelijk collegiaal overleg is niet nieuw binnen de beroepsorganisatie. In 1996 constateerde het NIVRA-bestuur dat het functioneren van accountants steeds vaker en ook steeds kritischer door de media werd gevolgd. Daarmee nam voor accountants ook het risico toe om ten onrechte negatief in de publiciteit te komen en als gevolg daarvan misschien een klacht aan de broek te krijgen. De accountant voor wie buiten zijn schuld om reputatieschade dreigt, zou daarom in een informele, vertrouwelijke sfeer met een ervaren collega van buiten zijn kantoor, bedrijf of dienst moeten kunnen overleggen. Het bestuur vond ervaren collega's uit de openbare accountancy, interne accountancy, overheidsaccountancy en de financieel-administratieve sector bereid om zitting te nemen in een college van vertrouwenspersonen.
Gewetensnood
Professor Luc van Zutphen is vanaf het eerste uur lid van dit college. Hij vindt het goed dat de mogelijkheid voor dit vertrouwelijk collegiaal overleg ook binnen de NBA blijft bestaan. Want ofschoon de vertrouwenspersonen niet bepaald worden overspoeld met telefoontjes, voorziet dit college zeker in een behoefte: “Ook voor beroepsgenoten die op een andere manier met negatieve kritiek te maken krijgen of in situaties terecht komen waarin zij met gewetensnood te kampen krijgen. Ik krijg zelf één à twee keer per jaar een verzoek voor een overleg.”
Het verbaast Van Zutphen niet dat er relatief weinig beroep wordt gedaan op de vertrouwenspersonen: “Vaak biedt het eigen kantoor ook mogelijkheid voor vertrouwelijk overleg. Bij mij komen de collega's voor wie dat geen optie meer is, omdat verhoudingen op kantoor al zo onwerkbaar geworden zijn, bijvoorbeeld. Of in situaties waarin gerechtelijke procedures dreigen, of al lopen. Het werkt vaak ontluchtend om je verhaal kwijt te kunnen. Mijn taak is dan: luisteren, maar ook vragen stellen. Waarom zijn de messen zo scherp geslepen?”
Tussen vier muren
Hij benadrukt het vrijblijvende karakter: “We maken mondeling afspraken hoe we het gaan doen. Ik maak nooit notulen, leg ook geen dossiers aan, dat werkt alleen maar remmend. De collega die bij je komt, moet in een hele open en informele sfeer kunnen zeggen wat hij op z'n lever heeft. En uiteraard blijft alles wat wij bespreken tussen vier muren.”
Grote boekhoudschandalen, de bouwfraude en de vastgoedfraude, maar ook de vermeende oorzaken van de kredietcrisis kregen de afgelopen jaren steeds veel media-aandacht. De tendens om accountants kritisch te volgen lijkt eerder toe dan af te nemen.
In het accountantsberoep is men terecht zeer beducht voor negatieve publiciteit, aldus Van Zutphen: “Reputatieschade veroorzaakt slapeloze nachten. Je kunt je voorstellen dat mensen worden gechanteerd, zo van: ‘anders stap ik naar de krant’. En een gerucht dat iemand zaken niet goed gedaan zou hebben is sneller opgeschreven dan ontkracht.”
Geen klokkenluiders
In de afgelopen vijftien jaar is het bij hem in het vertrouwelijk overleg allemaal wel voorbij gekomen: juridische conflicten, negatieve publiciteit en gewetensnood. De gewetensnood van klokkenluiders is overigens van een andere orde, daar zijn tegenwoordig regelingen voor, die op internet goed te vinden zijn. Dáár is het college van vertrouwenspersonen in elk geval níet voor. Van Zutphen: “De accountant heeft ook een meldingsplicht, die is de laatste jaren nogal uitgebreid. Dat moet hij dus gewoon doen. Maar wanneer je in bepaalde circuits terecht gekomen bent waar regels niet in voorzien, dan kan vertrouwelijk collegiaal overleg natuurlijk nuttig zijn.”
De vrijblijvendheid is steeds leidend, een vertrouwenspersoon zal nooit als gemachtigde in een tuchtprocedure kunnen optreden, aldus Van Zutphen: “Je moet sowieso je grenzen kennen. Als voorbeeld: over óórzaken van een arbeidsconflict kun je adviseren, maar je bent als accountant geen jurist natuurlijk. Als vertrouwenspersoon kan ik luisteren, begrip tonen en ook vragen stellen. Maar altijd richting oplossing: hoe nu verder? Is het op te lossen? Soms help ik om bepaalde contacten te leggen. Mijn adviezen zijn altijd vrijblijvend: take it or leave it.”
Uitweg
Het blijft per geval meestal niet bij één contactmoment: “Ik hoor het graag als iemand verder gekomen is, de ontwikkelingen gaan me ter harte. Mensen liggen soms echt wakker van dingen. De gesprekken worden gelukkig als nuttig ervaren, in de meeste gevallen is een uitweg gevonden.”
De contactgegevens van de vertrouwenspersonen zijn te vinden op de website van de beroepsorganisatie. De accountant die behoefte heeft aan informeel, collegiaal overleg, kan rechtstreeks contact opnemen.
Het college van vertrouwenspersonen
- Openbare accountancy
prof. Luc van Zutphen, Arend Fernhout - Interne accountancy
Arie den Butter - Overheidsaccountancy
Fred Koffeman, Wim Schellekens - Financieel-administratieve sector
prof. dr. Hans Leenaars, Jaap ten Wolde