Magazine

Kostprijshedge-accounting met renteswaps

Om bij renteswaps kostprijshedge-accounting te mogen toepassen, stelt de RJ strikte voorwaarden. Als daar formeel niet aan is voldaan maar materieel wel en er ook voldoende documentatie aanwezig is, is goedkeuring van kostprijshedge-accounting toch verdedigbaar, vindt Anton Dieleman.

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 1/2, 2013

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

In Accountant van juni 2012 beschrijft Kees Roozen de actuele problematiek van renteswaps in het mkb. Daaruit blijkt dat mkb-ondernemingen, maar ik vermoed ook regelmatig hun accountants, worstelen met de situatie waarbij een langlopende financie-ring is afgesloten tegen variabele rente, die met een renteswap wordt omgezet naar een vaste rente. In de beleving van de onderneming wordt - niet geheel ten onrechte - in die situatie nog steeds tegen een vaste rente gefinancierd, maar daarbij is er niet altijd voldoende besef van het feit dat contractueel en daarom ook verslaggevingstechnisch sprake is van twee afzonderlijke overeenkomsten: een leningovereenkomst en een renteswap. Met andere woorden: wel een hedge-strategie, maar soms geen adequate hedge-accounting-documentatie. Dat roept de vraag op hoe in die situatie met de bepalingen in de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving over hedge-accounting mag worden omgegaan.

Constructie

De financieringsconstructie is veelal als volgt: Een onderneming wil - gelet op de lage rentestand - een langlopende lening tegen een vaste rente. De bank adviseert om in plaats daarvan een lening met een variabele rente af te sluiten en tegelijkertijd voor eenzelfde bedrag en looptijd een renteswap, waarbij de variabele rente wordt geruild tegen een vaste rente. Voordeel voor de onderneming is dat (per saldo) nog steeds sprake is van een vaste rente en dat deze veelal iets lager ligt dan een vergelijkbare lening met vaste rente. Voordeel voor de bank is dat ze op die manier een voor haar optimale financiering bereikt die per saldo meer oplevert. Bovendien wordt de balans van de bank positief beïnvloed, door een variabelrentende vordering in plaats van een vastrentende vordering. Uit risico-oogpunt een verbetering.

Richtlijnen: drie manieren

De behandeling van een dergelijke renteswap in de jaarrekening van de onderneming kan, op basis van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving (RJ), op drie manieren plaatsvinden:

  1. Zonder toepassing van hedge-accounting wordt de renteswap tegen kostprijs of lagere marktwaarde gewaardeerd. Die laatste toevoeging is essentieel onder de huidige marktomstandigheden, omdat - door de relatief lage rentestand - veel van dergelijke renteswaps ‘onder water staan’ (een negatieve waarde hebben). Hiervoor moet in de jaarrekening een voorziening worden gevormd en derhalve een verlies worden verantwoord.
  2. Toepassen van kasstroomhedge-accounting (omdat sprake is van het afdekken van toekomstige onzekerheden in kasstromen). In dat geval wordt de reële waarde van de renteswap op de balans opgenomen en wordt de waardemutatie rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt. In de winst-en-verliesrekening wordt dan jaarlijks een vaste rentelast verwerkt.
  3. De variant van kostprijshedge-accounting, waarbij de renteswap gedurende de looptijd tegen kostprijs (veelal nihil) wordt gewaardeerd. Ook hier is in de winst-en-verliesrekening sprake van vaste rentelasten.

Van belang is dat toepassing van hedge-accounting een uitzondering vormt op de reguliere verslaggevingsregels. In deze situatie wringt dat te meer omdat in de beleving van de ondernemer (ondanks het afsluiten van twee afzonderlijke contracten) nog steeds sprake is van een vastrentende lening. Om aan (kostprijs) hedge-accounting te mogen voldoen, gelden de volgende criteria in de RJ:

  1. De onderneming moet de hedge-strategie beschrijven en documenteren hoe de hedgerelatie past in de doelstelling van risicobeheer.
  2. De afgedekte positie en het hedge-instrument moeten voldoen aan de voorwaarden die in RJ 290 aan beide zijn gesteld.
  3. De eventuele ineffectiviteit van de hedge-relatie moet in de winst-en-verliesrekening worden verwerkt. Soms ontbreekt bij het aangaan van de contracten dergelijke formele documentatie, op grond waarvan (kostprijs)hedge-accounting feitelijk niet is toegestaan en de onderneming - onverwacht en vaak ongewenst - met aanzienlijke verslaggevingstechnische verliezen kan worden geconfronteerd.

Substance over form

Anderzijds kan worden betoogd dat in materiële zin soms wel aan de eerdergenoemde voorwaarden wordt voldaan. In de praktijk wordt dit dan geïllustreerd door de volgende punten:

  • De onderneming had oorspronkelijk de doelstelling om een langlopende vastrentende lening met de bankier overeen te komen.
  • De leningovereenkomst en de renteswap zijn nauw met elkaar verbonden, omdat ze met dezelfde partij (de bankier) op hetzelfde moment worden overeengekomen.
  • De lening en de renteswap voldoen aan de voorwaarden die RJ 290 stelt aan een afgedekte positie en een hedge-instrument.
  • Er is sprake van honderd procent effectiviteit, omdat de omvang en looptijd van de renteswap overeenkomen met de omvang en de looptijd van de lening.

Het merendeel van deze elementen blijkt meestal uit de wel beschikbare documentatie. Hierbij moet worden gedacht aan de leningovereenkomst en het swapcontract die één-op-één op elkaar aansluiten. Verder zal uit de interne documentatie en uit de correspondentie met de bankier blijken dat de beide contracten alleen zijn afgesloten om een financiering met een vaste rente te verkrijgen. Ofwel: met de bedoeling de facto kostprijshedge-accounting toe te passen. Dat roept de vraag op of het niet volledig voldoen aan de formele voorschriften een belemmering vormt om alsnog kostprijshedge-accounting toe te passen. Ik ben van mening dat een dergelijke sanctie een te zwaar middel is. Voorwaarde is wel dat de hiervoor door mij genoemde documentatie beschikbaar is.

Vermelding in jaarrekening

Essentieel daarbij is uiteraard wel dat in de jaarrekening de (op dit moment veelal negatieve) waarde van de renteswap wordt vermeld. Die geeft - in deze situatie (en afgezien van het effect van tijd- en verwachtingswaarde) - de facto informatie over het verschil tussen de in de jaarrekening gepresenteerde geamortiseerde kostprijs van de lening en de reële waarde.

Ontbreekt die informatie, dan mist de jaarrekening een essentiële toelichting. Dat betekent dat sprake is van een fout in de jaarrekening en zal - volgens de RJ-bepalingen over foutherstel - aanpassing moeten plaatsvinden. In de meest vergaande vorm betekent dit het deponeren van een mededeling (eventueel met controleverklaring) bij het Handelsregister.

Verdedigbaar

In de huidige economische situatie plaatsen renteswaps ondernemers en accountants verslaggevingstechnisch voor een uitdagend vraagstuk. Zeker als de voorwaarden voor het toepassen van kostprijshedge-accounting (te) laat wordt onderkend. Als daarbij in materiële zin aan de criteria is voldaan, en er enige documentatie aanwezig is die wellicht niet helemaal RJ-290-proof is, maar wel kwalificeert als kostprijshedge-documentatie, is het alleszins verdedigbaar om de toepassing van kostprijshedge-accounting goed te keuren.

Zie ook ‘Van de Helpdesk’ op pagina 51.

Noot
Anton Dieleman is directeur Vaktechniek bij Mazars.

Anton Dieleman is voorzitter van het College Beroepsreglementering (CB) van de NBA en directeur vaktechniek bij Forvis Mazars.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.