Magazine

'Kantoor plukt altijd de vruchten'

De praktijkopleiding van AA's en RA's is gebaat bij geschikte en toegewijde praktijkopleiders en stagemeesters. Kantoren zelf hebben ook profijt van goede stagebegeleiding.

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 1/2, 2013

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Leendert Haaring

Aftredende voorzitters praktijkopleidingen en CEA over de praktijkopleiding

Begin dit jaar zijn het Stagebestuur van het NIVRA en de Raad voor de Praktijkopleiding AA van de NOvAA gefuseerd tot de gezamenlijke Raad voor de Praktijkopleidingen. Leo Straathof en Jack Heij, de respectievelijke voorzitters van de twee lichamen, hebben met ingang van 2013 hun functie als voorzitter neergelegd. “Op operationeel gebied hebben we ons het afgelopen jaar ingezet om zoveel mogelijk te komen tot harmonisatie en integratie, vooral op het gebied van procedures en eisen”, vertelt Leo Straathof over de fusie tot één raad. 

De nieuwe raad is er ten behoeve van beide praktijkopleidingen: de praktijkopleiding voor de AA's, die van oudsher vooral is toegespitst op de mkb-praktijk en advisering op onder andere fiscaal, strategische en organisatorisch gebied, en de praktijkopleiding voor de RA's, die traditioneel meer gericht is op controlewerkzaamheden. 

Verschillend

Ondanks de verschillen hebben beide opleidingen te maken met vergelijkbare problemen. “Studenten moeten voldoen aan een grotendeels gelijke set aan eindtermen”, vertelt Straathof. “Wij hebben echter te maken met een zeer diverse beroepsgroep, die bestaat uit verschillende typen accountants, met verschillende achtergronden en verschillende kwaliteiten. Een controlerend accountant is een heel andere beroepsbeoefenaar dan een mkb-accountant die primair adviseert.” Volgens Straathof zou het, uit oogpunt van leerdoelstellingen, effectiever zijn wanneer de opleidingseisen meer gaan aansluiten op de werkelijke rol die een student op het gebied van de accountancy vervult of wil gaan vervullen. Zo kan meer focus worden aangebracht in de opleiding en kan de kwaliteit van de opleiding worden verbeterd. Als hiervoor wordt gekozen, is echter wel aandacht nodig voor het titelgebruik, de bevoegdheden en de eisen die zouden moeten gelden bij overgang van de ene naar de andere functie. 

Jack Heij geeft aan dat zelfs binnen een ledengroep soms sprake is van grote verschillen. “Een intern accountant van de Belastingdienst is een heel andere dan die van een bank. Idealiter moet iedereen in staat zijn om een praktijkopleiding te volgen die perfect aansluit op de eigen werkomgeving. Wij merken bijvoorbeeld dat de eisen die worden gesteld in de AA-opleiding niet altijd kunnen worden gerealiseerd. Een klein kantoor biedt vaak geen wettelijke controleopdrachten, maar een student moet die wel uitvoeren om te kunnen worden ingeschreven in het accountantsregister. We hebben de simulatieopdracht als mogelijke oplossing, maar dat blijft een noodoplossing”, aldus Heij (zie ook het artikel ‘Digitaal leren Controleren’, Accountant juni 2012). 

Focus

Hoe kunnen deze problemen worden opgelost?

Straathof: “Mijn persoonlijke visie is dat de verschillen tussen de ledengroepen moeten worden vertaald naar opleidingseisen en bijbehorende titels. Ik ben een voorstander van een opleiding tot één basisaccountant, met daarna verdere specialisatiemogelijkheden. Differentiatie brengt focus aan en dat levert een hogere kwaliteit op. De praktijkopleiding zou je dus kunnen inrichten voor elke specifieke ledengroep.” 

De nieuwe Raad voor de Praktijkopleidingen zal zich niet bemoeien met dit vraagstuk, aldus Heij en Straathof. Dat orgaan blijft puur volgend, zoals de Raad voor de Praktijkopleiding en het Stagebestuur dat nu zijn. Hoe de toekomst van de praktijkopleidingen eruit komt te zien, kan alleen worden bepaald door het NBA-bestuur en de Algemene Ledenvergadering. 

Speerpunt

Een belangrijke rol binnen de praktijkopleidingen wordt ingevuld door de Commissie Eindtermen Accountantopleiding (CEA). CEA-voorzitter Loek Vredevoogd: “Onze rol hierbij is vergelijkbaar met die voor de theoretische opleiding: het vaststellen van de eindtermen en erop toezien dat deze worden nageleefd bij de stagebureaus. Het Stagebestuur en de Raad voor de Praktijkopleiding houden direct toezicht op de stagebureaus. Wij kijken hoe zij dat organiseren en uitvoeren, en vormen daar natuurlijk een mening over.” 

Wat kan beter?

Vredevoogd: “Het invullen van de rol van stagemeester/praktijkopleider moet een vast onderdeel worden van de loopbaan van accountants. Nu is het nog te vaak dat zij het ‘er bij doen’, naast de reguliere werkzaamheden. De toon aan de top binnen een organisatie is ook erg belangrijk. Als begeleiding van aankomende accountants daar belangrijk wordt gevonden, zie je dat meestal terug in de kwaliteit van de praktijkopleiding.” 

Heij en Straathof erkennen ook die essentiële rol van de praktijkopleider/stagemeester. Naar hun mening werd voorheen te veel gekeken naar “schriftelijke, strak omschreven vaktechnische eisen” en te weinig naar persoonlijkheidseigenschappen. “Heb je een enthousiaste praktijkopleider of stagemeester, dan snijdt het mes aan twee kanten”, aldus Straathof. “De student wordt goed opgeleid en daar plukt het kantoor weer de vruchten van. Sommige kantoren zien de praktijkopleiding weleens als ballast. Dat is jammer, want het zou hét speerpunt van elk accountantskantoor moeten zijn. De praktijkopleiding verdient zich altijd terug: financieel, kwalitatief en qua personeelstevredenheid.” 

Korte versus lange termijn

Volgens Jack Heij moeten praktijkopleiders en stagemeesters ook “boven de stof” staan en met “jonge mensen kunnen omgaan”. “Daarnaast moet het begeleiden van mensen bij je karakter passen”, vertelt Heij. “En ook niet onbelangrijk is dat je het belang van een goede praktijkopleiding kunt overbrengen. Soms komt het wel eens voor dat een student het belang van het schrijven van een essay niet begrijpt. In dat geval heeft de stagemeester het niet goed uitgelegd. Die moet weten dat je onder andere daardoor leert om schriftelijk te rapporteren.” 

Loek Vredevoogd ziet ook wel eens dat kantoororganisaties zorgen voor vertraging. “Dat heeft onder andere te maken met prioriteitenstelling. Korte termijn, de directe uren, weegt bij sommige kantoren soms iets zwaarder dan lange termijn, het afstuderen. Dat is jammer. Daarnaast kan de zichtbaarheid van de eind- termen bij sommige kantoren worden verbeterd”, aldus Vredevoogd. 

Inzichtelijk

De CEA juicht de fusie van het Stagebestuur en de Raad voor de Praktijkopleiding toe. “Dat er met één informatiesysteem wordt gewerkt, maakt het toezicht houden een stuk toegankelijker”, aldus Vredevoogd. “Het nieuwe systeem maakt zaken meer inzichtelijk. Zo kun je bijvoorbeeld zien of en in hoeverre iemand al aan de eindtermen heeft voldaan of wat de doorlooptijd is van een trainee bij een bepaalde praktijkopleider/stagemeester. Dat we zicht hebben op dergelijke zaken is natuurlijk mooi.” 

Explicieter

Om een goede accountant te worden, is het volgens Heij belangrijk dat de praktijkopleider/stagemeester een trainee “veelzijdig” opleidt. “Een student moet kennismaken met verschillende soorten bedrijven: organisaties van verschillende grootten binnen bijvoorbeeld de handel, productie, dienstverlening en ICT. Een goede praktijkopleider zorgt ervoor dat een student bij verschillende bedrijven aan de slag kan en dat deze aan het einde van de opleiding het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar heeft.” 

In het nieuwe profiel voor praktijkopleider/stagemeester zullen voornoemde zaken explicieter worden opgenomen, zodat accountantskantoren uiteindelijk een geschikte stagebegeleider aanwijzen. Het wordt de verantwoordelijkheid van de nieuwe Raad voor de Praktijkopleidingen om erop toe te zien dat de stagebureaus de juiste kwaliteit leveren, zodat het accountantsvak wordt uitgevoerd door uitstekende professionals. 

Accountancyonderwijs 'hot issue'

Momenteel wordt veel discussie gevoerd over het accountancyonderwijs. Op 16 oktober 2012 verscheen het discussierapport ‘Op de toekomst voorbereid’ van de Commissie Onderwijs fusie NBA. Dit rapport bevat aanbevelingen voor een nieuw model voor de toekomstige accountancyopleidingen. Enkele opvallende aanbevelingen: 

  • De introductie van een nieuwe opleiding naast de AA- en RA-opleiding, leidend tot de beroepstitel mkb-accountant met vooral een adviserende en slechts beperkt op assurance gerichte rol.
  • Het toespitsen van de toekomstige AA-opleiding op wettelijke controles in het niet-oob-segment.
  • De introductie van vier specifieke afstudeerprofielen voor de RA-opleiding: openbaar accountants, interne accountants, overheidsaccountants en accountants in business.

Op 4 december 2012 heeft de Adviescommissie Herziening Eindtermenhaar rapport over de herziening van de theoretische eindtermen van de accountantsopleidingen aangeboden aan de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA), die de commissie in het leven heeft geroepen. De adviescommissie doet richtinggevende uitspraken over opzet, inhoud, niveau en omvang van de toekomstige eindtermen. De adviescommissie hield hierbij rekening met de aansluiting tussen theoretische eindtermen en die voor de praktijkopleidingen, alsmede met de aansluiting op internationale beroepsontwikkelingen. 

De belangrijkste adviezen: 

  • Het definiëren van eindtermen voor een common body of knowledge die zien op de algemene certificerende functie van accountants.
  • Het vaststellen van eindtermen voor twee oriëntaties die specifiek aansluiten bij de rolvervulling van accountants in de markt: audit en mkb-advies (mkb-oriëntatie) voor de AA-opleiding en audit inclusief oob-bevoegdheid (oob-oriëntatie) voor de RA-opleiding.
  • Het ontwikkelen van een systeem van specialisaties voor accountants werkzaam in een bepaalde sector of marktsegment.

De CEA heeft het adviesrapport ter beoordeling voorgelegd aan relevante stakeholders. De CEA zal mede op basis van de desbetreffende reacties een definitief standpunt bepalen en vervolgens een vervolgcommissie instellen die de nieuwe eindtermen zal opstellen. Zie Accountant.nl voor de actuele ontwikkelingen rond het accountancyonderwijs. 

Raad voor de praktijkopleidingen

De nieuwe Raad voor de Praktijkopleidingen, het resultaat van de fusie tussen het Stagebestuur van het NIVRA en de Raad voor de Praktijkopleiding AA van de NOvAA, faciliteert het opleidingstraject van de praktijkopleidingen. Deze nieuwe raad staat in dienst van de stagebegeleiding bij de verschillende accountantskantoren en accountantsdiensten. De ambitie is om minimaal één keer per jaar over de begeleiding bij de kantoren en diensten van gedachten te wisselen.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.