Magazine

Out of print: 'Physiognomie'

‘Die Ralph, wat is dat eigenlijk voor iemand?’‘Weet ik niet; hij ziet er een beetje uit als een boekhouder.’ ‘Oh, zo'n type.’

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 1/2, 2012

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

Ondenkbaar dat mensen zoiets tegen elkaar zouden zeggen? Helemaal niet. Dagelijks worden mensen getypeerd op basis van hun voorkomen en daaraan vastgeplakte vooroordelen. Schrijvers en filmmakers kunnen niet zonder. Het zit diep in ons om de gezichtsuitdrukking van mensen te willen koppelen aan hoe ze zijn. Dat geldt niet voor u? Haalt u zich eens twee mensen voor de geest; bijvoorbeeld Louis van Gaal en Alexander Rinnooy Kan. Kunt u zich de‘kop’ van de één in combinatie met het karakter van de ander voorstellen?

Maar waarom werkt dan ‘Over de Physiognomie’ van J.C. Lavater, in Amsterdam in 1783 in vier dikke delen uitgegeven door Johannes Allart, op de lachspieren? En op de spieren die de ongeloof-reflex regelen?

In bijna tweeduizend pagina's met honderden en nog eens honderden haarscherpe gravures, stuk voor stuk begeleid door heldergeformuleerde commentaren en bespiegelingen, worden tronies aan karaktereigen schappen gekoppeld. Er in bladeren is een vervreemden de ervaring - want wat je leest is zó dichtbij - door de herkenning - en zó ver weg. Je kunt je immers niet voor stellen dat er nu nog een boek zou verschijnen dat bloedserieus probeert om psychologie en fysionomie van mensen in één systeem onder te brengen.

In deel IV schrijft Lavater: “De beslissendste kenmerken van een voortreffelijk, en volkomen zowel schoon als veelbeduidend, vernuftrijk, edel voorhoofd zijn de volgende (hij noemt acht punten, waaronder):‘c. Zuiverheid - van alle oneffenheden en rimpels; doch moet het zich rimpelen kunnen, maar alleenlyk by diep nadenken, smerten en gepaste verontwaardiging. d. Het moet boven terug-, beneden uitstaan. g. De kleur der huid moet helderder zyn, dan het overige des gelaats’.”

De verklarende kracht die Lavater in de fysionomie van het menselijk gelaat ziet, grenst aan het ongelooflijke. Katholieke geestelijken hebben een eigen plaats in zijn systeem. ‘Jesuiten-oogen zijn tot een spreekwoord geworden. En inderdaad - ik onderwind my (probeer) by kans om trekken van Jesuitische oogen op te kunnen geven, maar ook bykans de vorm, de gedaante des hoofds. (…) Bykans altijd groote, niet vette, maar rond vooruitstaande kinnen. Bykans altyd eenigzins toezinkende, geslootene oogen. Bykans altijd bestemd getekende lippen.’

Schreef Lavater ook over boekhouders? In zijn alfabethisch ingerichte ‘Bladwyzer’ (index) had hij moeten staan tussen de lemma's ‘Blyhoff beoordeeld’ en: ‘Boerhave - had een leelyken neus’.

Kennelijk vertegenwoordigde de accountant, anders dan de ‘Arts’ en de ‘Dichter’, indertijd een te beperkt maatschappelijk belang om een bespiegelingen aan het mensentype te wijden. Dat zou nu wel anders zijn. Maar of we hadden willen weten hoe je een boekhouder herkent aan zijn mond, neus en ogen, is ook maar de vraag.

Bert Bakker (1956-2022) was financieel-economisch journalist.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.