Magazine

Te veel of niet genoeg?

Voor de een haalt de Contourennota van de NBA en de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding over de toekomst van het accountancyonderwijs veel overhoop, voor de ander gaat het nog niet ver genoeg. Inmiddels hebben de NBA-leden hun mening gegeven. Een inventarisatie.

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 4, 2014

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

De Contourennota is het vervolg op de rapporten van de Onderwijscommissie Fusie van de NBA en de Adviescommissie Herziening Eindtermen van de CEA eind 2012. Een vervolg dat een handje werd geholpen door minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën die na de verschijning van beide rapporten verklaarde dat het zou helpen als de sector met één mond zou spreken wat betreft de visie op het accountancyonderwijs.

Tweedeling

Die eensgezinde visie is er nu. Opvallendste punt: de huidige structuur waarbinnen elke accountant is gekwalificeerd voor wettelijke controles, wordt losgelaten. Er komt een tweedeling tussen accountants met deze bevoegdheid (onder de noemer 'assurance') en zonder ('accountancy'). Overigens zou ook de accountant zonder controlebevoegdheid bepaalde assurancetaken moeten kunnen verrichten, zoals vrijwillige controles en subsidie- en omzetverantwoordingen.

Voorzitter Loek Vredevoogd en secretaris Jan-Paul Leerentveld van de CEA: "In het hbo wijkt het curriculum steeds meer af van de eisen die het bedrijfsleven stelt. Er wordt te veel aandacht besteed aan de controlevakken en te weinig aan het adviseren van het mkb. Hierdoor is er in het hbo een onbalans ontstaan tussen opleiding en praktijk. Dat willen we met de tweedeling opheffen."

Hoogwaardiger profiel

Beide studierichtingen kunnen volgens de Contourennota zowel op academisch als hbo-niveau worden aangeboden. Voorzitter Huub Wieleman en algemeen directeur Anne-Marike van Arkel van de NBA: "De toekomstige accountant moet zo hoog mogelijk worden opgeleid. In beide varianten wordt voor de functie van wettelijk controleur een mastereis gesteld. We houden bewust vast aan een academische en hbo-variant voor beide profielen omdat de markt daar om vraagt. Uiteindelijk is het aan het onderwijs zelf om dat in te vullen." Voor Huub Wieleman is de noodzaak tot verandering evident. "Ik wil iedereen vragen om de plannen onbevangen tegemoet te treden. De reactie 'het was toch altijd goed, waarom moet er wat veranderd worden' kan echt niet meer."

Pieter de Kok, als Tuacc-oprichter al jaren voorvechter van modernisering van het accountancyonderwijs, vindt het positief dat NBA en CEA eindelijk een gezamenlijke onderwijsvisie hebben gepresenteerd. "Ik merk wel op dat er feitelijk niets nieuws in de Contourennota staat dat in de afgelopen drie, vier jaar al niet is besproken. Maar het is goed dat de NBA en CEA de kaders hebben aangegeven. Nu is het woord aan het onderwijs om binnen die kaders een nieuw curriculum vorm te geven."

Universitaire verdeelheid

Er bestaat echter universitaire verdeeldheid over het onderscheid tussen de wettelijk controlerende accountant en zijn collega die dat niet doet. Voorstanders van deze differentiatie zijn de Universiteit van Amsterdam, Erasmus Universteit Rotterdam, de Vrije Universiteit en de Universiteit Maastricht. Hoogleraar Martin Hoogendoorn (EUR), voorzitter van de permanente werkgroep accountancy van alle universiteiten: "We willen het zelfs nog wat scherper formuleren: alleen de accountant die de assurance-variant heeft gevolgd, mag controlebevoegdheid hebben. Dat moet dan niet alleen voor de wettelijke controle gelden maar voor alle controle-opdrachten."

Hoogleraar Eddy Vaasen van de Universiteit van Tilburg is het volstrekt oneens met de aanbeveling voor een accountant zonder wettelijke controlebevoegdheid. "We moeten naar het allerhoogste opleidingsniveau voor accountants als assurance providers. Dat is duidelijk naar het maatschappelijk verkeer. Na afronding van deze opleiding, als de accountant een wat beter beeld krijgt van het werk dat hij wil doen, kan hij een passende specialisatie volgen."

Overigens maakt Vaassen zich geen enkele illusie over de uitkomst van het dispuut in universitaire kring. "Uiteindelijk bepaalt de CEA de eindtermen. Dan zijn Groningen en Tilburg binnen het academisch accountancyonderwijs maar kleine spelers."

Downgrade

De vier universiteiten onder aanvoering van Hoogendoorn zijn niet gelukkig met de opzet waarbij de opleidingen op academisch en hbo-niveau aan elkaar gelijk worden gesteld. Hoogendoorn: "Gelijke opleidingen en gelijke titels betekent in de perceptie van de buitenwereld dat de accountantsopleiding de facto een hbo-opleiding wordt. Dat is een downgrade voor het academisch onderwijs.”

Jan-Paul Leerentveld van de CEA is het hiermee niet eens. "Er blijven een academische- en een hbo-opleiding voor accountant. Aan het wo-traject verandert niets. In het hbo-traject wordt straks de professionele mastereis gesteld. Nu kunnen AA's nog zonder professionele master de accountantsopleiding afronden en de volledige controlebevoegdheid krijgen. Je kunt dus in alle redelijkheid niet zeggen dat de contourennota een downgrade zal betekenen voor het academisch onderwijs."

Meer ruimte voor mkb-vakken

Het hbo-accountancyonderwijs is eensgezind in zijn visie op de Contourennota. Jurroen Cluitmans van de Hogeschool Arnhem-Nijmegen en secretaris van het AC-scholenoverleg: "Ik juich de komst van een opleiding voor accountants zonder wettelijke controlebevoegdheid toe. De huidige verplichting om stage te lopen bij een kantoor met wettelijke controles plaatst veel hbo-studenten voor grote problemen. Als zij op een kantoor werken zonder deze controles kunnen zij onmogelijk hieraan voldoen. Daarbij komt dat de hbo-opleidingen nu veel tijd moeten inruimen voor de wettelijke controle. Hierdoor is er te weinig ruimte voor zaken die voor het mkb belangrijker zijn, zoals belastingrecht. Ook IFRS mag wat mij betreft uit het programma worden geschrapt. Als het er toch in moet, dan zeker niet meer tot het huidige eindniveau."

De Contourennota wil voor 'beide soorten' accountants één wettelijk beschermde titel in het leven roepen, namelijk 'accountant'. Het maakt Jurroen Cluitmans niet zoveel uit welke wettelijke titel er komt, als er maar voor beide typen één titel komt.

Permanente educatie

Ook NBA Young Professionals zijn over die ene titel zeer te spreken, over de twee beroepsrichtingen assurance en accountancy daarentegen niet. Young Professionals-voorzitter Tom Ooms: "Dat is veel te breed. Wij vinden dat onder die ene titel meer specialisaties kunnen worden ontwikkeld, zoals mkb-accountant, IT-auditor, operational auditor. Vergelijk het met de medische sector. Daar is één beroepstitel 'arts', maar er zijn vele specialisaties met kwaliteitseisen die voor de beroepsbeoefenaars gelden. Zo kan het ook in de accountancy. Betere permanente educatie moet voorkomen dat accountants zonder voldoende kennis van zaken van de ene naar de andere specialisatie kunnen overstappen."

De wens voor betere permanente educatie is geheel in lijn met de Contourennota. Secretaris Jan-Paul Leerentveld van de CEA: "Dit heeft een prominente plek in onze plannen. We moeten naar een systeem van levenslang leren. Permanente educatie wordt in plaats van punten sprokkelen daadwerkelijk prestaties verbeteren."

NBA-directeur Anne-Marike van Arkel: "De accountant die zich aan het einde van het jaar realiseert dat hij snel nog wat pe-punten moet halen, redt het in de toekomst niet meer. Er zal meer worden geëist. We willen een systeem dat meer is toegespitst op de persoonlijke ontwikkeling van de accountant en meer op output is gericht. Ook moeten vaker tijdens de loopbaan kennistoetsen worden gedaan."

APK

NBA Young Professionals willen ook een betere integratie tussen de theoretische en de praktijkopleiding. Tom Ooms: "We denken aan tussentijdse gesprekken tijdens de praktijkopleiding en het opnemen van praktijkvoorbeelden in de mondelinge examens van de theoretische opleiding. Deze gesprekken dienen als een soort van APK voor de student om te ontdekken waar hij staat in zijn studie, in een eerder stadium dan tijdens het theoretisch slotexamen of mondeling praktijkexamen."

Ook Fouk Tsang, directeur van Alfa Accountants en radicale pleitbezorger van vernieuwingen binnen de accountancy, is voor een betere integratie tussen theorie en praktijk. "In de Contourennota is sprake van eerst een apart blok theorie en daarna nog een apart blok praktijk. Waarom laat je dat niet meer in elkaar overvloeien? Ik denk bijvoorbeeld aan het opknippen van de praktijkstage over de totale opleiding."

De CEA vindt dat de Contourennota wel degelijk ruimte geeft voor integratie. Leerentveld: "We willen het post-initiële deel van de theoretische opleiding meer in modules vormgeven, zodat theorie en praktijk gedurende de praktijkopleiding meer samengaan."

Keurig compromis

Volgens Tsang is de Contourennota een keurig compromis tussen de rapporten van de Onderwijscommissie Fusie van de NBA en de Adviescommissie Herziening Eindtermen van de CEA. "Ik had scherpere keuzes op prijs gesteld. De Contourennota is te veel een beschrijving vanuit de huidige situatie. Waarom is er niet nagedacht over de eisen voor het beroep in de wat verdere toekomst? Bijvoorbeeld: hoe ziet de accountant anno 2020 er uit? Wat voor gevolgen heeft dat voor het onderwijs?"

Fouk Tsang moet nog één ding van het hart. "Is er wel behoefte aan een accountant die niet controleert maar wel wetenschappelijk is opgeleid? Die bestaat nog nergens op de wereld. Nederland wordt dan uniek, maar wie zit daar op te wachten?"

Anne-Marike van Arkel is het daarmee niet eens: "Nederland kent zo'n accountant wel degelijk al. Namelijk de accountant in business die wetenschappelijk is opgeleid, maar niet controleert en in het bedrijfsleven een financiële functie vervult."

Hoofdpunten contourennota

  • Er komt één wettelijk beschermde titel: 'accountant'.
  • De opleiding bestaat uit een theoretisch deel en een driejarig praktijkdeel.
  • De theoretische opleiding gaat uit van een common body of knowledge die voor iedereen gelijk is. Hierin wordt aandacht besteed aan economische vakken, ICT, soft skills, corporate governance en de maatschappelijke rol van de accountant.
  • Daarna wordt er gekozen tussen twee oriëntaties: één voor de uitvoering van wettelijke controles ('assurance') en één die niet hiertoe opleidt ('accountancy').
  • Beide richtingen besteden veel aandacht aan assurance.
  • Accountants met de wettelijke controlebevoegdheid kunnen door aanvullende studie een licentie voor oob-controles krijgen (controler voor organisaties van openbaar belang).
  • Beide richtingen worden zowel op hbo- als academisch niveau aangeboden.
  • Ook de driejarige praktijkopleiding kent een assurance- en accountancy-richting.
  • Verbeter de wisselwerking tussen de theoretische- en de praktijkopleiding.
  • Permanente educatie wordt ook echt permanent: een leven lang leren wordt belangrijk onderdeel van de loopbaan van accountants. In plaats van 'punten sprokkelen' moet permanente educatie gericht zijn op 'prestaties verbeteren'.

Belangrijkste uitkomsten digitale consultatie Contourennota

  • De meeste respondenten zijn voor splitsing van de studie in twee oriëntaties. Deze differentiatie sluit volgens hen beter aan bij de beroepspraktijk. Voor de oriëntatie 'accountancy' worden diverse suggesties gedaan wat betreft het al dan niet geheel of ten dele opnemen van assurance in het curriculum.
  • Ook vinden de meeste respondenten dat het verschil tussen een academische opgeleide accountant en zijn collega met een hbo-opleiding tot uiting moet komen in verschillende titels.

Adrie Boxmeer is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.