Out of print: Zijn Japanners mensen?
‘Er zijn zoveel verschillen, en de afstand tussen ons en anderen kan zo groot zijn dat de auteur zich terecht afvraagt: zijn de Japanners mensen?’
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 4, 2011
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Een zin uit de flaptekst van het boek ‘Gemaskerde Menschen’. Zestig jaar geleden probeerde ene Ernest O. Hauser daarin de Japanse mens te doorgronden. Alleen al die oprechte verwondering, die nu, twee generaties later, onmogelijk meer zo verwoord had kunnen worden, roept bij mij sympathie en nieuwsgierigheid op. Het gaat het inlevingsvermogen van een westerling werkelijk te boven hoe volslagen anders Japanners het leven indertijd ondergingen. Allerlei behoeften en aanvechtingen waarvan wij denken dat ze universeel-menselijk zijn, schijnen Japanners niet te kennen. Afgaan op de - van drama doortrokken - beschrijvingen van gebruiken en gewoontes, voelt een Japanner bijvoorbeeld niet die behoefte aan dagelijks comfort die wij vanzelfsprekend vinden: stoelen, of in bed een zacht hoofdkussen. Praten over wat hem persoonlijk bezighoudt, doet een Japanner niet (het masker gaat nooit af). Maar ook: nieuwe oplossingen zoeken voor problemen (innoveren); de wens persoonlijke rijkdom te vergaren (kunst uitgezonderd), de impuls om pijn te vermijden (zoals bij het traditionele bad van vijftig graden), verliefdheid willen uiten, op de mond zoenen (streng verboden), angst voor de dood (andere waarden - eer! - zijn vaak belangrijker). Dat alles is de Japanner vreemd.
Wat het boek vooral doet is je laten beseffen dat wij veel te makkelijk veronderstellen dat ieder mens ten diepste hetzelfde denkt en wenst. In veel gangbare opinies zit dat idee: in elke Afghaan huist een humanist, in elke Chinees een liberaal denkende Europeaan. En het Tahrirplein in Caïro is in feite de Parijse Bastille tweeënkwart eeuw na dato.
Rond 1950 werd Hausers boek uit het Engels vertaald door W.H.C. Boellaard en op de markt gebracht door Ad. M.C. Stok - Zuid-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, Den Haag. Een compilatie van artikelen die eerder in The Saturday Evening Post, Life en The New York Times stonden. Japan moest toen dus nog beginnen aan die opmars als economisch machtsblok die pas in 1989 zou stranden in een enorme beurskrach.
Grote vraag is: bestaat Hausers Japan nog? Van de buitenkant gezien niet. Japanners zitten nu ook op stoelen. Maar teksten die ik op het internet vond, suggereren dat drijfveren van Japanners ook nu nog extreem afwijken van die van Westerlingen. Dat zet aan tot denken. Hadden accountants indertijd misschien de vraag moeten durven stellen: ‘Zijn investment bankers mensen?’