Btw-teruggaaf bij wanbetaling
Als een afnemer een factuur niet betaalt terwijl de ondernemer zelf de btw al heeft voldaan, kan de ondernemer de btw terugvragen bij de belastingdienst. De btw moet wel zijn afgedragen in het tijdvak waarin de factuur is verzonden.
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 4, 2011
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Een ondernemer komt in aanmerking voor een teruggaaf als blijkt dat het hem niet lukt om na een aantal pogingen de vordering geïnd te krijgen en vervolgens - overeenkomstig de in de branche gebruikelijke handelswijze - overgaat tot afschrijving van de vordering.
De ondernemer kan aannemelijk maken dat de afnemer niet heeft betaald en ook niet zal betalen aan de hand van de volgende bescheiden:
- brief van de curator waarin wordt meegedeeld dat er geen uitdeling meer zal plaatsvinden (bij faillissement);
- correspondentie met de afnemer waaruit blijkt dathij niet gaat betalen;
- incassoronde waaruit blijkt dat aanmanen geen resultaat heeft gehad.
‘Bewijsmateriaal’
Een ondernemer moet dus ‘bewijsmateriaal’ aan de belastingdienst overhandigen waaruit blijkt dat de afnemer niet zal betalen. Om in aanmerking te komen voor teruggaaf hoeft de afnemer dus niet failliet te zijn verklaard.
Een ondernemer komt al in aanmerking voor een teruggaaf van btw als hij een openstaande vordering na een aantal serieuze pogingen nog steeds niet kan verkrijgen.
Hetzelfde geldt als er een discussie ontstaat met de afnemer over de vordering en de ondernemer afziet van het aanspannen van een procedure. Ook dan kan een teruggaaf van btw worden verkregen. Het is namelijk op dat moment al duidelijk dat de vordering niet zal worden ontvangen.
Uiterste datum
Een ondernemer dient het schriftelijk verzoek voor teruggaaf van btw in bij de belastingdienst binnen een maand na afloop van het tijdvak waarin het recht op teruggaaf is ontstaan.
Redelijkerwijs kan dan namelijk worden aangenomen dat de afnemer niet gaat betalen. De uiterste datum voor een teruggaafverzoek is de datum waarin de betaling in rechte niet meer kan worden gevorderd.
Wanneer geen teruggaaf?
Er is geen recht op teruggaaf:
- Als de vordering op de afnemer wordt omgezet in een geldlening. De oorspronkelijke vordering is door de geldlening voldaan en er bestaat dus geen recht meer op teruggaaf van btw. Als de geldlening niet wordt ingelostkan de ondernemer geen verzoek meer indienen voor teruggaaf van btw.
- Als niet de ondernemer maar een ander de vergoeding ontvangt. Bijvoorbeeld in een situatie waarin de ondernemer de betaling aan een derde achteraf goedkeurt, of als de ondernemer bij de betaling aan de derde is gebaat.
Als een kredietverzekering is afgesloten om het risico af te dekken dat een afnemer niet betaalt, wordt de uitkering van de verzekering niet gezien als een betaling van de factuur door de afnemer. Een ondernemer houdt dan dus het recht om teruggaaf van btw te vragen aan de belastingdienst.
Kleine moeite
Als een afnemer zijn factuur niet wil of kan betalen, moet de ondernemer altijd proberen de btw terug te vragen die al is voldaan in het tijdvak waarin de factuur is verzonden. Het is een kleine moeite een schriftelijk verzoek in te dienen bij de belastingdienst. Het benodigde ‘bewijsmateriaal’ is hoogstwaarschijnlijk toch voor handen. Zo ontvangt de ondernemer toch nog een klein bedrag, ook al is dit in geen verhouding tot het geld dat hij is misgelopen.
Noot
Carola van Vilsteren is eigenaar van Van Vilsteren BTW Advies.
Creditfactuur
Het opmaken van een creditfactuur leidt niet tot het recht op teruggaaf van btw. In de praktijk komt het voor dat alleen intern een creditfactuur wordt opgemaakt en in de eigen administratie wordt opgenomen. De factuur wordt niet aan de afnemer uitgereikt of verzonden. Daaruit zou namelijk kunnen worden afgeleid dat de vordering niet meer hoeft te worden betaald. Alleen het indienen van een schriftelijk verzoek bij de belastingdienst geeft dus recht op teruggaaf van btw.
Wetenswaardigheden
- Als een afnemer een gedeelte van het factuurbedrag betaalt dan moet het ontvangen bedrag naar evenredigheid worden verdeeld over de vergoeding en de btw. Het kan niet zo zijn dat de vergoeding wel gedeeltelijk is betaald maar de btw niet.
- Er kan wél van een oninbare vordering worden gesproken als de lening als leverancierskrediet is bedoeld.
- Als aan een afnemer surseance van betaling wordt verleend, biedt dit onvoldoende zekerheid om teruggaaf van btw te verkrijgen.
Gerelateerd
Forse toename aanmeldingen KOR-regeling voor kleine ondernemers
Steeds meer Nederlanders melden zich aan voor de kleineondernemersregeling (KOR), waardoor ze worden vrijgesteld voor de btw.
Vooral ondernemers in sport, cultuur en recreatie vrezen btw-verhoging kabinet
Ongeveer een derde van de ondernemers en financieel managers verwacht dat de geplande btw-verhoging van het kabinet invloed zal hebben op de omzet of de eigen sector....
Onlineplatforms als Airbnb moeten btw gaan innen en afdragen
Na twee jaar onderhandelen zijn de EU-ministers van Financiën het eens geworden over de digitalisering van het btw-systeem in Europa. Dit betekent onder andere dat...
Gefrustreerde Kamer stelt deel belastingdebat uit
Onder enig protest is de Tweede Kamer akkoord gegaan om een deel van het debat over het nieuwe belastingplan later te houden, omdat verantwoordelijk staatssecretaris...
Raad van State en fiscus twijfelen aan hoger btw-tarief hotel en cultuur
Het afschaffen van het verlaagde btw-tarief op hotelovernachtingen en bioscoopkaartjes leidt tot twijfels bij de Raad van State, maar ook bij de Belastingdienst...