Voor elk wat wils
Maandelijks mag ik even ceremoniemeester zijn bij het afnemen van de beroepseed en het uitreiken van diploma’s aan zo’n twintig tot vijfentwintig enthousiaste, jonge accountants. Eén van de leukste dingen om te doen binnen de NBA, al mis ik die grote Limpergzaal uit het vroegere pand nog wel een beetje.
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 1, 2024
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
» Download dit artikel in pdf
» Download het hele nummer (pdf)
Marc Schweppe
Gespannen gezichten van de geslaagden op de voorste rij, trotse aanhang op de rijen erachter, een kleine quiz om de zaal wat losser te maken, een korte speech van een bestuurder en dan het moment waarvoor iedereen is gekomen: de eed en het diploma. Na afloop bijkomen met een drankje en een hapje. Vegetarisch tegenwoordig bij de beroepsorganisatie, sinds de verhuizing naar Hoofddorp, maar bij de bitterballen merk je daar niks van.
Vrijwel alle jonge accountants in de zaal zijn dan nog werkzaam bij een (meestal groot) openbaar accountantskantoor, dat de nieuwe beroepsgenoten in de voorgaande jaren heeft ondersteund richting de eindstreep. Tien jaar later is dat anders, dan zijn velen gevlogen naar nieuwe werkgevers; kleinere praktijken, de overheid, de andere kant van de tafel als accountant in business.
Een duur opleidingsmodel voor accountantskantoren, lijkt mij. Want eenmaal volledig opgeleid en bevoegd om belangrijke handtekeningen te zetten en teams aan te sturen, kiezen velen voor een betere balans tussen werk en privé, voor inhoudelijke verdieping, een werkgever met een missie of wat het motief ook is. Toch rendeert dat model blijkbaar nog genoeg.
Hoe dan ook: de NBA heeft een brede achterban, waarin de openbare accountants niet de grootste ledengroep vormen. En dat wringt weleens met de thema’s waarmee wij ons veelal bezighouden: de kwaliteit van het (controlerend) beroep, de krappe arbeidsmarkt, de noodzaak van innovatie, de invloed van gedrag en cultuur, de rol van de accountant rondom fraude en continuïteit. Zaken die vooral worden geagendeerd vanuit de openbare accountantspraktijk, hoewel ze ook elders spelen. Ook op de jongste Accountantsdag ging het over zulke thema’s, maar er was slechts een handvol vertegenwoordigers vanuit de (grote) kantoren te vinden. Wel veel accountants werkzaam in het mkb en veel accountants in business. De waardering van de dag was hoger dan ooit, maar toch wringt dat een beetje.
Het recente ledenonderzoek van de NBA is ook indicatief. Dat werd door relatief veel leden werkzaam in het mkb ingevuld. Leden die praktische ondersteuning willen, concrete support. De NBA doet meer voor de mkb-praktijk dan vaak wordt gedacht: een helpdesk, het NBA Helpt-programma, een mkb-bundel, sinds kort de praktische COMPact-compliancetool. Maar blijkbaar moeten we dat harder roepen; onbekend maakt onbemind, zo lijkt het.
Ook als redactie van dit medium en de bijbehorende website moeten we scherp blijven op het bedienen van een brede achterban. In december vorig jaar ontstond even een discussie op LinkedIn over dit magazine, dat onvoldoende lezenswaardigs zou bieden voor leden in het mkb. Dat trekken wij onszelf natuurlijk aan. Het blijft een uitdaging, een beroepsgroep bedienen die zo divers is. In de ene editie van het blad lukt dat beter dan in de andere, is de ervaring.
Dit nummer staat vol van de accountants in het mkb, benieuwd of dat bij een ander deel van de lezers weer onrust oplevert. Voor elk wat wils, is het uitgangspunt. Ondertussen kijken we de komende tijd weer kritisch naar de inhoud en formule van dit blad.