De antiquaar
“De meeste antiquaren kopen wat ze kennen. Ik koop wat ik niet ken”, aldus Sjoerd Kurstjens, eigenaar van online antiquariaat Hortus Conclusus. Die uitspraak kenmerkt zijn onderzoekersdrang en misschien ook wel zijn tegendraadsheid. Tegenwoordig leeft hij volledig van de handel in boeken, maar hij heeft ook ervaring als discjockey, bioloog, modeontwerper en niet te vergeten als boekhouder. Hoewel er ongetwijfeld een goede toekomst in de accountancy voor hem lag, noodzaakten gezondheidsproblemen hem tot een andere route. Maar hij is ook zeer kritisch op het beroep: “Zolang zekerheid het belangrijkste product van de accountant is, haak ik af.”
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 4, 2023
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
» Download dit artikel in pdf
» Download het hele nummer (pdf)
Luc Quadackers
Schoenmaker, leest
De interviewtafel in zijn huis moet al slalommend worden bereikt. Stapels boeken in de gang, kasten met boeken tegen de muren; overal boeken, boeken en nog eens boeken. Hier huizen Sjoerd Kurstjens, levensgezellin, kinderen en enkele honden. En dan is er nog een apart magazijn. In totaal twintigduizend boeken op voorraad, allemaal in genummerde dozen. Rijp en groen door elkaar. “Ik heb een ‘bruut’ en vrijwel fotografisch geheugen”, zegt Kurstjens. “Ik onthoud echt alles. Ik weet mij meestal goed te herinneren waar een onderwerp in een boek staat en in welke van de honderden dozen een gezocht boek zich bevindt.”
Kurstjens deed in tien vakken eindexamen op het gymnasium, met een voorliefde voor talen, waaronder Russisch. De bibliotheek van zijn vader (advocaat, geïnteresseerd in het snijvlak van recht en economie) las hij al op jonge leeftijd. Na de middelbare school koos hij voor een studie biologie, in navolging van zijn moeder en broer. Dat was ongebruikelijk binnen de familie van vaders kant. Grootvader en staal-industrieel Kurstjens hanteerde altijd de volgende stelregel: “Je mag studeren wat je wilt, maar ik sponsor alleen de studies voor de drie a’s: advocaat, arts en accountant.” Met de gedachte dat je daarin altijd je brood zou kunnen verdienen. “Ik was daar echter nooit mee bezig”, aldus Kurstjens. “Ik benader mijn werk vanuit een puur intellectuele interesse. Toen ik ging werken stelde ik mijzelf pas de vraag waarom ik eigenlijk studeerde. Dat was zeker niet om een baan te krijgen.”
Als bioloog met een focus op plantenveredeling en medicinale planten schrijft Kurstjens een wetenschappelijke publicatie over taxol, een antikankerstof. Daarna haalt hij een mastertitel Fashion, Strategy and Design bij ArtEZ University of the Arts. Om de schoorsteen te doen roken, werkt hij langere tijd als boekinkoper bij De Slegte en later bij een boekenveilinghuis, met een focus op het luxere boek. “Het fetisjisme voor papier stond me uiteindelijk tegen. Er zijn veel mensen in de boekenwereld die digitalisering vreselijk vinden en die zich continu verbazen over het feit dat niet iedereen van boeken houdt. De vroegerwas-alles-beter-houding. Ik wilde daarom iets anders. Toen dacht ik: Ik ga nog maar een studie doen. Maar wie ging dat betalen? Er is eigenlijk maar één studie die door de werkgever wordt betaald: accountancy. Bovendien had ik de drie a’s van mijn grootvader in mijn achterhoofd. En ik ben al sinds mijn vroege jeugd filosofisch geïnteresseerd in onderwerpen als rechten, verplichtingen, prijzen en waarde. Dat zijn fundamentele zaken die overal in terugkomen.”
Door zijn atypische achtergrond volgt Kurstjens een schakeltraject in Rotterdam en daarna de theoretische opleiding bij Nyenrode. Hij kan meteen aan de slag bij een kleiner kantoor dat het nut zag van deze duizendpoot en ‘wandelende COS’. “Toen ik begon had ik de stellige verwachting dat de wettelijke controleplicht zou sneuvelen. Als de grootste debaters op Accountant.nl het ergens wél over eens waren, dan was het dat. Ik zag de relevantie van jaarrekeningen niet meer, zeker niet vanuit filosofisch oogpunt. De enige bestaansreden is volgens mij dat de politiek zekerheid kan putten uit de controleverklaring bij de jaarrekening. Zekerheid kun je goed verkopen en de accountant is de ideale zondebok om de schuld aan te geven. Accountants trappen er steeds weer in. Ze hebben zich aan de leiband van de politiek laten leggen. Het idee van zekerheid is bizar. Zoals Wittgenstein al zei: ‘Wovon man nicht reden kann, darüber muß man schweigen.’ Wittgensteins laatste boek gaat overigens ook over zekerheid. De kern van de accountancy is volgens mij het geven van inzicht in hoe cijfers tot stand komen, inzicht in de verantwoordingen. Winstcijfers hebben amper nog voorspellende waarde. Het enige wat in de huidige tijd nog echt iets zegt, is het bestaan van interne mechanismen die een onderneming flexibel houden. De accountant moet rapporteren over in hoeverre hij vindt dat die systemen bestaan.”
Een mislukte heupoperatie en nog enkele andere ongemakken doen Kurstjens besluiten om zelfstandig aan de slag te gaan met een antiquariaat, wat inmiddels het hele gezin Kurstjens draaiende houdt. Het werk bestaat vooral uit het beschrijven en fotograferen van de ingekochte boeken en het bezoeken van veilinghuizen. Het gaat vaak om inboedels die weg moeten. Kurstjens ziet overeenkomsten tussen een boekhandelaar en een accountant. “Wat mij betreft is dat een prachtige uitspraak van Isaac Asimov: ‘De meeste ontdekkingen beginnen niet met ‘Eureka’, maar met hey, that’s funny.’ Je moet een neus hebben voor hey, that’s funny. Ik zeg altijd: Mijn enige taak is het ruiken van cultureel kapitaal. Ik ben goed in het selecteren van boeken die goed verkoopbaar zijn. Dat varieert van stripboeken tot antieke boeken van grote filosofen.”
Vreemd genoeg heeft Kurstjens niet per se iets met de ouderdom van boeken. “Een boek is maar een drager van een boodschap. Het gaat om de inhoud. Je moet boeken wel zien in hun tijd. Je kunt wel moderne uitgaven lezen, maar het is goed om te beseffen wanneer ze zijn geschreven. Bij het lezen van een oud boek is er wel de historische sensatie. Je wordt dan voortdurend herinnerd aan het feit dat het geen modern boek is. Dat vind ik mooi. Uiteindelijk zit ik in het vak als intellectuele bezigheid. Dat mis ik in de accountantscontrole. Daar mis ik de intellectuele uitdaging en dat vind ik oprecht jammer.”