Per saldo: Uitzoomen
'Thuis heb ik nog een toegangskaart, het laatst gebruikt in de maand maart': De coronacrisis en drie maanden afwezigheid van kantoor inspireerden muziekminnende NBA-collega Sven Budding (bekend van de podcasts op onze site) tot een fraaie eigen versie van ‘Het dorp’, het beroemde lied van Wim Sonneveld. Het begint zoals hierboven en de melancholie druipt er vanaf. Alleen te vinden op het NBA-intranet.
Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 3, 2020
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
» Download dit artikel (pdf)
» Download het hele nummer (pdf)
Marc Schweppe
Die weemoed snap ik helemaal. Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik ben er wel een beetje klaar mee. Die dagelijkse beeldschermen vol collega’s gekleed in een t-shirt of een hoodie, donker aftekenend tegen het raam erachter, of half in beeld, of qua beeldkwaliteit de indruk gevend alsof hun webcam eigenlijk een aardappel is. Ik heb het wel gehad met al die zoomsessies, die webinars, die MS Teams-overlegjes, die een-op-eentjes via het beeldscherm. Gesloopt ben je na zo’n dagje beeldbellen, waarbij je tussendoor je tienerdochters probeert te motiveren iets aan hun digitale huiswerk te doen.
Ik smacht naar een potje zwetsen naast een grommend koffieapparaat, naar een gezellige lunch met collega’s. Naar een slagroomtaart vanwege een jarige; een taart die je gewoon samen opeet, in stukjes gesneden met één mes, zonder handschoenen of mondkapjes of desinfecterende sprays. En met drie dikke zoenen vanwege de bereikte leeftijd. Ik ben wel weer toe aan die begroeting door een vriendelijke receptioniste, aan de wandeling door het kantoorpand.
Opeens blijkt dat allemaal minder efficiënt en eigenlijk niet meer nodig, want we kunnen prima vanuit huis ons werk doen. Opheffen of omvormen dat dure kantoor, roepen de rekenaars. Bij veel financials maakt de rekenmachine al overuren. Weg met dat wagenpark, die ondersteunende functies, dat tijd vretende gezwam aan de vergadertafels. Allemaal onzin, dit werkt toch best zo? Inmiddels staan de media er vol van, van zulke verhalen; inclusief de eerste ondernemingen die hun huur al hebben opgezegd en de kantoorinventaris dumpen bij het grofvuil.
Natuurlijk, de coronacrisis is een stevige wake-up call voor onze samenleving. Het is in al zijn gruwelijkheid ook een aanjager van innovatie en creativiteit. Petje af voor al die ondernemers die razendsnel inspeelden op een totaal andere omgeving. Die alles op alles zetten om hun mensen aan het werk te houden. En er kan heel veel prima online. Maar de volgende slag is die van de efficiency.
Staan al die glazen kantoren aan de Zuidas straks leeg? Halveren we onze vierkante meters kantoorruimte en richten we de rest in als multifunctionele ontmoetingsplek, voor de momenten dat wel persoonlijk contact nodig is? En de rest van de tijd dan vanuit huis, tikkend en zoomend aan je keukentafel? Is het nieuwe normaal straks dat we elkaar niet meer regelmatig in levende lijve hoeven te zien? De mens is een sociaal dier, laten we dat niet vergeten. Mensen om ons heen inspireren, dragen bij aan onze levensvreugde.
Ik verlang bijna terug naar de gemeenschapszin bij de start van de lockdown, toen we allemaal bang en stil binnen zaten. Toen we vanuit onze tuinen en balkons klapten voor de helden in de zorg. Toen we met miljoenen voor de buis zaten op dinsdagavond, als De Premier, ondersteund door de verleidelijke handgebaren van prinses Irma, de jongste stand rondom onze ‘intelligente’ opsluiting bekendmaakte. Ik verlang terug naar de tijd dat we naar ons kantoor verlangden. Ik ben uitgezoomd.