Out of print: Het mechanische Zwitserse horloge: een wonder
Geen idee of het klopt, maar ik heb een stil vermoeden dat accountants flink oververtegenwoordigd zijn onder de liefhebbers van bijzondere horloges. Daarmee bedoel ik: klassiek-mechanische horloges, dus handopwinders of automatische en liefst met een riedel complications (op z’n Frans uitspreken s.v.p.), herkenbaar aan twee of meer kleine wijzerplaatjes op de wijzerplaat en knoppen op de rand van de kast.
Dit artikel is verschenen in Accountant Q2, 2019
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
Bijzondere horloges kunnen best nieuw zijn, maar vintage exemplaren - liefst zeldzame - spreken nog veel meer tot de verbeelding van afficionados. De heilige graal is de Rolex Daytona, zoals acteur Paul Newman hem droeg. Newmans hoogsteigen exemplaar uit 1968 werd in 2017 geveild voor… 15,5 miljoen dollar. Troost: Rolex maakt het model nog steeds, dan kost het rond een ton.
Nee, horloges verzamelen is geen goedkope hobby. Nu verdienen accountants, belastingadviseurs en managementconsultant bovengemiddeld, dus dat helpt.
Maar een annex bij mijn vermoeden is dat ik denk dat weinig vakbroeders het aandurven hun klanten onder ogen te komen met een ‘klok’ van veertig of vijftig mille aan hun pols. Ze willen juist integriteit, degelijkheid en ingetogenheid uitstralen, dus dan klopt het plaatje niet. Een middencategorie Seiko is veiliger.
Horloges verzamelen is het ultieme guilty pleasure. Voor de juiste tijd heeft niemand een kostbaar horloge nodig. Een exemplaar van drie tientjes of een telefoon doet dat waarschijnlijk beter dan een Patek Philippe, Jaeger-Le Coultre of een IWC van tienduizenden euro’s. Nee, bij die mannenhorloges gaat het puur om het idee dat zo’n ding zo razend knap is gemaakt. Dat maakt het fenomeen en ook de industrie zélf zo fascinerend.
Horlogefabrikanten weten dat alles draait om ‘het idee’ en ploegen een groot deel van hun enorme brutomarges terug in sponsoring en advertenties. Veel glamourmagazines zouden zonder horlogekopers niet overleven.
Het razend interessante van het verhaal van de Zwitserse horlogemakerij wordt schitterend bevestigd door het boek Technique and History of the Swiss Watch van Eugène Jaquet, uitgegeven bij Spring Books in Londen. Het (vintage!) exemplaar dat ik vond is van de laatste editie van 1970. Behalve de geschiedenis behandelt het ook alle relevante technische aspecten van die mechanische horloges, ouderwets-nauwkeurig en toegankelijk beschreven en fraai geïllustreerd.
Dat hele verhaal wordt trouwens nog interessanter als je beseft wat er direct ná 1970 met die industrie gebeurde. Toen begon immers de opmars van goedkope en super betrouwbare Japanse kwartshorloges. Binnen tien jaar hadden die de trotse Zwitserse horloge-industrie vrijwel weggevaagd. Het wonder dat ‘Swatch’ heette redde de Zwitsers, midden jaren tachtig, ook met quartz-uurwerkjes dus.
Nog miraculeuzer is het daarom dat die Zwitserse ambachtelijk gemaakte mechanische horloges daarna toch weer begonnen aan een enorme wederopstanding, die rationeel eigenlijk niet te vatten is. Pure magie dus, in die door geld gedreven wereld. Mijn verstand staat erbij stil.