Afkicken van de accountancy
Wat doe je na een loopbaan als accountant? Stilzitten is er niet of nauwelijks bij. Van financieel ontwikkelingswerk in de derde wereld en coaching, tot aan het schrijven van thrillers. “Niet zeuren over dat het vroeger allemaal beter was.”
Dit artikel is verschenen in Accountant Q3, 2018
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
I retired young, heet de weblog van ex-accountant David Cox. Wie die blog bekijkt (iretiredyoung.net) kan enige jaloezie niet onderdrukken. De Engelsman gaf er na een druk bestaan als accountant in business al vroeg de brui aan. Hij had zijn schaapjes met vier miljoen euro ruim op het droge en reist nu, op zijn 47ste, al bloggend de wereld rond.
Natuurlijk, dat is lang niet iedereen gegeven. En veel accountants willen dat ook helemaal niet. De redenen daarvoor zijn divers. Veel accountants vinden het leuk om actief te blijven, of kunnen na het pensioen simpelweg niet stilzitten, want dat levert alleen maar een ‘roestig lijf’ op. Sommigen maken een opvallende overstap. Zoals ex-Mazars voorman Paul Steman, die na dertig jaar het openbare beroep verliet voor het basisonderwijs. Of wat te denken van Sybren Kalkman, die begon met het schrijven van thrillers. Verhalen van accountants en ex-accountants na hun ‘reguliere’ loopbaan.
Hangwangen
Kalkman (74) pensioneerde in 2005. “Ik werkte bij KPMG. Op mijn 61ste ben ik het beroep uitgestapt. De belangrijkste reden was dat mijn vrouw ernstig ziek was. Ik wilde haar de o zo nodige aandacht geven. Daarnaast begon ik met schrijven. Daar had ik in mijn werkzame leven al interesse in. Hoe schrijf je een managementletter nu zo dat het management die daadwerkelijk gaat lezen? De managementagenda moest van bepalend belang zijn, de rest kon naar de bijlagen.” Eigenlijk verschilt dat schrijven van zo’n stuk niet zoveel van het schrijven van een thriller, aldus Kalkman. “Je moet planmatig met een script komen, waar je de nodige spanning in legt. Als ik begin aan een thriller heb ik altijd wel een plot in mijn hoofd. Mijn eerste gepubliceerde thriller, Struikelbank, ging over de kredietcrisis. Het was leuren bij uitgeverijen om het boek uitgegeven te krijgen. Toen het uitkwam kreeg ik daarvoor veel lof. Ik heb er zelfs een prijs mee gewonnen. Waardoor een volgend boek, Venetiaans Vuur, een historische roman, bij een uitgeverij ook makkelijker ging. Nu ben ik zelfs naar het Boekenbal geweest.”
Volgens de thrillerauteur is het nog geen tijd om op de lauweren te rusten. “Niets doen is niet gezond. Ik zie het af en toe wel bij oud-collega’s. Doen ze ineens niets meer na hun pensionering. Dan gaan de wangen hangen.”
Afkicken
Jan Kalisvaart (64) was senior manager bureau vaktechniek en hoofd van het stagebureau van Baker Tilly Berk. “Vorig jaar mei ben ik gestopt met de werkzaamheden voor bureau vaktechniek. Dat had ook te maken met de werkdruk die de vaktechnische consultaties met zich meebrachten. Die moesten het liefst gisteren af. Ik wilde meer rust en tijd om me op het ontwikkelen van mensen te richten. Ik heb als hoofd van het stagebureau nu een coördinerende en adviserende rol en dat bevalt heel erg goed. Ik heb een bewuste keuze gemaakt om te stoppen met mijn werkzaamheden voor vaktechniek, zodat ik zelf meer de regie over mijn beschikbare tijd heb.” Kalisvaart heeft nu meer tijd voor diverse nevenwerkzaamheden en
om andere dingen te doen, zoals reizen. “In het begin was dat afkicken. Dat komt omdat ik al sinds 1970 in dit mooie vak zit, maar ook omdat ik mezelf de vrijheid niet toestond. Dat komt denk ik door de cultuur van hard werken. Gelukkig ben ik nu wel aan die vrijheid gewend.”
Kalisvaart sloot zich al in zijn werkzame leven aan bij PUM Netherlands senior experts, een vrijwilligersorganisatie opgericht door VNO-NCW. “Vanuit die organisatie word ik als senior expert uitgezonden naar ontwikkelingslanden, om daar mkb-ondernemers met praktische kennis en ervaring te ondersteunen en adviseren. Zo heb ik bijvoorbeeld samen met de eigenaar en medewerkers van een accountantskantoor in Indonesië een businessplan uitgewerkt. In Suriname heb ik de financiële administratie van een mkb-bedrijf doorgelicht en adviezen gegeven om de managementinformatie voor de directeur te verbeteren.” Hij sloot zich aan bij PUM om met zijn kennis en ervaring iets terug te doen voor de maatschappij. “Maar ook met de gedachte na mijn pensioen niet helemaal stil te vallen. Ik haal er veel energie uit. Het is fantastisch om met andere culturen in aanraking te komen.”
Roder dan rood
Anton Ewoldt (76), nog altijd ingeschreven als RA, was tot twee jaar geleden actief als docent bij NBA Opleidingen en ook examinator bij de postdoctorale accountancyopleiding aan de Vrije Universiteit. Zelf studeerde hij in de roerige jaren zestig aan de Universiteit van Amsterdam. “Het was de tijd van tomaten smijten, hoogleraren wegpesten en de bezetting van het Maagdenhuis. De universiteit was roder dan rood. Mijn studie politicologie kwam daardoor op het tweede plan. Toen het me te communistisch van aard werd, ben ik gestopt. Ik leerde mijn vrouw kennen en dacht toen: nu moet ik toch eens serieus worden en geld gaan verdienen.”
Ewoldt koos voor de avondstudie accountancy van het NIVRA, in combinatie met werken. “Dat paste heel mooi, want ik ben dol op cijfers en welhaast idolaat van verbandcontroles. De conclusies die je allemaal kunt trekken uit goederen- en geldbewegingen… Ik was vijftien jaar openbaar en daarna vijftien jaar intern accountant. Ik zit nu zeventien jaar zonder werkkring, maar blijf betrokken bij het beroep. Alhoewel dat wel iets minder wordt.”
Ewoldt denkt er over om zich op zijn tachtigste uit te schrijven bij de NBA. “Ik vind ook dat je als oudere niet moet blijven doorzeuren over hoe mooi het allemaal vroeger was. Je moet je plaats kennen en selectief betrokken zijn. Mijn beroepstijdlijn liep zo ongeveer van het rapport ‘De accountant, morgen?’ van de NIVRA-commissie toekomstverkenning in 1971, tot aan het visietraject van de NBA ‘Een beroep met toekomst’ eind 2016. Nu heb ik elk jaar vijf maanden geen zakelijke afspraken. Dat is heerlijk. Maar ik heb wel altijd tijd voor het Genootschap Amstelodamum en de Nicolaas Basiliek in Amsterdam.”
Spelend jongetje
Stef Kroon (62) was 25 jaar aan KPMG verbonden, waarvan de laatste negentien jaar als partner in de controle- en adviessector. Nu heeft hij een eigen coachingpraktijk. “Ik ben ooit begonnen bij De Nederlandsche Bank. Ik had een drive om het bedrijfseconomische leven te leren kennen. Ik studeerde eerst algemene economie, maar vond na afronding dat ik daarmee weinig concreets kon. Vandaar dat ik bedrijfseconomie ging studeren en de RA-opleiding er achteraan heb gedaan. Bij DNB hield ik toezicht op banken, in de razend interessante crisistijd van de begin jaren tachtig.”
Vervolgens stapte Kroon over naar KPMG, omdat hij meer zelfstandigheid en ondernemerschap wilde. “Net als mijn vader, die een eigen zaak als banketbakker had. Bij KPMG werd ik na enkele jaren partner en zag ik financial services ontstaan. In het kader van de Europese eenwording kwam in die jaren een flink aantal buitenlandse banken naar Amsterdam. Met mijn DNB-achtergrond mocht ik die banken adviseren bij hun vergunningsaanvraag en de inrichting van hun bedrijf. Als eenmaal de vergunning werd verkregen werden het controlecliënten.”
Later bediende hij als senior partner grote internationale banken en verzekeraars. “Een mooie tijd, maar op een gegeven moment heb ik het afgerond. Ik kreeg behoefte aan meer rust en stilte, aan een gerichtheid naar binnen toe, in plaats van de constante werkdruk en de overload aan informatie. Mijn passie voor de bedrijfseconomie en accountancy maakte plaats voor een fascinatie in wat de mens beweegt. Ik heb een reeks van coaching- en therapeutische opleidingen gevolgd en heb nu een coachingpraktijk waarbij ik mensen, veelal uit het bedrijfsleven, begeleid bij zakelijke en levensvraagstukken.”
Daarnaast geeft Kroon workshops in het bedrijfsleven over onderwerpen als teambuilding, persoonlijk leiderschap en de balans tussen werk en privé. Persoonlijke ontwikkeling is nog vaak ondergeschikt aan de vaktechnische ontwikkeling, stelt hij. “Maar o zo belangrijk om een innerlijk kompas te creëren om de juiste beslissingen te nemen. De grote calamiteiten in de accountancy hebben vaak meer te maken met zogenaamde softe issues dan met vaktechniek. De zachte factoren zijn eigenlijk keihard. Door mijn omslag van partner bij KPMG naar zelfstandig coach heb ik meer aspecten van mijn persoonlijkheid leren kennen en mogen ontwikkelen. Naast de man in het strakke pak is er nu ook een blij, spelend jongetje!”
Grijs: de postactieven
De oudste nog actieve openbaar accountant in ons land is tachtig jaar en als AA nog altijd werkzaam voor het midden- en kleinbedrijf, vanuit een eigen kantoor in Rhenen. De oudste actieve accountant in business woont in Frankrijk en richt zich op ‘vermogensbeheer’.
Maar de meeste accountants stoppen met hun actieve werkzaamheden rond de pensioengerechtigde leeftijd. Leden die na een loopbaan in het openbare beroep, als intern- of overheidsaccountant of als accountant in business, hun inschrijving in het register van de NBA willen behouden, gelden als ‘postactieven’. Ze hoeven geen beroepseed af te leggen of zich te houden aan verplichtingen rondom permanente educatie, maar vallen nog wel onder het tuchtrecht. Sommigen roeren zich als oudgediende nog altijd graag tijdens bijeenkomsten of de jaarlijkse algemene ledenvergadering.
De NBA-ledengroep ‘postactieven’ telde eind 2017 nog 1.891 leden (1.477 RA’s en 414 AA’s). In enkele jaren tijd is deze ledengroep zo’n vierhonderd leden kleiner geworden; eind 2012 had de beroepsorganisatie 2.281 postactieve leden. Opvallend, vooral omdat het totaal aantal NBA-leden in die vijf jaar nauwelijks is gewijzigd: van 21.374 eind 2012 naar 21.479 eind 2017.