Me Jane
Ik verkeer nu al een jaar of vijf in kringen waar ik welbeschouwd niet thuishoor. Dat valt anderen ook op. Zo werd ik ergens een keer geïntroduceerd als de Jane Goodall van de accountancy en u dan kennelijk als een kolonie chimpansees. Of, op een andere congres, als de Ilse de Lange van het bedrijfsleven. Niet omdat ik ook maar een noot zuiver kan zingen, maar vermoedelijk vanwege ons beider accent. Waarbij dat van mij overduidelijk van Groningse origine is en echt lang niet zo aanwezig als haar Twentse (!) accent.
Dit artikel is verschenen in Accountant Q3, 2017
Bekijk alle artikelen uit dit nummer
De vergelijking met Jane Goodall, de Engelse antropologe en biologe, sprak onmiddellijk tot mijn verbeelding. Om ook maar enigszins in haar voetsporen te treden heb ik dan wel nog zo’n kleine 35 jaar observatie te gaan. Maar dan kan ik ook boeken schrijven met treffende titels als Beyond Innocence, My life with the accountants, The emotional life of
accountants en, optimistisch als ik ben, Reason for hope. Waarbij ik mezelf dan meteen maar pontificaal op de voorkant zet met een bijbehorende (be)rustende accountant in zijn of haar natuurlijke habitat, te midden van groepsgenoten op een gemiddelde ledendag in ’t Spant. Waar ik praktisch naast woon, dus ik zie tot nu toe alleen nog maar voordelen.
De afgelopen weken heb ik, Jane indachtig, achter elkaar gesprekken gevoerd met internal auditors, externe accountants, mkb-accountants en accountants in business, als voorbereiding op een boek over de beroepseer van de accountant.
De ene keer zat ik te flexplekken aan de Zuidas, dan weer in een strak design van groen, hout en verantwoorde blaadjes op tafel langs de snelweg en ook aan het water. Goede ‘benenop-tafel-gesprekken’ waarbij accountants natuurlijk prima in staat bleken, met enige afstand en met oog voor langetermijndoelstellingen, in alle rust te spreken over wat er nou werkelijk nodig is om hun eervolle positie in onze samenleving te blijven verdienen.
Een belangrijke overeenkomst in alle gesprekken was daarbij dat men de behoefte formuleerde aan leiderschap. Nu heb ik altijd wat moeite met zo’n appèl op leiderschap, want op wie of wat wacht je dan precies? Maar als etnografisch onderzoeker in de dop ben ik natuurlijk bereid dit signaal uit te vlooien. Het komt er op neer dat men snakt naar ‘iets’ wat de sector helpt om overtuigend boven het technocratische gekrakeel en de (financiële) deelbelangen uit te stijgen en kwaliteit te leveren. Waarbij kwaliteit een rijkere betekenis heeft, tenminste voor het merendeel van degenen die ik sprak, dan alleen die van de toezichthouder. Of de klant. Of de aandeelhouder. Of de interne organisatie. Of de professional van dienst.
“We live or die, rise or fall, gain or lose hope, get led or misled, discouraged or inspired – by the quality of the work that we and others around us do.” Zo formuleren Gardner, Csikszentimihaly & Damon het grote belang van kwaliteit in ons aller leven, in hun boek over Good Work.
De kwaliteit van het werk van de accountant is vervat in de haarvaten van onze samenleving. En de effecten van die kwaliteit van het werk van de accountant strekken vele malen verder dan welke stammenstrijd binnen de eigen kolonie dan ook rechtvaardigt. Het raakt juist degenen die er buiten staan. Dat is een grote verantwoordelijkheid, die jullie met elkaar dragen. Dat iedere dag waarmaken lijkt mij bij uitstek leiderschap.
Margreeth Kloppenburg
Margreeth Kloppenburg publiceert, spreekt en adviseert over integriteit in de beroepspraktijk. Ze is verbonden aan o.a. de Hogeschool Utrecht, Nyenrode Business University, bestuurslid Stichting Beroepseer en lid van de adviesgroep Ethiek, cultuur en gedrag van de NBA.