Magazine

Streefcijfer

Waarom lukt het toch niet om het aantal vrouwen in raden van bestuur en raden van commissarissen substantieel omhoog te krijgen? En wat is de taak van de accountant als hij dat constateert?

Dit artikel is verschenen in Accountant Q2, 2017

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Meer vrouwen in de top van het bedrijfsleven, met hulp van de accountant

Sinds 2013 is de Wet bestuur en toezicht van kracht. Een van de doelstellingen was om begin 2016 bij grote vennootschappen minimaal dertig procent van de raden van bestuur en raden van commissarissen uit vrouwen te laten bestaan. Bedrijven waarvoor dit streefcijfer gold, moesten aan ten minste twee van deze drie criteria voldoen: activa van ten minste 17,5 miljoen euro, een netto-omzet van 35 miljoen en minimaal 250 werknemers.

Al in 2015 bleek dat dit cijfer bij lange na niet zou worden gehaald. Daarop besloot minister Jet Bussemaker (OCW en verantwoordelijk voor emancipatie) dat het streefcijfer langer van kracht moest zijn, wat vanaf 13 april 2017 weer het geval is. Wel zijn twee van de drie criteria iets verhoogd: de waarde van de activa naar twintig miljoen en de netto-omzet naar veertig miljoen. Het aantal bedrijven dat nu aan het streefcijfer moet voldoen is hierdoor gedaald van vijfduizend naar 4.700. Volgens OCW is deze aanpassing het gevolg van Europese regels en moet het absoluut niet worden gezien als dat ‘de politiek de handdoek in de ring zou gooien’.

Ook opmerkelijk: het streefcijfer geldt alleen voor werkgevers in de private sector en dus niet in de publieke en semi-publieke sector. Volgens een woordvoerder van OCW geeft de overheid desondanks het goede voorbeeld. Het streefcijfer van dertig procent vrouwen in de top van de rijksdienst is, zoals afgesproken in het regeerakkoord van het kabinet Rutte II, inmiddels behaald.

Kleine kopgroep

Babette Pouwels is partner bij VanDoorneHuiskes en partners, een bureau dat de gevolgen van overheidsbeleid onderzoekt. Voor OCW stelt het jaarlijks de bedrijvenmonitor op die aangeeft hoe het staat met de realisering van het streefcijfer. Pouwels is niet optimistisch: “In raden van bestuur is inmiddels gemiddeld zo’n tien procent vrouw, in raden
van commissarissen ligt dat iets hoger: 12,5 procent. Helaas is slechts een klein deel van de ondernemingen verantwoordelijk voor dit cijfer: wat betreft de bestuurders hebben we het vijf procent en voor de commissarissen over bijna tien procent. Bovendien geldt dat bijna driekwart van de raden van bestuur en bijna tweederde van de raden van commissarissen nog geen enkele vrouw als lid heeft. Conclusie: er is een kleine kopgroep die in zijn geheel verantwoordelijk is voor de toename van het aantal vrouwen, gevolgd door een hele grote groep waar weinig tot niets gebeurt.”

Bekendheid wet gering

Accountants hebben een belangrijke rol bij de controle op naleving van de Wet bestuur en toezicht. Ze moeten dus ook controleren of bedrijven zich sterk maken om het streefcijfer te halen. Uit enkele rondetafelgesprekken, die VanDoorneHuiskes en partners organiseerde voor de Bedrijvenmonitor 2012-2015, blijkt dat veel accountants dit een ingewikkelde opdracht vinden. Allereerst geven ze hun beperkingen aan. Accountants controleren weliswaar of de wet goed wordt uitgevoerd en hierbij kunnen ze zeker zaken ter sprake brengen. Maar ze benadrukken tegelijk dat ze zich niet kunnen bemoeien met het beleid van ondernemingen. Ook geven ze aan dat de bekendheid met de wet gering is. Het heeft in organisaties zeker niet de hoogste prioriteit. Tenslotte geven de accountants toe dat de relatie met de opdrachtgever belangrijk voor hen is. Het streefcijfer is geen onderwerp waarover ze een geschil willen krijgen met de klant.

Database

Marry De Gaay Fortman, voorzitter van Stichting Topvrouwen, die in opdracht van minister Bussemaker en voorzitter Hans de Boer van VNO-NCW het aandeel van vrouwen in topfuncties wil vergroten, is kritisch over de rol van accountants. “Zij wijzen hun klanten altijd op allerlei wettelijke bepalingen waaraan ze moeten voldoen, ongeacht of hun opdrachtgever dat nu leuk vindt of niet. Het streefcijfer staat ook in de wet, dus waarom zouden ze dit onderwerp niet aankaarten? Ik wil accountants die moeite hiermee hebben, adviseren onze database met inmiddels meer dan 1.200 ingeschreven topvrouwen bij hun cliënten onder de aandacht te brengen. Zij kunnen die raadplegen zonder dat daaraan kosten zijn verbonden. Inmiddels hebben diverse onderzoeken aangetoond dat bedrijven met minstens dertig procent vrouwen in topfuncties zes procent meer winst maken. Zo’n advies laat je als accountant toch niet liggen?”

Volgens Anne-Marike van Arkel, algemeen directeur van de NBA, is het probleem dat het streefcijfer weliswaar wettelijk is vastgelegd, maar dat op het niet behalen geen sanctie staat. “De accountant geeft in zijn verslag aan dat de klant voldoet aan wet- en regelgeving. Of hij ook met zijn klant heeft gesproken over de Wet bestuur en toezicht is niet altijd duidelijk. Dat de accountant over dit onderwerp niet altijd de discussie aangaat begrijp ik wel, er is al zoveel waarop hij moet letten. Maar ik vind het wel een gemiste kans. Als NBA zullen we onze leden hierop moeten attenderen.”

Bewust beleid

“We willen wel vrouwen aanstellen, maar we kunnen ze niet vinden.” Het is een argument waarmee mannelijke bestuurders en commissarissen in 2017 volgens de vrouwen die we spreken echt niet meer kunnen aankomen. Babette Pouwels: “Bedrijven die een bewust beleid voeren om meer vrouwen aan de top te krijgen boeken resultaat. Onderdelen hiervan zijn betere werving en selectie via meer kanalen, recruiters instrueren om bewust op zoek te gaan naar vrouwen, een longlist opstellen met een van tevoren afgesproken aantal vrouwen, dat uiteindelijk handhaven in de shortlist en zorgen voor een goede doorstroming binnen de eigen onderneming.”

Dat zo’n beleid vruchten kan afwerpen bewijzen volgens Van Arkel en De Gaay Fortman de grotere accountants- en advocatenkantoren (De Gaay Fortman is partner bij Houthoff Buruma). En in de Top 200 van grote bedrijven ligt het aantal vrouwen in de raad van commissarissen inmiddels rond de twintig procent. Minpunt: het percentage in de raad van bestuur steekt daarbij met ongeveer tien procent mager af.

Strafpunten

Volgens Marry De Gaay Fortman nodigt het huidige percentage vrouwen in raden van commissarissen uit voor het zetten van een volgende stap. “Minister Bussemaker streeft nu naar twintig procent vrouwen aan de top van het bedrijfsleven eind 2019. Hoe sympathiek ook, het is ver verwijderd van de oorspronkelijke doelstelling van dertig procent. Daarom vragen we een volgend kabinet om voor het niet halen van het streefcijfer bij de commissarissen op korte termijn, zeg binnen een jaar, een sanctie te stellen. Want van de huidige twintig procent aan vrouwen in de raden van commissarissen naar dertig procent is niet meer zo’n grote stap. Omdat de commissarissen de leden van de raad van bestuur benoemen zal hiervan een positieve invloed uitgaan om het aantal vrouwen te laten stijgen.”

Aan wat voor sanctie denkt ze? Een geldboete? De Gaay Fortman: “Dat kan, maar ik weet iets beters. De Wet bestuur en toezicht kent een systeem van strafpunten voor commissarissen als ze zich niet aan bepaalde regels houden. Bij vijf punten moeten ze één van hun commissariaten inleveren. Geef de zittende commissarissen een strafpunt als ze niet voldoen aan het streefcijfer. Als ze dan een commissariaat kwijtraken, verdwijnt er gezien de huidige verhoudingen vrijwel zeker een man. Zorg ervoor dat die vacante plek door een vrouw wordt opgevuld.”

Adrie Boxmeer is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.